Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam],
Kias Vastgoedzorg B.V.,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 10 december 2021, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door mr. M. Leung, en Kias Vastgoedzorg B.V. De eiser vorderde betaling van een bedrag van € 1.633,64 van Kias, dat voortkwam uit een overeenkomst van aanneming van werk voor de montage van een keuken. Kias had een deel van het bedrag, € 661,50, al voldaan, maar weigerde het resterende bedrag te betalen, met als argument dat de werkzaamheden niet deugdelijk waren uitgevoerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Kias niet voldoende onderbouwd heeft aangetoond dat [eiser] zijn verplichtingen niet is nagekomen. Kias had aangevoerd dat de wasbak niet waterdicht was afgesloten, wat leidde tot schade aan het aanrechtblad. Echter, de rechter oordeelde dat Kias niet kon bewijzen dat de schade het gevolg was van een tekortkoming van [eiser]. Bovendien was het argument van Kias over de montage van het aanrechtblad niet overtuigend, aangezien [eiser] had aangetoond dat er een afspraak was gemaakt over de toevoeging van een aparte strook.
De rechter oordeelde dat Kias in gebreke was gebleven met de betaling van het resterende bedrag en dat de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten aan [eiser] moesten worden toegewezen. Uiteindelijk werd Kias veroordeeld tot betaling van € 882,05, vermeerderd met wettelijke rente, en werd Kias ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Kias aan de veroordeling moest voldoen, ook als zij in hoger beroep zou gaan.