ECLI:NL:RBROT:2021:13405

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2021
Publicatiedatum
21 februari 2022
Zaaknummer
9345667 VZ VERZ 21-12492
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen VETkanaal B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De procedure volgde op een geschil dat ontstond over de hoogte van het salaris en de ziekmelding van [verweerder] op 6 januari 2021. De bedrijfsarts adviseerde een mediationtraject, maar dit leidde niet tot een oplossing. In de maanden die volgden, heeft [verweerder] zich betrokken bij een vermeende lastercampagne tegen VETkanaal, waarbij hij collega’s benaderde om zich aan te sluiten bij een collectieve letselschadezaak. VETkanaal verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerder]. De kantonrechter oordeelde dat [verweerder] inderdaad ernstig verwijtbaar had gehandeld door de arbeidsverhoudingen te beschadigen en de situatie te verergeren in plaats van bij te dragen aan een oplossing. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 januari 2022, zonder toekenning van een billijke vergoeding aan [verweerder]. Tevens werd [verweerder] veroordeeld in de proceskosten van VETkanaal.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 9345667 VZ VERZ 21-12492
Uitspraak: 15 november 2021
Beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VETkanaal B.V.,gevestigd te Barendrecht,
verzoekster,
gemachtigde: mr. C.N. van den Heuvel.
tegen
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats verweerder] ,
verweerder,
gemachtigde: mr. A.T. Jansen-Bosch.
Partijen zullen hierna “Vetkanaal” en “ [verweerder] ” worden genoemd

1..De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, met producties;
  • het verweerschrift, met producties;
  • de door beide partijen nader toegezonden producties;
  • de door Vetkanaal ten behoeve van de mondelinge behandeling overgelegde pleitnotitie.
1.2
De mondelinge behandeling heeft op 25 oktober 2021 in aanwezigheid van partijen plaatsgevonden.

2..De feiten

2.1
[verweerder] is op 17 september 2018 bij VETkanaal in dienst getreden als Medewerker reiniging.
2.2
Tussen partijen is in 2020 een geschil ontstaan over - kort gezegd - de hoogte van het salaris. Over dit geschil loopt inmiddels een procedure bij de rechter.
2.3
Op 6 januari 2021 heeft [verweerder] zich ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft op 2 maart 2021 het volgende advies gegeven:
“Er lijkt voldoende mogelijkheden te zijn ontstaan om ten aanzien van de werksituatie het
volgende te melden. Conform (…) richtlijn arbeidsconflicten worden werkgever en betrokkene geadviseerd om binnen 4 weken op neutraal terrein een gesprek in het bijzijn van een extern Mediator aan te gaan waarbij de onderhavige geschil niet alleen besproken zal worden maar dit ook wordt opgelost. Van groot belang is om de impasse te doorbreken. In tussenliggende periode zal betrokkene zich richtten op het verder verbeteren van zijn belastbaarheid.”
2.4
Op 30 juni 2021 heeft de Arboarts het volgende advies gegeven:
“Betrokkene is in januari uitgevallen met klachten en beperkingen in zijn persoonlijk en sociaal functioneren. Er loopt nu een passende behandeling bij een specialistische behandelaar, waar hij nu wekelijks wordt gezien. Naast genoemde verzuimoorzaak spelen er ook klachten en beperkingen een rol van het bewegingsapparaat.
Door de mate van de beperkingen is er tijdelijk sprake van ongeschiktheid voor werk.
Ik heb vernomen dat het arbeidsconflict niet is opgelost, ondanks de inzet van een mediationtraject via een erkende mediator.
Indien er sprake is van een onoplosbaar conflict, dan adviseer ik u om re-integratie naar een andere werkgever vorm te gaan geven. Ik adviseer u hiervoor een re-integratiebedrijf in te schakelen. Betrokkene is geschikt om de eerste fase van een re-integratie 2e spoor traject te kunnen starten.”
2.5
Op 14 juli 2021 heeft [naam 1] , directeur van VETkanaal (hierna: ‘ [naam 1] ’), aangifte gedaan van smaad en laster. In zijn aangifte staat – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“Uit een gesprek met een huidige werknemer, [naam 2] , blijkt dat [verweerder] een ware hetze is gestart tegen VETkanaal BV. Sterker nog, hij heeft tegen [naam 2] gezegd dat het zijn doel is om VETkanaal BV kapot te maken. [naam 2] is door [verweerder] meerdere malen (…) benaderd om zich aan te sluiten bij een collectieve letselschade zaak die [verweerder] op dit moment aan het opzetten is in samenwerking met (ex)werknemers. Uit dit gesprek, dat grotendeels via Whatsapp berichten is gevoerd, is duidelijk op te maken dat [verweerder] sinds eind januari 2020 diverse ex- en huidige medewerkers heeft benaderd om zich bij deze collectieve zaken aan te sluiten. (…)
Zo wordt er onder meer geschreven in een mail aan de letselschade advocaat “ik ben via [verweerder] doorgestuurd” en “via een oud collega ([verweerder] ) heb ik te horen gekregen dat ik contact met u moest opnemen i.v.m. letselschade die ik heb opgelopen tijdens mijn loopbaan bij het bedrijf VETkanaal”. (…)
[verweerder] heeft tegen [naam 2] gezegd dat hij in ieder geval 7000 euro zou kunnen krijgen en dat het aanmelden helemaal gratis is. Iedereen kan zich aanmelden, ze hoeven niks te doen, alleen maar te zeggen dat ze ontvetter op hun huid hebben gehad. Wederom benadrukt [verweerder] in zijn gesprek met [naam 2] dat het zijn doel is om VETkanaal en mij kapot te maken. (…)
alles is terug te lezen in de bijgesloten printscreens van deze gesprekken. Hieruit blijkt dus duidelijk dat [verweerder] heel bewust een lastercampagne is gestart tegen mij en mijn bedrijf VETkanaal. In deze gesprekken probeert hij bewust onrust te veroorzaken binnen mijn bedrijf door tegen medewerker [naam 2] te zeggen dat [naam 3] mee doet en tegen [naam 3] te zeggen dat [naam 2] mee doet terwijl beide medewerkers hebben gezegd dat ze hier niets mee te maken willen hebben.”

