Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 8 maart 2021, met producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 3;
- het vonnis van 31 mei 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald en gelegenheid is geboden om een conclusie van antwoord in reconventie te nemen;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met productie 8;
- het proces-verbaal van de op 25 augustus 2021 gehouden mondelinge behandeling.
2..De vaststaande feiten
“Factuur 2020.075+2020.078+2020.079 Minus 480110-20”
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
- € 4.072,- aan hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over de met de facturen 2020.075, 2020.078, 2020.079 en 2020.080 in rekening gebrachte bedragen van € 1.460,-, € 1.168,-, € 1.460,- en € 1.168,- vanaf de data waarop Geveltech met de betaling daarvan in verzuim is geraakt tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 532,20 aan buitengerechtelijke incassokosten;