ECLI:NL:RBROT:2021:13680

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
KTN-9374890_03122021
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak over overlast en gedragsaanwijzingen in het kader van huurovereenkomst

In deze huurzaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 3 december 2021 een tussenvonnis uitgesproken in een geschil tussen de stichting Woningstichting Samenwerking Vlaardingen (eiseres) en [gedaagde01] (gedaagde), die in persoon procedeert. De zaak betreft overlast die [gedaagde01] sinds 2016 veroorzaakt voor omwonenden van de driekamerwoning die zij sinds 3 maart 2014 huurt van Samenwerking. De overlast is in ernst en frequentie toegenomen sinds de partner van [gedaagde01], [naam02], bij haar is komen wonen. De kantonrechter heeft kennisgenomen van diverse klachten van omwonenden, alsmede van een bestuurlijke rapportage van de politie die 43 registraties van overlast bij het adres van [gedaagde01] documenteert.

De eiseres heeft [gedaagde01] meerdere keren aangeschreven en gesprekken gevoerd over de overlast, maar zonder resultaat. In een brief van 15 februari 2021 heeft Samenwerking [gedaagde01] een laatste waarschuwing gegeven, waarin zij haar gedrag diende aan te passen om een gerechtelijke procedure te voorkomen. [gedaagde01] heeft deze waarschuwing ondertekend, maar de overlast is voortgezet. De kantonrechter heeft in het vonnis aangegeven dat er een dik overlastdossier is en dat de vordering van Samenwerking om de huurovereenkomst te ontbinden en ontruiming te vorderen, gelet op de ernst van de overlast, gerechtvaardigd kan zijn.

De kantonrechter heeft echter ook ruimte gezien voor een alternatieve oplossing, waarbij [gedaagde01] en [naam02] zich aan bepaalde gedragsaanwijzingen dienen te houden om de overlast te verminderen. Deze gedragsaanwijzingen omvatten onder andere het beperken van geluidsoverlast, het niet onder invloed zijn van alcohol of drugs in de nabijheid van de woning, en het niet toestaan van derden in de woning. De zaak zal over drie maanden opnieuw worden besproken om te beoordelen of [gedaagde01] en [naam02] zich aan de afspraken hebben gehouden. De beslissing van de kantonrechter is gericht op het vinden van een balans tussen de rechten van de buren op ongestoord huurgenot en de persoonlijke levenssfeer van [gedaagde01] en [naam02].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9374890 CV EXPL 21-26037
uitspraak: 3 december 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de stichting
Woningstichting Samenwerking Vlaardingen,
gevestigd te Vlaardingen,
eiseres,
gemachtigde: mr. E. de Jong,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Samenwerking” en “ [gedaagde01] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 27 juli 2021, met producties 1 tot en met 16;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde01] ;
  • de door Samenwerking overgelegde aanvullende producties 17 tot en met 22 ten behoeve van de mondelinge behandeling.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2021. Voor Samenwerking is verschenen haar consulent leefbaarheid [naam01] , bijgestaan door mr. De Jong. [gedaagde01] is verschenen in het bijzijn van haar partner [naam02] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat besproken is.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
Op grond van een tussen partijen gesloten huurovereenkomst huurt [gedaagde01] sinds
3 maart 2014 van Samenwerking de driekamerwoning aan de [adres01] , [postcode01] te [plaats01] gelegen in een wooncomplex. In artikel 2 van de huurovereenkomst is bepaald dat het gehuurde uitsluitend bestemd is om voor huurder en de leden van zijn huishouden als woonruimte te dienen. In artikel 8 van de huurovereenkomst is bepaald dat de Algemene Huurvoorwaarden zelfstandige woonruimte van Samenwerking van 17 februari 2005 (hierna: de Algemene Huurvoorwaarden) deel uitmaken van de overeenkomst en dat [gedaagde01] daarvan een exemplaar heeft ontvangen. Zij heeft ervoor getekend. In artikel 6 van de Algemene Huurvoorwaarden is - verkort weergegeven - het volgende neergelegd:
“(…)
6.5.
Het is huurder niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven. (…)
6.6.
Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. Hieronder wordt onder andere verstaan dat het niet is toegestaan om muziek op een zeer luid volume af te spelen.