3..Het geschil

3.1
Vetkanaal verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden primair op grond van verwijtbaar handelen, secundair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding en meer subsidiair op grond van omstandigheden die zodanig zijn dat van Vetkanaal redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
3.2
Vetkanaal heeft daarbij het volgende naar voren gebracht.
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de uitbetaling van loon aan [verweerder] . Dit geschil ligt echter niet aan het verzoek ten grondslag. [verweerder] blijkt initiatiefnemer van
een hetze tegen directeur [naam 1] en VETkanaal. Daarmee heeft hij zijn positie binnen VETkanaal onmogelijk gemaakt. Naast dat [verweerder] (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld en nog steeds op deze wijze handelt richting VETkanaal, heeft hij de arbeidsverhoudingen met zijn uitgedachte handels- en werkwijze inmiddels onherstelbaar beschadigd. Van VETkanaal kan onder deze omstandigheden op geen enkele wijze worden verlangd om de arbeidsovereenkomst nog langer voort te zetten.
3.3
[verweerder] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een billijke vergoeding van € 86.151,47 en de transitievergoeding van € 4.529,58. Verder verzoekt [verweerder] de kantonrechter rekening te houden met de fictieve opzegtermijn.
3.4
[verweerder] heeft daartoe – kort gezegd – aangevoerd dat Vetkanaal in haar visie op de gebeurtenissen onjuiste en onvolledige informatie geeft. Het is juist Vetkanaal die zich richting haar werknemers – zowel in het betalen van loon als in de wijze waarop arbeidsomstandigheden geborgd zijn – verwijtbaar heeft gedragen. Omdat [verweerder] over die onderdelen in discussie ging, wil Vetkanaal van hem af. VETkanaal stelt alles in het werk (waarschuwingen, opzetten van collega’s tegen [verweerder] en valse beschuldigingen) om voor [verweerder] een onwerkbare situatie te creëren.

