Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
t.h.o.d.n. [handelsnaam],
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 9 juli 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van voorwaardelijke eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met productie;
- het tussenvonnis van 4 oktober 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de separaat ingediende producties zijdens [gedaagde];
- de separaat ingediende productie zijdens [eiseres];
- de pleitaantekeningen van [eiseres].
2..De vaststaande feiten
IN AANMERKING NEMENDE
dat de Stichting zich ten doel stelt het verstrekken van huisvesting aan studenten, ingeschreven aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, die aldaar een volledig dagstudieprogramma volgen;
dat de Stichting haar doelstelling slechts kan verwezenlijken, indien de bewoners van de door haar ter beschikking gestelde woonruimten, met die doelstelling instemmen en zich verplichten om, zodra zij niet meer aan de hiervoor gegeven omschrijving voldoen, de gehuurde ruimte te ontruimen;
dat huurder met de voornoemde doelstelling instemt en zich verplicht om, zodra hij niet meer voldoet aan de hiervoor gegeven omschrijving, de gehuurde ruimte te ontruimen;”
3..Het geschil in conventie
4..Het geschil in reconventie
5..De beoordeling
dringendeigen gebruik in de zin van artikel 7:274 lid 1 onder c BW. Beoordeeld dient aldus te worden of [eiseres] het gehuurde zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik dat, de belangen van beide partijen naar billijkheid in aanmerking genomen, van [eiseres] niet kan worden gevergd dat zij de huurovereenkomst verlengt. Ten aanzien van de belangenafweging die in dit kader dient plaats te vinden overweegt de kantonrechter als volgt.
€ 187,00).