6.7
Huurder zat het gehuurde voorzien van behoorlijke meubilering en stoffering. In de woning dient een zodanige vloerbedekking te worden aangebracht dat er voldoende geluiddemping is.
6.8
Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep te kweken, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld.
(…)
6.1
Binnen een complex van etagewoningen moet de huurder van een etagewoning gedogen, dat de overige huurders en bezoekers van het complex gebruik maken van hetgeen voor de woningen gemeenschappelijk is, zoals portieken, gangen, trappen, overlopen, liften, galerijen. De huurder zal de gemeenschappelijke ruimten slechts overeenkomstig hun bestemming gebruiken en zal de gemeenschappelijke deuren na iedere noodzakelijke opening onmiddellijk weer sluiten.
(…)
6.12
Het is de huurder verboden:
in of op het gehuurde (huis)dieren te houden, welke hinder of overlast veroorzaken voor derden;
(…)
6.13
In verband met controle door verhuurder van de naleving van de verplichtingen van huurder op grond van deze Algemene Huurvoorwaarden, dan wel in verband met mogelijk door verhuurder uit te voeren werkzaamheden of controle van meterstanden en dergelijke, zal huurder verhuurder, in het gehuurde toelaten. Onder verhuurder wordt mede verstaan: de door of namens verhuurder
aangewezen personen. (…)”
2.2
Sinds 2016 ontvangt Samenwerking klachten van omwonenden over overlast van (de zijde van) [gedaagde01] .
2.3
Vanaf 2019, nadat haar partner [naam02] bij [gedaagde01] is komen wonen, zijn de klachten van omwonenden over overlast van hen in ernst en frequentie toegenomen.
2.4
In 2020 is de dochter van [naam02] samen met haar partner bij [gedaagde01] en [naam02] ingetrokken. Ook op hen hebben overlastklachten bij Samenwerking betrekking.
2.5
Naar aanleiding van de overlastklachten heeft Samenwerking [gedaagde01] meermaals aangeschreven en gesprekken met haar gevoerd.
2.6
Bij brief van 21 oktober 2020 heeft Samenwerking, naar aanleiding van klachten van verschillende van haar buren over geluidsoverlast van de zijde van [gedaagde01] en diverse politiebezoeken aan haar adres, aan [gedaagde01] te kennen gegeven dat de overlast onacceptabel is. Zij is gesommeerd dit te stoppen. Daarnaast heeft Samenwerking hulp aangeboden aan [gedaagde01] .
2.7
In verband met nieuwe klachten van omwonenden over [gedaagde01] heeft Samenwerking - verkort weergegeven - haar bij (mede aangetekend verzonden) brief van 15 februari 2021 een laatste waarschuwing gegeven. Te verstaan is gegeven dat [gedaagde01] handelt in strijd met de huurovereenkomst en artikel 6.6 van de Algemene Huurvoorwaarden en in strijd met de wet, in het bijzonder de artikelen 7:213 en 7:219 BW, en dat zij haar gedrag dient aan te passen. [gedaagde01] is meegedeeld dat haar omwonenden open staan voor buurtbemiddeling en dat een gerechtelijke procedure, waarin ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning zal worden gevorderd, alleen kan worden voorkomen als zij stopt met het veroorzaken van overlast, als zij openstaat voor en medewerking verleent aan buurtbemiddeling en zij zich middels ondertekening en retourzending akkoord verklaart met het volgende:
“- dat u ervoor zorgt dat er geen (geluids)overlast meer veroorzaakt wordt;
- dat u de verantwoordelijkheid neemt voor wat er in uw woning gebeurt.
Als uw partner of eventuele bezoek aan uw woning zich niet behoorlijk
kan gedragen, moet u hen de toegang tot uw woning weigeren (u bent
immers verantwoordelijk voor het gedrag van uw bezoekers); en
- dat u openstaat en uw medewerking verleent aan de buurtbemiddeling.”
2.8
[gedaagde01] heeft voormelde brief op 19 februari 2021 ondertekend onder vermelding van
“Teken voor gezien”en geretourneerd aan Samenwerking.
