Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10/281944-20
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde, met uitzondering van het onderdeel ‘al dan niet met een boksbeugel, althans een hard voorwerp’;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
nietworden opgelegd, gelet op hetgeen de raadsman daarover heeft aangevoerd.
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
60 (zestig) dagen;
€ 5.390,- (zegge: vijfduizend driehonderdnegentig euro), bestaande uit € 2.890,- aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;