ECLI:NL:RBROT:2021:13414

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
23 februari 2022
Zaaknummer
8609273 CV EXPL 20-21253
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in civiele procedure met verzoek tot heroverweging en wijziging van eis

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 24 december 2021 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen twee besloten vennootschappen als eisers en een andere besloten vennootschap als gedaagde. De eisers, vertegenwoordigd door mr. M.F.H. van Delft en mr. M.J.I. Assink, hebben een vordering ingesteld tegen de gedaagde, waarbij zij betaling van verschillende bedragen vorderen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft in reconventie vorderingen ingesteld, waaronder een verklaring voor recht en nakoming van een overeenkomst.

In het tussenvonnis van 3 september 2021 zijn de vorderingen van eiser 1 afgewezen, terwijl de vordering van eiser 2 eveneens is afgewezen op basis van een geslaagd beroep van de gedaagde op opschorting en verrekening. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser 2 tekortgeschoten is in haar verplichtingen en dat zij mogelijk schade moet vergoeden aan de gedaagde. Eiser 2 heeft de mogelijkheid gekregen om tegenbewijs te leveren.

Eisers hebben verzocht om heroverweging van de eerdere beslissing, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat het oordeel van de kantonrechter een bindende eindbeslissing betreft. De rechtbank heeft ook de wijziging van de eis van eiser 1 afgewezen, terwijl de wijziging van de eis van eiser 2 is toegelaten. De zaak is verder verwezen naar een rolzitting voor het nemen van een akte door de gedaagde en het opgeven van verhinderdata door alle betrokkenen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8609273 CV EXPL 20-21253
uitspraak: 24 december 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiser 1],

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser 2].,
beide gevestigd te [vestigingsplaats eisers],
eisers in conventie,
gedaagden in reconventie,
gemachtigde: mr. M.F.H. van Delft,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde].,
gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. M.J.I. Assink.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘eisers’ (eisers gezamenlijk), ‘[eiser 1]’, ‘[eiser 2]’ (eiser 1, respectievelijk eiser 2) en ‘[gedaagde]’.

1..Het verdere verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 3 september 2021 en de daarin genoemde stukken;
de akte overlegging producties van [gedaagde];
de akte na tussenvonnis tevens houdende akte wijziging eis van eisers;
de akte van [gedaagde];
de antwoord-akte na tussenvonnis tevens akte uitlating producties van eiser.
De uitspraakdatum voor dit vonnis is nader bepaald op heden.

2..De vordering in conventie

2.1
Eisers vorderen – na voorwaardelijke wijziging van eis – om [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan [eiser 2]:
Primair:
1. de vordering van [eiser 1]:
a. de hoofdsom van € 15.441,68;
b. te vermeerderen met de wettelijke handelsrente berekend vanaf 30 dagen vanaf de respectievelijke factuurdata tot aan de dag der algehele voldoening;
c. tevens te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten van € 929,42;
2. de vordering van [eiser 2]:
a. de hoofdsom van € 3.175,04;
b. te vermeerderen met de wettelijke handelsrente berekend vanaf 30 dagen vanaf de respectievelijke factuurdatum tot aan de dag der algehele voldoening;
c. tevens te vermeerderen met primair de buitengerechtelijke incassokosten van € 442,50;
Subsidiair:
1. de vordering van [eiser 2]:
a. de hoofdsom van € 18.616,72;
b. te vermeerderen met de wettelijke handelsrente berekend vanaf 30 dagen vanaf de respectievelijke factuurdatum tot aan de dag der algehele voldoening;
c. tevens te vermeerderen met primair de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.371,92;
met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.

3..De vordering en het verweer in reconventie

3.1
[eiseres] vordert in reconventie bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
te verklaren voor recht ex artikel 3:302 BW dat eisers gehouden zijn tot nakoming van de in het lichaam van de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie beschreven overeenkomst leveringen tussen partijen;
eisers te veroordelen tot deugdelijke nakoming van de (levering van) producten, waarop de facturen in productie 2 en/of productie 3 zien, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag mochten eisers in gebreke blijven aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 20.000,-;
eisers hoofdelijk, zo dat de één betalend de anderen zijn bevrijd, te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten tot een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten tot een beloop van € 925,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een door de kantonrechter redelijk geachte termijn tot aan de dag van algehele voldoening;
eisers hoofdelijk – zo dat de één betalen de anderen zijn bevrijd – te veroordelen tot betaling aan [gedaagde] van de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet te vermeerderen met de wettelijke rente;
met veroordeling van eisers hoofdelijk – zo dat de één betalend de anderen zijn bevrijd – in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten.

