ECLI:NL:RBROT:2021:13607

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2022
Zaaknummer
AWB - 21 _ 1367
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misleidende voedselinformatie over opvolgmelk en boete opgelegd door de Minister voor Medische Zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de Minister voor Medische Zorg. De eiseres, een producent van babyvoeding, kreeg op 29 mei 2020 een boete van € 525,- opgelegd wegens misleidende voedselinformatie op het product 'HiPP Combiotik 3 Groeimelk'. De inspecteur van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) had vastgesteld dat de term 'opvolgmelk' op het product misleidend was, omdat het product bedoeld is voor kinderen vanaf de twaalfde maand, terwijl opvolgmelk volgens de regelgeving alleen voor kinderen jonger dan twaalf maanden mag worden gebruikt. De eiseres voerde aan dat de benaming 'opvolgmelk' correct was, omdat het product geschikt is voor kinderen die de leeftijd van elf maanden hebben bereikt.

De rechtbank oordeelde dat de term 'opvolgmelk' in combinatie met de aanduiding 'vanaf de 12e maand' een onjuiste indruk kan wekken bij consumenten, die zouden kunnen denken dat het product ook geschikt is voor peuters. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet kon aantonen dat de benaming niet misleidend was en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep van de eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Zittingsplaats Dordrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 21/1367

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 september 2021 in de zaak tussen

[naam eiseres], te [vestigingsplaats eiseres], eiseres,

gemachtigde: mr. I.E.M. Verheijen,
en

de Minister voor Medische Zorg, verweerder,

gemachtigde: mr. D.W. Gerritsen.

