ECLI:NL:RBROT:2021:13391

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 november 2021
Publicatiedatum
14 februari 2022
Zaaknummer
C/10/625654 / KG ZA 21-805
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over nakoming reserveringsovereenkomst voor woning in SAWA-project te Rotterdam

In deze zaak heeft eiser, [naam eiser], een kort geding aangespannen tegen Sawa VOF, Lloydblok F B.V. en Era Contour B.V. (gezamenlijk aangeduid als Sawa c.s.) over de nakoming van een reserveringsovereenkomst voor een woning in het SAWA-project in Rotterdam. De reserveringsovereenkomst, gesloten op 21 december 2020, gaf eiser het recht om een woning te reserveren, maar de overeenkomst is op 21 juni 2021 geëindigd zonder dat Sawa c.s. een koop- en aannemingsovereenkomst had voorgelegd. Eiser vorderde dat Sawa c.s. de koop- en aannemingsovereenkomst zou voorleggen tegen de eerder overeengekomen prijs van € 575.000,00, en dat Sawa c.s. een dwangsom zou betalen voor elke dag dat zij in gebreke bleven. Sawa c.s. voerde verweer en stelde dat zij niet in gebreke waren gebleven, omdat de reserveringsovereenkomst door tijdsverloop was geëindigd en er geen verplichting bestond om een koopovereenkomst voor te leggen zolang het project niet financieel haalbaar was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet voldoende waarschijnlijk was dat de vordering van eiser in een bodemprocedure zou worden toegewezen, en wees de vorderingen van eiser af. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van Sawa c.s.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/625654 / KG ZA 21-805
Vonnis in kort geding van 2 november 2021
in de zaak van
[naam eiser],
wonende te [woonplaats eiser],
eiser,
advocaat mr. C.J.M. Stubenrouch te Rotterdam,
tegen
1. de vennootschap onder firma
SAWA VOF,
gevestigd te Zoetermeer,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LLOYDBLOK F B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ERA CONTOUR B.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
gedaagden,
advocaat mr. M.P. van Leeuwen te Rotterdam.
Partijen worden hierna [naam eiser] en Sawa c.s. (gezamenlijk) en Sawa Vof, Lloydblok F en Era Contour (afzonderlijk) genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 september 2021, met producties;
  • de akte houdende overlegging producties van 14 oktober 2021 van mr. Van Leeuwen;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 18 oktober 2021;
  • de pleitnota van mr. Stubenrouch;
  • de pleitnota van mr. Van Leeuwen.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
Lloydblok F en Era Contour zijn beherend vennoten van Sawa Vof.
2.2.
Het project SAWA betreft een experiment in Rotterdam waarbij de eerste hoogbouwtoren bijna volledig van hout wordt gebouwd. In SAWA komen 109 woningen, waarvan 59 koopwoningen. De hoogbouwtoren is circulair en ondersteunt de biodiversiteit van Rotterdam. SAWA heeft pioniers bij het project betrokken omdat zij wilde weten of er voor een experimenteel project als SAWA een (kopers)markt is. SAWA wilde daarnaast weten wat potentiële kopers in de huidige markt daarbij belangrijk vinden. Om die reden konden kopers zich melden voor een reservering van de eerst zes koopwoningen in SAWA. [naam eiser] heeft zich gemeld en is geselecteerd als één van de zes pioniers.
2.3.
In het kader van het SAWA project hebben partijen op 21 december 2020 een reserveringsovereenkomst gesloten. In de reserveringsovereenkomst zijn partijen voor zover van belang het volgende overeengekomen:
“(…)
-
SAWA VOF heeft met deze reserveringsovereenkomst de bedoeling om Verkrijger de gelegenheid te bieden om in een vroeg stadium van het ontwikkelproces van SAWA een woning in SAWA te reserveren. Verkrijger verzekert zich (onder de Opschortende Voorwaarden) van de gereserveerde woning en Verkoper heeft de mogelijkheid om Verkrijger te vragen naar zijn mening over nog te maken keuzes gedurende het ontwikkelproces van Voorlopig Ontwerp naar Definitief Ontwerp;

1..Reservering

Verkrijger verklaart bij Verkoper te hebben gereserveerd, hetgeen Verkoper bij deze voor Verkrijger gereserveerd houdt: het nog verder te ontwikkelen appartement met bijbehorende aandeel in de kavel/de gemeenschap in het nog verder te ontwikkelen en nog te realiseren project “SAWA” te Rotterdam, aangeduid met bouwnummer 4.01 (…) (hierna: “de Woning”).

