Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verweerschrift van [verweerster01] , tevens houdende tegenverzoeken, met producties 1 tot en met 22;
- de brief en de e-mailberichten van [verzoekster01], met producties 37 tot en met 41;
- het faxbericht van [verweerster01] , met producties 23 tot en met 27;
- de bij de mondelinge behandeling overgelegde pleitnotities van de gemachtigde van [verzoekster01], met producties 41 (nogmaals) en 42 tot en met 44.
2..De vaststaande feiten
3..Het verzoek en de tegenverzoeken
het verzoek
- bij het bepalen van de einddatum rekening te houden met de wettelijke opzegtermijn, alsmede met de duur gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de dagtekening van de ontbindingsbeschikking;
- te bepalen dat [verweerster01] recht heeft op een transitievergoeding.
- te verklaren voor recht dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van haar;
- te verklaren voor recht dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het
- [verzoekster01] te veroordelen tot betaling van € 7.289,46 bruto, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag aan transitievergoeding ex artikel 7:673 BW, met veroordeling van [verzoekster01] tot betaling van deze vergoeding uiterlijk binnen 7 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst;
- [verzoekster01] te veroordelen tot betaling van € 97.997 bruto, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag aan billijke vergoeding, met veroordeling van [verzoekster01] tot betaling van deze vergoeding uiterlijk binnen 7 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst;
- [verzoekster01] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente ex artikel 6:119
- [verzoekster01] te veroordelen tot het opmaken van een reguliere eindafrekening en het uitbetalen aan [verweerster01] van hetgeen haar uit hoofde daarvan toekomt uiterlijk binnen 7 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst;
- [verzoekster01] te veroordelen om ter zake van de betaling van bovengenoemde vergoedingen en van hetgeen [verweerster01] toekomt uit hoofde van de reguliere eindafrekening uiterlijk binnen 7 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst een deugdelijk bewijs van betaling en een deugdelijke specificatie te verschaffen, zulks op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat niet aan deze veroordeling wordt voldaan;
- [verzoekster01] te veroordelen om binnen 7 dagen na de in dezen te wijzen beschikking aan haar te voldoen het volledige achterstallige salaris over de periode juni tot en met augustus 2020, zijnde een bedrag van € 1.072,08 bruto, exclusief 8% vakantietoeslag, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
- [verzoekster01] te veroordelen om binnen 7 dagen na de in dezen te wijzen beschikking aan haar te betalen de verschuldigde wettelijke verhoging ter zake de te late betalingen van het salaris over de maanden december 2020, januari 2021, juni 2021 inclusief over het te laat betaalde vakantiegeld, én juli 2021, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- [verzoekster01] te veroordelen om ter zake van de onder hierboven genoemde betalingen binnen 7 dagen na de in dezen te wijzen beschikking aan haar een deugdelijk bewijs van betaling en een deugdelijke specificatie te verschaffen, zulks op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat niet aan deze veroordeling wordt voldaan; en
- [verzoekster01] te veroordelen in de kosten en nakosten van de onderhavige procedure, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen, althans vanaf een door de kantonrechter redelijk geachte termijn, na het te dezen te wijzen vonnis, indien en voor zover [verzoekster01] deze kosten niet voordien heeft voldaan.
4..De beoordeling
5..De beslissing
- ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 februari 2022 op grond van een verstoring van de arbeidsverhouding, zodanig dat van [verzoekster01] in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren;
- verklaart voor recht dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster01] ;
- stelt vast dat aan [verweerster01] € 7.400,90 aan transitievergoeding toekomt, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd tot aan dag van algehele voldoening;
- veroordeelt [verzoekster01] tot betaling van de transitievergoeding aan [verweerster01] , uiterlijk binnen 7 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst;
- veroordeelt [verzoekster01] om een eindafrekening op te maken en aan [verweerster01] uit te betalen wat haar uit hoofde daarvan toekomt, uiterlijk binnen 7 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst;
- veroordeelt [verzoekster01] tot verstrekking aan [verweerster01] van een deugdelijke specificatie van voormelde betalingen, uiterlijk binnen 7 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst;
- veroordeelt [verzoekster01] tot betaling aan [verweerster01] , bij de loonbetaling van december 2021, van € 1.072,08 bruto aan achterstallig loon over de maanden juni, juli en augustus 2020, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 357,36 voor ieder van die maanden vanaf de data waarop het loon uitbetaald had moeten worden tot aan de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt [verzoekster01] om deze betaling te specificeren in de salarisspecificatie van de maand december 2021;
- bepaalt dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
- verklaart deze beschikking, mede op de voet van artikel 288 Rv, uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders verzochte.