Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1],
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 1 juni 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het vonnis van 16 augustus 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte wijziging grondslagen van eis van [eisers].
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
in conventie– gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- te verklaren voor recht dat [eisers] de overeenkomst met [gedaagde] rechtsgeldig hebben ontbonden, althans de overeenkomst te ontbinden;
- [gedaagde] te veroordelen aan hen te betalen € 18.470,70 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2021 tot het moment van algehele voldoening, en € 959,70 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening; en
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
“het vormgeven van het interieur van de woning van [eisers] en het ‘materialiseren’ van het interieur vanuit de ‘woongedachten, gebruikswijze en voorkeur voor stijl en materialen’ van [eisers]”.[gedaagde] heeft op basis van de offerte van 18 juni 2020 (zie 2.2) gordijnstoffen aan [eisers] geleverd. Montage en levering van de gordijnen heeft plaatsgevonden door [naam bedrijf]. Deze derde partij is door [gedaagde] ingeschakeld en heeft te gelden als een hulppersoon in de zin van artikel 6:76 BW.
in reconventie– gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- primair[verweerders] hoofdelijk, des dat de één betalend de andere zal zijn bevrijd, te veroordelen aan [eiseres] te betalen € 1.995,- aan hoofdsom, dan wel;
- subsidiairhen te veroordelen om het vloerkleed binnen twee dagen na de datum van het vonnis aan haar af te geven, met veroordeling van [verweerders] om aan [eiseres] te betalen een – in goede justitie te bepalen – vergoeding voor het gebruik en de afschrijving van het vloerkleed;
- met, eveneens hoofdelijk, veroordeling van [verweerders] in de proceskosten.
4..De beoordeling
- de offerte van [gedaagde] van 8 augustus 2019 (zie r.o. 2.1) vermeldt onder punt 5 slechts dat [gedaagde] aan [eisers]
- [naam bedrijf] heeft een eigen offerte opgesteld (productie 4 bij dagvaarding);
- de offerte van [naam bedrijf] is weliswaar via [gedaagde] aan [eisers] toegestuurd, maar in haar e-mail van 23 juni 2020 (productie 5 bij dagvaarding) vraagt [gedaagde] aan [eisers] of zij de stoffeerder akkoord kan geven op
- [naam bedrijf] heeft zelf de aanbetaling van € 2.871,38 rechtstreeks aan [eisers] gefactureerd en dit bedrag is door hen ook rechtstreeks aan [naam bedrijf] betaald.