2..Duur reservering en sluiten koopovereenkomst en aannemingsovereenkomst

De reserveringsovereenkomst is voor de duur van 6 maanden, waarbij Verkoper en Verkrijger de mogelijkheid hebben om de duur van de reserveringsovereenkomst schriftelijk te verlengen. De Verkoper zal binnen een periode van 6 maanden na volledige ondertekening van de reserveringsovereenkomst de Verkrijger een koopovereenkomst en een aannemingsovereenkomst voorleggen. De Verkrijger verplicht zich gedurende een periode van maximaal 6 maanden na volledige ondertekening van deze reserveringsovereenkomst op eerste verzoek van de Verkoper zijn/haar medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een separate koopovereenkomst met Verkoper en een separate aannemingsovereenkomst met aannemer ERA Contour B.V. voor de koop respectievelijk de realisatie van de Woning met de woonwensen van zijn of haar keuze. De koopovereenkomst en de aannemingsovereenkomst zullen onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn.
(…)
De ‘koop-aanneemsom’ bedraagt EUR 575.000,- (zegge: vijfhonderdvijfenzeventigduizend euro) v.o.n. inclusief 21% BTW (…).

3..Reserveringsvergoeding

Binnen zeven dagen na volledige ondertekening van deze reserveringsovereenkomst dient door Verkrijger de Reserveringsvergoeding te worden gestort ten gunste van Verkoper (…).

De Reserveringsvergoeding bedraagt: € 1.500,- (zegge: eenduizendvijfhonderd euro) incl. BTW (…). Indien Verkrijger de Reserveringsvergoeding niet tijdig binnen de hiervoor vermelde termijn heeft gestort op voornoemde rekening, heeft Verkoper per direct het recht deze reserveringsovereenkomst te ontbinden. (…)

5..Opschortende Voorwaarden in de koop- en de aannemingsovereenkomst

Verkoper wil Verkrijger er hierbij nadrukkelijk van op de hoogte stellen dat de koop- en de aannemingsovereenkomst zullen worden aangegaan onder de Opschortende Voorwaarden. Indien gedurende de looptijd van deze reserveringsovereenkomst of ná het sluiten van de definitieve koop- en aannemingsovereenkomsten tussen Verkrijger en Verkoper respectievelijk Verkrijger en aannemer in ieder geval wegens het niet (tijdig) in vervulling gaan van ten minste één van de Opschortende Voorwaarden het project SAWA – waar de Woning deel van uitmaakt – geen doorgang kan vinden, dan zullen deze reserveringsovereenkomst en de koop- en de aannemingsovereenkomst automatisch worden ontbonden c.q. niet tot stand komen. slechts in zodanig geval zal Verkrijger de betaalde Reserveringsvergoeding volledig van Verkoper retour ontvangen. Na retour ontvangst van de Reserveringsvergoeding op grond van het bepaalde in de vorige zin door Verkrijger, zijn Partijen vervolgens over en weer geen enkele vergoeding en/of kosten terzake het ontbinden van enige overeenkomst met betrekking tot de Woning of anderszins verschuldigd. (…)

9..Bekendheid met de inhoud van de reserveringsovereenkomst

Verkrijger verklaart dat hij vóórdat hij deze reserveringsovereenkomst ondertekent heeft, kennis heeft genomen van de bepalingen van deze overeenkomst en bijbehorende bijlagen en zodanige informatie van Verkoper heeft ontvangen dat de inhoud en gevolgen van het aangaan van deze reserveringsovereenkomst hem voldoende voor ogen staan, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 van deze reserveringsovereenkomst. (…)