2.9
Onder begeleiding van [naam03] , projectleider, en [naam04] , mediator en buurtbemiddelaar, heeft op 25 februari 2021 een gesprek plaatsgevonden tussen omwonenden en [gedaagde01] en [naam02] .
2.1
Nadien heeft Samenwerking weer klachten ontvangen van omwonenden over overlast van de zijde van [gedaagde01] .

3..Het geschil

3.1
Samenwerking vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
de tussen partijen gestoten huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan de [adres01] , [postcode01] , te [plaats01] met onmiddellijke ingang, althans op een door de kantonrechter te bepalen datum, te ontbinden;
[gedaagde01] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis, althans op een door de kantonrechter te bepalen datum, voormelde te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Samenwerking zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Samenwerking te stellen;
[gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering legt Samenwerking - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat [gedaagde01] al jaren ernstige overlast veroorzaakt voor omwonenden. Na de komst van [naam02] in de woning is dit verergerd. De overlast blijkt uit vele klachten van omwonenden, ondersteund met afschriften van overlastdagboeken die zij bijhouden, en een politierapportage. Afspraken met omwonenden gemaakt in het kader van buurtbemiddeling zijn niet nagekomen en de onder 2.7 vermelde gedragsaanwijzing is niet nageleefd. Er blijft sprake van overlast, ondanks waarschuwingen. Samenwerking stelt zich op het standpunt dat [gedaagde01] zich niet als een goed huurder gedraagt en tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst. Daarom vordert zij ontbinding van de huurovereenkomst, met een veroordeling tot ontruiming van het gehuurde.
3.3
[gedaagde01] voert verweer tegen de vordering en concludeert - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - tot afwijzing daarvan.
3.4
De stellingen van partijen worden voor zover nodig in het kader van de beoordeling van de vordering nader besproken.

4..De beoordeling

4.1
Onderkend wordt dat sprake is van een dik overlastdossier. De vordering wordt niet alleen ondersteund door afschriften van overlastdagboeken bijgehouden door buren van [gedaagde01] , woonachtig op de [adres02] , [adres03] , [adres04] en [adres05] , maar ook door een door de politie verstrekte bestuurlijke rapportage, waarin melding wordt gemaakt van 43 registraties in het bedrijfsprocessensysteem van de politie met betrekking tot het adres [adres01] te [plaats01] vanaf oktober 2017.
4.2
Kort gezegd gaat het vooral om ernstige geluidsoverlast in en/of in de omgeving van de woning in de avond, nacht en vroege ochtend veroorzaakt door de bewoners van de [adres01] te [plaats01] , in het bijzonder door [gedaagde01] en [naam02] , maar ook door zijn dochter en haar vriend, alsmede door bezoekers van de woning. Het betreft onder meer hard praten, schreeuwen, ruzie, zeer luidruchtig seksgeluid, en ander lawaai vanuit de woning, zoals knallende deuren, veelvuldig vallende spullen op de vloer, geschuif met meubilair, geluid van lopen met schoeisel op de vloer, luide tv en/of stereo met muziek, en hard zingen. Ook hebben [gedaagde01] en [naam02] gedurende enige tijd een hond gehad, die veel aan het blaffen en janken was als zij het dier alleen thuis achterlieten om overdag naar hun werk en ’s avonds op stap te gaan. Daarnaast is door buren geklaagd over stankoverlast als gevolg van blowen in en nabij de woning. Voorts is onweersproken gesteld dat op 23 juli 2021 bij de parkeerplaats achter de woning ruzie geweest is tussen enerzijds [gedaagde01] en [naam02] en anderzijds een groep jongeren, waarbij [naam02] gedreigd heeft met een mes, ook naar de tussengekomen politie, die hem heeft aangehouden, en dat velen in de buurt dat hebben waargenomen.
4.3
Uit zowel de overlastdagboeken als de bestuurlijke rapportage van de politie komt naar voren dat gebeurtenissen als voormeld dikwijls plaatsvinden terwijl [gedaagde01] en [naam02] onder invloed van alcohol zijn. Buren hebben ook verklaard over druggerelateerde activiteiten, waaronder blowen, in en nabij de woning door de dochter van [naam02] en haar vriend.