4..De verdere beoordeling

Tussenvonnis
4.1
In het tussenvonnis van 3 september 2021 is samengevat het volgende besloten. De vorderingen van [eiser 1] en tegen [eiser 1] worden afgewezen. De vordering van [eiser 2] wordt afgewezen omdat [gedaagde] een geslaagd beroep kan doen op opschorting en verrekening. [eiser 2] is tegenover [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen en zij moet de eventueel door [gedaagde] geleden schade vergoeden. Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat de door [eiser 2] geleverde fusten bier ander bier bevatten dan op het logo stond vermeld. [eiser 2] mag hiervan tegenbewijs leveren. De eventuele schade zal in deze procedure worden vastgesteld en [gedaagde] dient die eventuele schade daarom nader te onderbouwen. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld de gestelde schade nader te onderbouwen. [eiser 2] is in de gelegenheid gesteld nadere bewijsstukken in te dienen dan wel de getuigen te noemen die zij wil horen.
Verzoek tot heroverweging
4.2
[eiser 1] en [eiser 2] verzoeken de kantonrechter om terug te komen op haar oordeel dat de vordering van [eiser 1] jegens [gedaagde] wordt afgewezen. Niet in geschil is dat het oordeel van de kantonrechter een bindende eindbeslissing betreft. De eisen van een goede procesorde brengen mee dat de rechter, aan wie is gebleken dat een eerdere door gegeven, maar niet in een einduitspraak vervatte eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaangaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing, teneinde te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen. [1] In dit geval ziet de kantonrechter geen aanleiding om terug te komen op haar oordeel. Het verzoek van [eiser 1] en [eiser 2] zal worden afgewezen.
Wijziging van eis
4.3
Ten aanzien van de wijziging van de eis van [eiser 1] verwijst de kantonrechter naar overweging 4.2. Nu [eiser 1] en [eiser 2] hun verzoek tot heroverweging ten aanzien van de vordering van [eiser 1] jegens [gedaagde] is afgewezen, is er ten aanzien van die eis onverminderd sprake van een eindbeslissing. Het is in dat geval niet langer mogelijk de eis te veranderen. Dit deel van de eiswijziging zal daarom worden afgewezen.
4.4
Ten aanzien van de wijziging van de eis van [eiser 2] is sprake van een eisvermeerdering. De eis van [eiser 2] wordt immers uitgebreid met het deel dat bij dagvaarding uitsluitend door [eiser 1] werd gevorderd. Gelet op het feit dat ten aanzien van deze eis er nog geen eindbeslissing is gewezen en gelet op het feit dat nergens uit blijkt dat de eiswijziging in strijd met de goede procesorde, zal de eiswijziging door de kantonrechter worden toegelaten. [gedaagde] wordt in de gelegenheid gesteld te reageren op de eiswijziging op de hieronder vermelde rolzitting.
Getuigenverhoor in reconventie
4.5
Ten aanzien van het getuigenbewijs waarmee eisers zijn belast, bieden zij aan de volgende getuigen te horen:
  • [naam 1]; en
  • [naam 2].
4.6
Gelet hierop zal de kantonrechter eisers in de gelegenheid stellen verhinderdata van alle betrokkenen voor de komende drie maanden op te geven op de hieronder vermelde rolzitting. Ook [gedaagde] wordt hiertoe in de gelegenheid gesteld.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
in conventie
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 18 januari 2022 om 13:30 uurvoor het nemen van een akte door [gedaagde] zoals vermeld in punt 4.4;
in reconventie
bepaalt dat eisers de verhinderdata van alle betrokkenen voor de komende drie maanden moeten opgeven;
bepaalt dat [eiseres] - indien gewenst – haar verhinderdata voor de komende drie maanden mag opgeven;
zowel in conventie als in reconventie
houdt iedere verdere beslissing in dit stadium van het geding aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44236

Voetnoten

1.Hoge Raad 25 april 2008, NJ 2008, 553.