11..Disclaimer

Wijzingen voorbehouden. Het project SAWA is nog volop in ontwikkeling. Veel zaken staan nog niet vast. Dit houdt in dat er nog substantiële zaken kunnen wijzigen in ontwerp, grootte, hoogte, materiaalgebruik en meer. Door ondertekening van deze overeenkomst verklaart Verkrijger hiermee uitdrukkelijk bekend te zijn en dat hij aan de verstrekte verkoopinformatie, waaronder het ontwerp, beeldmateriaal, het materiaalgebruik, de plattegronden, de beschrijving van de woning en de woningspecificaties geen rechten kan ontlenen. Indien het project en/of de gereserveerde Woning dermate aan wijzigingen onderhevig is / zijn dat het uiteindelijk niet meer aan de koop- en/of de aannemingsovereenkomst beantwoord en nakoming van – één van – beide overeenkomsten mitsdien niet langer gerechtvaardigd is, treden partijen onverwijld met elkaar in overleg, bij welk overleg ze rekening dienen te houden met elkaars gerechtvaardigde belangen.

12.. Geheimhouding

1.
Verkrijger zal zorgdragen voor geheimhouding van alle in het kader van deze overeenkomst verstrekte Vertrouwelijke informatie.
2.
Het is Verkrijger niet toegestaan op enigerlei wijze aan Derden, direct of indirect, in welke vorm dan ook en op welke wijze dan ook, enige mededeling of openbaarmaking te doen van/over Vertrouwelijke informatie, tenzij sprake is van Derden die als adviseur betrokken zijn bij het verkrijgen van de woning.
3.
Indien Vertrouwelijke informatie met inachtneming van lid 2, aan Derden wordt verstrekt zorgt de Verkrijger die aan de Derden de Vertrouwelijke informatie verstrekt ervoor dat deze Derden een geheimhoudingsverplichting opgelegd krijgen die ten minste dezelfde bepalingen bevat als deze geheimhouding. Adviseur zal de nodige maatregelen treffen om deze geheimhouding te garanderen. (…)”
2.4.
De in de reserveringsovereenkomst genoemde zes maanden zijn op 21 juni 2021 verstreken zonder dat Sawa c.s. een koop- en aannemingsovereenkomst ter ondertekening aan [naam eiser] heeft voorgelegd.
2.5.
Bij brief van 25 juni 2021 heeft Sawa c.s. aan [naam eiser] te kennen gegeven dat de looptijd van de reserveringsovereenkomst is verstreken, waardoor de reserveringsovereenkomst is geëindigd. In de brief staat voor zover van belang het volgende:
“(…) Als pionier bent u vanaf het begin nauw betrokken bij het ontwikkelproces en ervaart u van dichtbij de complexiteit van dit uitdagende project. Zo hebben we in ons overleg van 28 april 2021 aangegeven dat SAWA vanwege de stijgende bouwkosten niet haalbaar is en dat verschillende mogelijkheden worden onderzocht om het project alsnog haalbaar te krijgen. Tijdens het overleg op 15 juni 2021 hebben we u vervolgens helaas moeten meedelen dat dit ook betekent dat de koop- en aanneemsom (zoals opgenomen in de reserveringsovereenkomst) vanwege de stijgende bouwkosten en omwille van de haalbaarheid van het project moet worden verhoogd.
Voornoemde, niet voorziene, stijging van de bouwkosten maakt niet alleen dat tot op heden onzeker is of het project SAWA überhaupt doorgang kan vinden, maar maakt ook dat wij u binnen de looptijd van de reserveringsovereenkomst geen koop- en aanneemovereenkomst hebben voorgelegd en ook niet hebben kunnen voorleggen. Doordat de looptijd van de reserveringsovereenkomst inmiddels is verstreken is de reserveringsovereenkomst geëindigd. (…)
Als u nog steeds enthousiast bent dan dienen wij een nieuwe reserveringsovereenkomst aan te gaan. omdat wij op dit moment nog niet kunnen aangeven wat de nieuwe koop-aanneemsom exact wordt, zal in deze nieuwe reserveringsovereenkomst moeten worden opgenomen dat de koop-aanneemsom nader door ons zal worden vastgesteld. De nieuwe koop-aanneemsom zal op hetzelfde prijsniveau worden gebracht als de prijzen van de andere te verkopen appartementen in SAWA, rekening houdend met het type woning en de verdiepingshoogte. (…)