4.4
Mede gelet op haar eigen belangen als verhuurder, waaronder de zorg voor het woongenot van omwonenden en de kwaliteit van de buurt, trekt Samenwerking zich de situatie op goede gronden aan. Aan de overlast dient een einde te komen. Dat kan met een ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning zoals gevorderd, maar dat is de meest ingrijpende oplossing. [gedaagde01] en [naam02] zullen dan waarschijnlijk lange tijd dakloos blijven, gelet op de woningnood en hun problematische woonverleden, met het risico dat zij verder afglijden. Alternatief is voortzetting van de huurovereenkomst, eventueel gecombineerd met een gedragsaanwijzing. Een voorwaardelijke ontbinding met een gedragsaanwijzing is ook mogelijk. In het kader van de rechtsstrijd die partijen voeren, ziet de kantonrechter ruimte om deze beslissingsmodaliteiten te onderzoeken en terzake hiervan een uitspraak te doen die haar geraden voorkomt. Daar waar het meerdere is gevorderd, namelijk ontbinding en ontruiming, waartegen verweer wordt gevoerd dat ziet op voortzetting van de huurovereenkomst, is ook toewijzing van een tussenvariant een optie.
4.5
Bij de mondelinge behandeling is reeds meegedeeld dat de kantonrechter ervoor voelt om met het oog op de te nemen beslissing te onderzoeken of [gedaagde01] en [naam02] zich aan bepaalde afspraken en beperkingen kunnen houden om de overlast voor de buren te verminderen. De reden is dat [gedaagde01] en [naam02] hiervoor ontvankelijk zijn gebleken en niet onmachtig lijken om hun gedrag en de woning zodanig aan te passen dat de overlast wordt gereduceerd. Er is sprake van drank- en mogelijk middelengebruik en naar het zich laat aanzien onderliggende problematiek, maar de situatie is niet hopeloos. [gedaagde01] en [naam02] erkennen overlast te veroorzaken, zij het volgens hen minder dan voorheen, vooral in de nachtelijke uren. Beiden gaan ’s ochtends naar hun werk, zodat zij overdag geen overlast veroorzaken, terwijl het hebben van werk ook anderszins een gunstige factor is. Beiden hebben deelgenomen aan buurtbemiddeling en nadien lijkt er inderdaad enige tijd wat minder overlast te zijn geweest. Volgens [gedaagde01] en [naam02] hebben zij de hond weggedaan. Zij lopen niet op schoenen in huis. De boxen van de muziekinstallatie zijn opgehangen aan een muur, met isolatiemateriaal ertussen. Bij de mondelinge behandeling is de bereidheid uitgesproken om verdere aanpassingen in hun woning door te voeren, zodat de buren minder last hebben van leefgeluid. Verder is te kennen gegeven dat zij werken aan hun relatie. [naam02] heeft hulp gezocht in een netwerk voor veteranen en is thans onder begeleiding van de reclassering. De dochter van [naam02] is aangesproken op blowen op het balkon, aldus [gedaagde01] en [naam02] .
4.6
Samenwerking heeft gesteld dat de mate van overlast wisselt in de tijd. Soms neemt de overlast in ernst af, waarna het na enige tijd weer toeneemt. Samenwerking wil zich achter de omwonenden scharen, omdat van alles al geprobeerd is. Samenwerking wil geen nieuwe poging wagen, ook niet door een andere woning aan te bieden aan [gedaagde01] en [naam02] , omdat daarmee het probleem wordt verschoven. Volgens Samenwerking zijn [gedaagde01] en [naam02] onverbeterlijk.