Procesverloop

Bij besluit van 29 mei 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een boete opgelegd van € 525,-.
Bij besluit van 27 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juli 2021. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, vergezeld door [naam], bestuurder van eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Op 17 februari 2020 heeft een inspecteur van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een verpakking van het product HiPP Combiotik 3 Groeimelk (hierna: het product) bemonsterd. De inspecteur heeft de conclusies van zijn inspectie vastgelegd in een rapport van bevindingen van 26 maart 2020 (het rapport). Op basis daarvan heeft verweerder de bij het bestreden besluit gehandhaafde boete opgelegd.
2. Het bestreden besluit berust op verweerders standpunt dat de inspecteur heeft vastgesteld dat op het product de term ‘opvolgmelk
in combinatie met de voedselinformatie ‘vanaf de 12e maand’ en ‘HiPP 3 BIO Combiotik is bedoeld voor kinderen vanaf de 12e maand’ wordt gebruikt. De term ‘opvolgmelk’ is echter uitsluitend toegestaan voor opvolgzuigelingenvoeding bestemd voor zuigelingen; kinderen jonger dan 12 maanden. De term ‘opvolgmelk’ op het product is misleidend met betrekking tot de aard en de identiteit daarvan, omdat opvolgmelk bestemd is voor kinderen jonger dan 12 maanden, terwijl het product bestemd is voor kinderen vanaf de twaalfde maand. Daarmee is sprake van een overtreding van artikel 2, zesde lid, van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen, gelezen in samenhang met artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, van Verordening (EU) 1169/2011. Voor deze overtreding heeft verweerder eiseres een boete opgelegd van € 525,-.
3. Eiseres voert aan dat verweerder haar ten onrechte een boete heeft opgelegd omdat geen sprake is van misleidende voedselinformatie. Daartoe betoogt zij onder meer dat er geen enkel misverstand over kan bestaan dat met de vermelding ‘vanaf de 12e maand’ uitsluitend bedoeld kan zijn ‘na het bereiken van de volledige leeftijd van elf maanden’. Wanneer de voeding geschikt zou zijn voor kinderen vanaf één jaar dan zou er geen sprake meer zijn van opvolgmelk, terwijl het product wel volledig aan die kwalificatie voldoet. Ook is op het etiket duidelijk de doelgroep (zuigelingen) vermeld, aangezien het product, gelet op de receptuur, ook het meest geschikt is voor kinderen die de leeftijd van 11 maanden hebben bereikt, dus ‘vanaf de 12e maand’. Daarmee draagt het product terecht de benaming opvolgmelk. Voor de gemiddelde consument is het volgens haar dan ook volstrekt helder om wat voor soort product het gaat en voor welke doelgroep deze geschikt is.
4.1
Ingevolge artikel 2, tweede lid, aanhef en onder d, van Verordening (EU) 609/2013 is opvolgzuigelingenvoeding bestemd om door zuigelingen te worden genuttigd wanneer passende aanvullende voeding wordt gegeven en die het belangrijkste vloeibare bestanddeel vormen van de steeds gevarieerder wordende voeding van deze zuigelingen.
Op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a en b, van deze verordening zijn zuigelingen kinderen jonger dan twaalf maanden en zijn peuters kinderen tussen de één en drie jaar.
Op grond van artikel 5, tweede lid, en deel B van bijlage VI van Verordening (EU) 2016/127, wordt opvolgzuigelingenvoeding die volledig van koemelk is vervaardigd aangeduid met de naam ‘volledige zuigelingenvoeding op basis van melk’, ‘opvolgmelk’ of zuigelingenmelk’.
Op grond van artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, van Verordening (EU) 1169/2011 mag voedselinformatie niet misleidend zijn, met name niet ten aanzien van de kenmerken van het levensmiddel, en vooral niet ten aanzien van de aard, identiteit, eigenschappen, samenstelling, hoeveelheid, houdbaarheid, land van oorsprong of plaats van herkomst en wijze van vervaardiging of productie.
Op grond van artikel 2, zesde lid, van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen is het, voor zover hier van belang, verboden te handelen in strijd met de bij of krachtens artikel 7 van verordening (EU) 1169/2011 gestelde voorschriften.
4.2
In het rapport staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“Op het etiket van HiPP Combiotik 3 Groeimelk zag ik onder andere de volgende voedselinformatie:
Op de voorkant van de verpakking:
“Groeimelk” en “vanaf de 12e maand”.
Op de linker zijkant van de verpakking:
“(…) HiPP 3 BIO Combiotik Groeimelk kan wel vanaf de twaalfde maand onderdeel zijn van een gevarieerde voeding waarbij melk bij maaltijden (…) aangeboden wordt(…)”.
Op de rechterkant van de verpakking:
Boven de vermelding van de nettohoeveelheid in hetzelfde gezichtsveld:
-“Biologische opvolgmelk” (bijlage 1, 2 en 3).
Ingevolge het bepaalde in artikel 13, vijfde lid, van Verordening (EG) Nr. 1169/2011 betreffende voedselinformatie aan consumenten, moeten de in artikel 9, eerste lid, respectievelijk onder a en e, van Verordening (EG) Nr. 1169/2011, bedoelde verplichte vermeldingen, te weten de benaming van het levensmiddel en de nettohoeveelheid van het levensmiddel, in hetzelfde gezichtsveld staan.
Hieruit bleek mij dat de benaming van het levensmiddel "biologische opvolgmelk"
is.”
4.3
Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (Het Hof) van 13 januari 2000 (ECLI:EU:C:2000:8) in de zaak Estée Lauder Cosmetics GmbH & Co. OHG, volgt dat de nationale rechter bij de vraag of sprake is van een misleidende benaming de vermoedelijke verwachting van de gemiddelde geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument in aanmerking dient te nemen.
4.4
Partijen zijn het er over eens dat het product wat betreft samenstelling geschikt is voor kinderen jonger dan twaalf maanden en daarom terecht de naam ‘opvolgmelk’ draagt. De vraag is echter of verweerder zich terecht op het standpunt stelt dat bij consumenten de onterechte indruk kan worden gewekt dat het product ook bedoeld is voor peuters. Strikt taalkundig heeft eiseres gelijk dat ‘vanaf de 12e maand’ betekent ‘na het bereiken van de volledige leeftijd van elf maanden’. Dat zou echter betekenen dat het product, gelet op de naam ‘opvolgmelk’ alleen bedoeld is voor kinderen die de leeftijd van elf maanden wel maar die van twaalf maanden nog niet hebben bereikt. Duidelijk is dat eiseres haar product niet voor die zeer beperkte doelgroep op de markt brengt. Verder zal ook de gemiddelde consument de term ‘opvolgmelk’ in combinatie met de aanduiding ‘vanaf de 12e maand’ en de handelsnaam ‘Groeimelk’ niet zo opvatten. Daarbij is niet zonder belang dat het product deel uitmaakt van een serie producten, waarbij HiPP Combiotik 1 is bedoeld vanaf de geboorte, HiPP Combiotik 2 vanaf 6 maanden, het product vanaf de 12e maand en HiPP Combiotik 4 vanaf 2 jaar. Gelet hierop kan bij de gemiddelde consument de onjuiste indruk worden gewekt dat het product is bedoeld voor peuters, terwijl de samenstelling van het product is gericht op zuigelingen. Verweerder stelt zich daarom terecht op het standpunt dat op het product misleidende voedselinformatie is vermeld.
5. De beroepsgronden slagen niet. Het beroep is daarom ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Rop, rechter, in aanwezigheid van
mr. N.S.J. Letschert, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 1 september 2021.
De griffier en de rechter zijn verhinderd deze uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.