Indien u geen nieuwe reserveringsovereenkomst wenst aan te gaan voor het eerder door u gereserveerde appartement dan zijn wij bereid om de door u betaalde reserveringsvergoeding van € 1.500,- aan u te retourneren. Mocht u willen opteren voor een reserveringsovereenkomst voor een ander appartement in SAWA dan is dat ook mogelijk (mits beschikbaar) onder dezelfde conditie als hiervoor genoemd, inhoudende dat de koop-aanneemsom later wordt vastgesteld. (…)”
2.6.
Op 7 juli 2021 heeft er een overleg plaatsgevonden tussen partijen, waarbij Sawa c.s. de ontstane situatie met betrekking tot de niet voorziene stijging van de bouwkosten en de noodzaak tot het aanpassen van de in de vervallen reserveringsovereenkomsten genoemde koop-aanneemsommen nader heeft toegelicht. Aan [naam eiser] is tijdens dit overleg medegedeeld dat de noodzakelijke stijging van de koop-aanneemsom circa 10-25% bedraagt en dat de exacte hoogte van de koop-aanneemsom niet te geven is vanwege de onzekerheden die bestaan omtrent de prijsstijgingen.
2.7.
Bij brief van 16 juli 2021 hebben Sawa c.s. aan [naam eiser] bericht dat zij bereid zijn om aan [naam eiser], als pionier, een korting te geven op een nader door hen vast te stellen koop-aanneemsom van €15.000,00. In de brief is voor zover van belang nog het volgende opgenomen:
“(…)Daarnaast stelt u in uw reactie dat wij (SAWA VOF) in gebreke zijn gebleven en stelt u een schriftelijke verlenging van de eerder gesloten reserveringsovereenkomst voor en wel zonder inhoudelijke wijziging.
Wij betwisten dat wij in gebreke zijn c.q. tekort zijn geschoten in de nakoming van enige verplichting uit de reserveringsovereenkomst. Wij zijn het met u eens dat in de reserveringsovereenkomst is bepaald dat wij, binnen 6 maanden na volledige ondertekening van de reserveringsovereenkomst, aan u als verkrijger een koop-aanneemovereenkomst dienen voor te leggen. Het enkele feit dat wij dat niet hebben gedaan, betekent echter geenszins dat wij (toerekenbaar) tekort zijn geschoten in de nakoming van de reserveringsovereenkomst (in gebreke zijn). (…)
Gelet op de aard van een reserveringsovereenkomst in het algemeen en het bepaalde in de gesloten reserveringsovereenkomst in het bijzonder, was er onder de reserveringsovereenkomst slechts de verplichting om koop-aanneemovereenkomsten voor te leggen op het moment dat binnen de looptijd van de reserveringsovereenkomst reeds duidelijk was dat het project SAWA haalbaar is.(…)
Gelet op het voorgaande kunnen wij dan ook niet voldoen aan uw verzoek tot het verlengen van de reserveringsovereenkomst zonder deze inhoudelijk te wijzigen. Voor de goede orde: verlenging van de reserveringsovereenkomst is naar ons oordeel niet mogelijk. De reserveringsovereenkomst is immers van rechtswege op 22 juni 2021 geëindigd. Verlenging van een niet (meer) bestaande overeenkomst is niet mogelijk. (…)”
2.8.
Bij brief van 2 augustus 2021 heeft mr. Stubenrouch, mede namens [naam eiser], aan Sawa c.s. onder meer het volgende bericht:
“(…) U heeft als terzake deskundige partij geen enkel voorbehoud gemaakt ten aanzien van verhoging bouwkosten in relatie tot de koop- en aanneemsom of wat dan ook en mijn cliënten mochten erop vertrouwen dat de koop-aanneemsom vaststond en dat zij een overeenkomst tegemoet konden zien. (…)
Ook het feit dat de vermelde termijn in de reserveringsovereenkomst inmiddels verlopen is doet daar niet aan af. U had cliënten tijdig de koop-aanneemsom voor het overeengekomen bedrag moeten presenteren. Door dat niet te doen pleegt u wanprestatie. Nogmaals, er is geen sprake van ontbindende voorwaarden, hooguit van opschortende voorwaarden. (…)
Het door u gedane – eenzijdig – aanbod in uw brief van 16 juli 2021 is voor cliënten onbespreekbaar. Zij houden vast aan het met hen overeengekomen bedrag voor wat betreft de koop-aanneemsom en ik verzoek u dan ook te bevestigen dat zij alsnog voor dat bedrag de koop-aannemingsovereenkomst voorgelegd zullen krijgen. (…)”
2.9.
Bij brief van 6 augustus 2021 heeft mr. Van Leeuwen namens Sawa c.s. aan mr. Stubenrouch bericht dat zij niet zullen voldoen aan het verzoek en de sommatie zoals verwoord in de brief van mr. Stubenrouch van 2 augustus 2021.