4.7
Dat laatste wil de kantonrechter de komende tijd onderzoeken door te benadrukken welke verbintenissen [gedaagde01] , samen met [naam02] zolang hij bij haar in de woning verblijft, uit hoofde van de huurovereenkomst en de wet dient na te komen, daaraan nadere invulling te geven, alsmede door hen met het oog hierop (aanvullende) gedragsaanwijzingen te geven, die eraan kunnen bijdragen dat zij meer in het gareel gaan lopen en minder ontsporen met overlast tot gevolg. Het gaat om vergaande aanwijzingen, die ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer, maar nodig en proportioneel worden geacht, gelet op de ernst van de problematiek. [gedaagde01] en [naam02] hebben de keuze om zich er al dan niet naar te voegen, zij het dat die keuze en de wijze waarop zij zich gedragen niet vrijblijvend is. Het niet opvolgen van de aanwijzingen kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst, een uitkomst die op andere wijze inbreuk maakt op hun persoonlijke levenssfeer en uiteindelijk veel ingrijpender kan uitpakken dan de situatie bij naleving van de aanwijzingen. Daarbij weegt mee dat het gedrag van [gedaagde01] en [naam02] niet ten koste kan blijven gaan van de rechten en de persoonlijke levenssfeer van hun buren, waaronder het recht op ongestoord huurgenot en het belang om in een omgeving te wonen waar men zich veilig voelt. Daaraan komt meer gewicht toe dan aan de vrijheden die [gedaagde01] en [naam02] menen zich te kunnen veroorloven met hun neiging zich te laten gaan.
4.8
Uiteraard is er kennis van genomen dat Samenwerking reeds een gedragsaanwijzing heeft gegeven. [gedaagde01] en [naam02] hebben zich er niet, althans niet ondubbelzinnig aan verbonden. De door Samenwerking beoogde gedragsverandering is ook niet in voldoende mate gerealiseerd, want na de aanwijzing en buurtbemiddeling zijn buren blijven klagen over overlast. Voor zover dit zijn oorzaak heeft gehad in de omstandigheid dat de onder 2.7 vermelde gedragsaanwijzing weinig gespecificeerd is, wordt dat ondervangen door hierna concrete en verifieerbare/meetbare verbintenissen uit hoofde van de huurovereenkomst te benoemen, waaraan [gedaagde01] en [naam02] zich hebben te houden. Het betreffen verbintenissen om dingen te doen en dingen te laten, een en ander gecombineerd met gedragsaanwijzingen erop gericht om het verlangde goed huurderschap te ondersteunen onder meer door ontremming tegen te gaan en om controle op naleving mogelijk te maken.
4.9
Het vorenstaande leidt tot het volgende.
Op grond van de huurovereenkomst, de toepasselijke Algemene Huurvoorwaarden en de wet (zie artikel 7:213 BW goed huurderschap en artikel 7:219 BW aansprakelijkheid huurder voor eigen gedrag en dat van anderen die het gehuurde gebruiken of zich daar bevinden) dienen [gedaagde01] en [naam02] :
1. Met onmiddellijke ingang in hun woning geen geluidsoverlast meer te veroorzaken. Of daarvan sprake is hangt af van het geluidsniveau, het tijdstip en de duur van de geluidsbelasting. Ter illustratie: de voorkeurswaarden van de geluidsbelasting van woningen gelegen langs een weg of spoorweg bedragen 50 dB(A) respectievelijk 55 dB(A) en de maximale waarden 65 dB(A) respectievelijk 70 dB(A), gemeten aan de gevel, en de binnenwaarden 36 dB(A). [1] Gelet hierop wordt [gedaagde01] en [naam02] als richtsnoer meegegeven dat:
 het geluid in hun woning overdag tussen 7:00 en 19:00 uur het niveau van 50 tot 70 dB(A) niet te boven mag gaan. Dat zit tussen het geluid van een voorbijrijdende auto en dat van een stofzuiger in. Indien overdag noodzakelijkerwijs meer geluid moet worden gemaakt, dan worden de directe buren, waaronder die van de nummers [huisnummer01] , [huisnummer02] , [adres06] en [adres07] , daarvan op de hoogte gesteld.
 het geluid in hun woning in de avond tussen 19:00 en 23:00 uur het niveau van 45 tot 65 dB(A) niet te boven mag gaan. Dat zit tussen het geluid van een rustige straat en een vrij luide conversatie in.
 het geluid in hun woning in de nacht tussen 23:00 en 7:00 uur het niveau van 40 en 60 dB(A) niet te boven mag gaan. Dat zit tussen zacht geroezemoes en een normaal gesprek in.
 zij, als zij zich buiten bevinden in de nabije omgeving van hun woning, in een straal van 100 meter om de woning heen, het geluid dat zij produceren overdag dienen te beperken tot hooguit een kortdurend luid gesprek, ’s avonds dienen te beperken tot een gewoon gesprek en ’s nachts dienen te beperken tot een gesprek op gedempte toon.
 het geluid in de woningen van de bewoners van het wooncomplex veroorzaakt door [gedaagde01] en [naam02] in de avond beneden de 40 dB(A) en in de nacht beneden de 35 dB(A) dient te liggen.
 als zij door de bewoners aangesproken worden in verband met geluidsoverlast veroorzaakt door hen, zij het geluidsvolume afkomstig van hun zijde aanzienlijk naar beneden dienen bij te stellen.
