Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 30 juli 2021;
- de akte van T-Mobile;
- de akte van [gedaagde01] .
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 12 november 2021 uitspraak gedaan in de procedure tussen T-Mobile Netherlands B.V., eiseres, en een gedaagde die woont in [woonplaats01]. T-Mobile had een vordering ingediend, maar heeft in een akte aangegeven om moverende redenen niet verder te willen procederen en verzocht om doorhaling van de procedure. De gedaagde heeft zich met deze doorhaling verenigd, maar onder de voorwaarde dat T-Mobile de proceskosten en het salaris van de gemachtigde zou vergoeden. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een eenstemmig verzoek om doorhaling, omdat de voorwaarden van de gedaagde niet door T-Mobile waren aanvaard. Hierdoor werd de zaak inhoudelijk beoordeeld.
De kantonrechter concludeerde dat T-Mobile niet in staat was om het bewijs te leveren dat zij was toegelaten, wat leidde tot de conclusie dat er geen overeenkomst was gesloten tussen partijen. De vorderingen van T-Mobile, waaronder betaling van abonnementsgelden en schadevergoeding, werden afgewezen. T-Mobile werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde zijn vastgesteld op € 124,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit bedrag dient rechtstreeks aan de gemachtigde van de gedaagde te worden voldaan. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.