3..Het geschil

3.1.
[naam eiser] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Sawa c.s. te veroordelen om de met [naam eiser] overeengekomen koop-/aannemingssom voor het met eiser afzonderlijk overeengekomen bedrag als bedoeld in randnummer 2 na te komen door hem voor dat bedrag een koop-/aannemingsovereenkomst ter tekening voor te leggen onder de voorwaarde dat het project SAWA doorgang vindt;
Sawa c.s. te veroordelen tot betaling van een dwangsom aan ieder der eisers van € 2.500,00 per dag dat Sawa c.s. hen binnen vijf dagen na betekening van het vonnis geen koop-/aanneemsom hebben voorgelegd voor de met eisers afgesproken en vastgelegde bedragen, welke koop-/aanneemsom eerst verschuldigd is bij het doorgang vinden van het project SAWA;
Sawa c.s. te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding, salaris advocaat daaronder begrepen.
3.2.
Sawa c.s. voert verweer dat strekt tot niet-ontvankelijkheid van [naam eiser] in zijn vorderingen, dan wel tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van [naam eiser] in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Vooropgesteld wordt dat in kort geding dient te worden beoordeeld of het in zodanige hoge mate te verwachten is dat een vordering ook in de bodemprocedure zal worden toegewezen dat het verantwoord is daar bij wijze van voorziening bij voorraad op vooruit te lopen.
4.2.
Tussen partijen staat vast dat de termijn van zes maanden waarvoor de reserveringsovereenkomst gold op 21 juni 2021 is verstreken en dat Sawa c.s. (binnen die termijn) geen koop- en aanneemovereenkomst met een vaste koop-aanneemsom van
€ 575.000,00 aan [naam eiser] heeft voorgelegd. [naam eiser] stelt zich op het standpunt dat Sawa c.s. daarmee is tekortgeschoten in de nakoming van de reserveringsovereenkomst en wanprestatie heeft gepleegd. Sawa c.s. stelt zich op het standpunt dat zij onder de reserveringsovereenkomst niet onvoorwaardelijk de verplichting had om een koop-en aanneemovereenkomsten met een koop-aanneemsom zoals vermeld in de reserveringsovereenkomst voor te leggen. Die verplichting bestond pas op het moment dat gedurende de looptijd van de overeenkomst duidelijk zou zijn dat het project (financieel) haalbaar zou zijn en het project voldoende ver zou zijn ontwikkeld, aldus Sawa c.s.
4.3.
Uit de wederzijdse standpunten blijkt dat partijen artikel 2 van de reserveringsovereenkomst en in het bijzonder de zin ‘
De Verkoper zal binnen een periode van 6 maanden na volledige ondertekening van de reserveringsovereenkomst de Verkrijger een koopovereenkomst en een aannemingsovereenkomst voorleggen.’elk in verschillende zin hebben opgevat. Ter beantwoording van de vraag welke opvatting de juiste is, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan artikel 2 van de reserveringsovereenkomst en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Aan [naam eiser] kan worden toegegeven dat de taalkundige uitleg van artikel 2 van de reserveringsovereenkomst van groot belang is. Doorslaggevend is de tekst echter niet. Naast de zuiver taalkundige uitleg blijft van belang hetgeen partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.4.
[naam eiser] heeft gesteld dat hij ervan mocht uitgaan dat de reserveringsovereenkomst stilzwijgend was verlengd en dat Sawa c.s. de reserveringsovereenkomst niet eenzijdig mocht opzeggen. Nu Sawa c.s. als professionele partij geen enkel voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van verhoging van de bouwkosten in relatie tot de koop-aanneemsom in de reserveringsovereenkomst mocht [naam eiser] er bovendien op vertrouwen dat er definitieve overeenstemming was bereikt over de koop-aanneemsom en dat deze vaststond.
4.5.
Sawa c.s. heeft zich op het standpunt gesteld dat de reserveringsovereenkomst door zuiver tijdsverloop is geëindigd, waardoor [naam eiser] geen aanspraak meer kan maken op het voorleggen van een koop- en aanneemovereenkomst met een koop-aanneemsom van