2. Contactgeluiden binnenin hun woning te verminderen door het aanbrengen van voorzieningen, zoals het aanbrengen van vloerbedekking of een geluidsisolerende ondervloer onder een laminaat of parketvloer, het stofferen van een inpandige trap (zie artikel 6.7 van de Algemene Huurvoorwaarden), en het verrichten van kleine werkzaamheden zoals het plaatsen van deurstoppers, het aanbrengen van geluidsdempers / stootdopjes tussen kastdeuren en gewone deuren, en het aanbrengen van viltjes onder stoelen, tafels en ander meubilair waarmee geschoven wordt. Dit dient te zijn gerealiseerd binnen één maand na de datum van dit vonnis.
3. Zich niet op te houden in gemeenschappelijke ruimtes in het complex, zoals portieken, gangen, trappen, overlopen, liften, galerijen, afgezien van het gebruik daarvan voor het zonder onnodig oponthoud komen naar en gaan van hun woning (zie artikel 6.10 Algemene Huurvoorwaarden). Voor familie, vrienden, kennissen of anderen die hen bezoeken geldt hetzelfde en [gedaagde01] en [naam02] spreken hun bezoekers hierop aan, met uitzondering van buren aan de voordeur en/of medewerkers van Samenwerking en/of instanties en/of de politie. Als deze bezoekers van [gedaagde01] en [naam02] zich, al dan niet voorzienbaar, niet hieraan (kunnen) conformeren en/of overlast veroorzaken zijn zij niet welkom in het complex en ontzeggen [gedaagde01] en [naam02] hen de toegang tot hun woning.
4. Zich te realiseren dat het kopen en/of bezitten van soft- en/of harddrugs strafbaar is op grond van de Opiumwet en dat, als hiervan sprake is in de woning, dit strijd oplevert met het bepaalde in artikel 6.8 van de Algemene Huurvoorwaarden, en dat, als hiervan sprake is in de nabije omgeving van de woning, dit strijd kan opleveren met het goed huurderschap.
5. In hun woning geen dieren te houden, welke hinder of overlast veroorzaken voor derden (zie artikel 6.12 Algemene Huurvoorwaarden). Dergelijke dieren van genoemde bezoekers zijn evenmin welkom in het gehuurde en worden door [gedaagde01] en [naam02] geweerd.
6. Geen andere vormen van overlast te veroorzaken voor omwonenden.
7. Zich te realiseren dat het hen niet is toegestaan de woning geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven (zie artikel 6.5 Algemene Huurvoorwaarden). [gedaagde01] en [naam02] handelen in strijd hiermee doordat zij de dochter van [naam02] en haar vriend in de woning laten verblijven, terwijl Samenwerking geweigerd heeft de hiervoor gevraagde toestemming te verlenen. De dochter van [naam02] en haar vriend zijn zelf ook bron van overlast. Hieraan dienen [gedaagde01] en [naam02] een einde te maken door de dochter van [naam02] en haar vriend niet langer toe te staan hun woonverblijf te hebben in de woning. Het gebruik door hen van de woning dient binnen één maand na de datum van dit vonnis te zijn geëindigd.
8. Zich te realiseren dat zij Samenwerking en door of namens Samenwerking aangewezen personen dienen toe te laten tot hun woning, in verband met controle door Samenwerking van de naleving van de verplichtingen op grond van de Algemene Huurvoorwaarden (zie artikel 6.12 Algemene Huurvoorwaarden).
Ter ondersteuning van het vorenstaande en ter controle op de naleving worden de volgende gedragsaanwijzingen gegeven:
1. Uitsluitend [gedaagde01] en [naam02] dienen hun verblijf te hebben in de woning.
Anderen mogen niet in de woning hun woonverblijf hebben en/of daar overnachten.