4..De beoordeling

4.1
Partijen zijn het erover eens dat [verweerder] niet bij Vetkanaal kan terugkeren en gesteld noch gebleken is dat dit een gevolg is van de ziekte van [verweerder] . De arbeidsovereenkomst gaat daarom hoe dan ook ontbonden worden. De vraag is of die ontbinding gebeurt met of zonder toekenning van een transitie- en/of billijke vergoeding. Daarvoor is bepalend of een van partijen ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
4.2
Daarbij stelt de kantonrechter het volgende voorop. Partijen vervlechten deze ontbindingsprocedure met een al lopende procedure over vermeend achterstallig loon en een tussen partijen gerezen geschil omtrent letselschade. Dat is begrijpelijk, omdat het gedrag van partijen rondom die kwesties van belang is voor de vraag of ernstig verwijtbaar is gehandeld. Hetgeen partijen over de inhoud van die geschilpunten hebben gezegd, laat de kantonrechter evenwel buiten beschouwing; die vorderingen op zich hebben geen betrekking op de in deze procedure aan de orde zijnde vraag over beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
4.3
Duidelijk is wel dat de relatie tussen partijen onder druk is komen te staan als gevolg van de discussie over het loon. Op dat moment gingen partijen echter wel nog professioneel met elkaar om. Zij waren het niet met elkaar eens, hebben deskundigen ingeschakeld en besloten is de kwestie aan de rechter voor te leggen.
4.4
De fase die daarna aanbrak werd grimmiger. [verweerder] startte niet alleen voor zichzelf
– naast de loonvorderingsprocedure – een discussie rondom letselschade; hij benaderde collega’s en ex-collega’s met het bericht met het verzoek hetzelfde te doen. Hij haalde de groep bij elkaar in een groepsapp. Vervolgens initieerde hij nog een andere collectieve actie tegenover Vetkanaal; dit keer betrof het (kort gezegd) een loonvordering omdat Vetkanaal zich niet aan de cao zou houden. Omdat collectieve acties richting (ex-)werkgevers in juridische zin niet ongebruikelijk zijn, betekent dit nog niet dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het is het daarmee samenhangende gedrag van [verweerder] dat maakt dat naar het oordeel van de kantonrechter sprake is ernstig verwijtbaar handelen. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
4.5
In zijn contact met (ex-) collega’s is [verweerder] opruiend geweest. Hij heeft bepaalde collega’s en ex-collega’s benaderd met een bericht:
“ik heb goed nieuws voor jou”,en ze vervolgens voorgehouden
“ik zweer het je, je krijgt het meeste letsel geld.”en
“jij en [naam 3] de meeste gaan slepen”,voorzien van lachende emoji’s
.Hij stuurt screenshots met letselschadebedragen van € 76.000,-. Een collega verklaart dat [verweerder] heeft verklaard dat hij Vetkanaal kapot wil maken. [verweerder] betwist dit, maar de kantonrechter ziet niet in waarom een collega daarover zou liegen. Bovendien past die houding en terminologie bij de overige contacten die [verweerder] met de (ex-)collega’s onderhield. Bij de start van de appgroep schrijft hij “hier we go”. In zijn voorstel voor nog een extra collectieve actie spreekt hij over “gestolen geld”. De appgroep wordt door hem “VET anaal 2021” genoemd. Als afbeelding van de groep wordt een foto van [naam 1] gebruikt, waarna expliciet wordt ingezoomd op de scheve tand van de directeur [naam 1] . [verweerder] wijst erop dat de groepsnaam een ‘running gag’ binnen de organisatie was en dat hij niet degene is die de foto van de groep heeft gewijzigd. Door die naam te kiezen en te spreken over
“hier we go”heeft [verweerder] wel het initiatief genomen tot en bijgedragen aan de betreffende sfeer.
4.6
[verweerder] heeft dit gedrag getoond in een fase waarin hij was ziekgemeld en waarin de arbeidsdeskundige had aangegeven dat de inzet moest zijn dat het conflict zou worden opgelost. Door niet aan de oplossing van het conflict bij te dragen maar – met dit gedrag – de verhoudingen juist verder op scherp te zetten, heeft [verweerder] ernstig verwijtbaar gehandeld.
4.7
De arbeidsovereenkomst wordt daarom ontbonden, zonder toekenning van een vergoeding. De kantonrechter zal bij het bepalen van de einddatum uitgaan van de hoofdregel aangezien Vetkanaal niet heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden. De arbeidsovereenkomst wordt dan ook per 1 januari 2022 ontbonden.
4.8
De kantonrechter ziet geen reden om aan [verweerder] een billijke vergoeding toe te kennen. Een billijke vergoeding kan worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. In dit geval is de ontbinding juist het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van de zijde van [verweerder] .
4.9
[verweerder] , zal als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

5..De beslissing

De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 januari 2022;
veroordeelt [verweerder] tot betaling van de proceskosten aan Vetkanaal, die de kantonrechter aan de kant van Vetkanaal tot en met vandaag vaststelt op € 126,- aan griffierecht en op € 747,00 aan gemachtigdensalaris;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.K. Rapmund kantonrechter, en heden in het openbaar uitgesproken.
527