€ 575.000,00. Sawa c.s. en [naam eiser] hebben beiden geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de reserveringsovereenkomst schriftelijk te verlengen en [naam eiser] heeft er niet (gerechtvaardigd) op mogen vertrouwen dat de reserveringsovereenkomst stilzwijgend verlengd zou worden. Voor [naam eiser] was bovendien ruim voorafgaand aan het verstrijken van de termijn van de reserveringsovereenkomst duidelijk dat deze niet verlengd kon worden, althans niet onder dezelfde voorwaarden in verband met de prijsstijgingen waarmee Sawa c.s. geconfronteerd werd. Partijen wisten al binnen de looptijd van de reserveringsovereenkomst, in ieder geval op 28 april 2021, dat het project SAWA financieel niet haalbaar was. In dit licht bestond voor Sawa c.s. niet de verplichting om op grond van de reserveringsovereenkomst een koop-aanneemovereenkomst aan [naam eiser] voor te leggen en kon [naam eiser] dat ook niet van haar verwachten.
4.6.
De stellingen van partijen staan lijnrecht tegenover elkaar. Er zijn argumenten die pleiten ten voordele van [naam eiser], maar er zijn ook argumenten die pleiten ten voordele van Sawa c.s. Voor de vaststelling van de betekenis die partijen over en weer mochten toekennen aan de inhoud van de reserveringsovereenkomst zal derhalve uitgebreider onderzoek naar feiten en waarschijnlijk ook bewijslevering, bijvoorbeeld door middel van het horen van getuigen, nodig zijn: van belang zou kunnen zijn al hetgeen tussen partijen gedurende de looptijd van de reserveringsovereenkomst is besproken. Het vereiste onderzoek gaat daarmee het beperkte kader van dit kort geding te buiten, waardoor de vorderingen reeds om die reden moeten worden afgewezen.
4.7.
Voor zover de redenering van [naam eiser] zou worden gevolgd en sprake zou zijn van een tekortkoming in de nakoming van de reserveringsovereenkomst aan de zijde van Sawa c.s. door het niet voorleggen van een koop- en aanneemovereenkomst binnen de termijn van zes maanden dan impliceert dat vooralsnog niet zonder meer dat [naam eiser] van Sawa c.s. kan vorderen dat zij een koop- en aanneemovereenkomst met de in de reserveringsovereenkomst genoemde koop-aanneemsom met [naam eiser] moet sluiten. Indien er sprake is van tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst heeft de crediteur weliswaar de keuze tussen nakoming of schadevergoeding, maar geheel vrij in zijn keuze is hij niet. Een crediteur is daarbij gebonden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, waarbij de belangen van de wederpartij een rol spelen. Gelet op de door Sawa c.s. gestelde belangen – in het bijzonder met betrekking tot de uiteindelijke haalbaarheid van het SAWA project – is niet uitgesloten dat slechts schadevergoeding kan worden toegewezen. Ook deze vraag dient in een bodemprocedure te worden beantwoord. Slotsom van dit een en ander is dat het op voorhand onvoldoende duidelijk is dat de vordering van [naam eiser] in een bodemprocedure zal worden toegewezen zodat de voorzieningenrechter het niet verantwoord acht om daar op vooruit te lopen. De vorderingen worden dus afgewezen.
4.8.
[naam eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Sawa c.s. worden begroot op:
- griffierecht € 667,00
- salaris advocaat
€ 1.016,00
Totaal € 1.683,00
4.9.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [naam eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Sawa c.s. tot op heden begroot op € 1.683,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [naam eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [naam eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes. Het is ondertekend door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2021.
2180/676