2. [gedaagde01] en [naam02] dienen te bewerkstelligen dat de dochter van [naam02] en haar vriend niet langer hun woonverblijf hebben in de woning (zie hierboven onder 7) en de dan ontstane situatie te handhaven.
3. Bezoek van familie, vrienden, kennissen en/of anderen aan [gedaagde01] en [naam02] gebeurt overdag. Tussen ’s avonds 19:00 uur en ’s ochtends 7:00 uur ontvangen [gedaagde01] en [naam02] geen bezoekers, met uitzondering van buren aan de voordeur en/of medewerkers van Samenwerking en/of instanties en/of de politie.
4. [gedaagde01] en [naam02] dienen in en in de nabije omgeving van hun woning, in een straal van 100 meter om de woning heen, niet onder invloed te zijn van alcohol en/of drugs. Voor de duidelijkheid: zij dienen daar dus nuchter te zijn, wat kan betekenen dat zij zich ook elders dienen te matigen.
5. In hun woning mag geen alcoholhoudende drank en/of drugs aanwezig zijn.
6. Familie, vrienden, kennissen en/of anderen die [gedaagde01] en [naam02] willen bezoeken, wordt door hen de toegang tot de woning ontzegd indien er aanwijzingen bestaan op grond waarvan redelijkerwijs geoordeeld kan worden dat diegene(n) onder invloed is (zijn) van alcohol en/of drugs en/of overlast veroorzaken.
7. Te allen tijde dienen [gedaagde01] en [naam02] medewerkers van Samenwerking en/of instanties en/of de politie toegang te geven tot hun woning en daar medewerking te verlenen aan alsmede niet in de weg te staan aan controle op de naleving van de verbintenissen uit hoofde van de huurovereenkomst en de wet alsmede het vorenstaande.
4.1
De kantonrechter acht het gewenst om over ongeveer drie maanden de zaak wederom met partijen te bespreken tijdens een mondelinge behandeling, om te bezien in hoeverre [gedaagde01] en [naam02] zich in de tussentijd hebben gehouden aan het vorenstaande, met het oog op de onder 4.4 genoemde beslissingsmodaliteiten. Er kan dan ook gesproken worden over nadere en/of andere voorwaarden.
In het geval dat [gedaagde01] en [naam02] op kortere termijn dan genoemde periode van drie maanden wederom ernstige overlast veroorzaken, staat het Samenwerking vrij te verzoeken om een eerdere datum voor een mondelinge behandeling.
Gelet hierop dienen partijen hun verhinderdata voor de komende vier maanden op te geven. De kantonrechter zal daarna een dag en tijdstip voor de mondelinge behandeling bepalen.
Alle stukken die op de zaak betrekking (kunnen) hebben en die nog niet in het geding zijn gebracht, dienen door de partij die deze ter sprake wil brengen aan de kantonrechter en aan de wederpartij te worden toegezonden. Deze stukken dienen uiterlijk tien dagen vóór de mondelinge behandeling in het bezit te zijn van de kantonrechter en de wederpartij.
Partijen dienen zelf aan de mondelinge behandeling deel te nemen of te worden vertegenwoordigd door een persoon die op de hoogte is van het geschil. Deze vertegenwoordiger moet schriftelijk gemachtigd zijn, eventueel ook tot het treffen van een minnelijke regeling.

5..De beslissing

De kantonrechter:
bepaalt dat een mondelinge behandeling zal worden gehouden;
stelt partijen in de gelegenheid om uiterlijk woensdag 15 december 2021 hun verhinderdata voor de komende vier maanden op te geven. Op maandag 20 december 2021 zal de datum voor de zitting worden bepaald;
wijst partijen erop dat zij tijdelijk ook een e-mailbericht mogen sturen aan kantondagvaarding.rtm@rechtspraak.nl;
bepaalt dat [gedaagde01] en [naam02] zich dienen te houden aan de op hen rustende verbintenissen op grond van de huurovereenkomst, de toepasselijke Algemene Huurvoorwaarden en de wet, in het bijzonder die genoemd in overweging 4.9 en aan de daar genoemde gedragsaanwijzingen;
houdt iedere verdere beslissing aan;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465

Voetnoten

1.Zie hoofdstuk 11 Wet milieubeheer.