In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van de zorgregeling voor een minderjarige. De vrouw heeft een verzoek ingediend tot wijziging van de bestaande zorgregeling, die oorspronkelijk was vastgesteld bij beschikking van 23 februari 2018. De man heeft een zelfstandig verzoek ingediend om de zorgregeling te wijzigen in die zin dat de minderjarige om de week van vrijdag tot zondag bij hem verblijft. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 november 2021 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet alle relevante stukken bij de raad voor de kinderbescherming bekend waren, waardoor het advies van de raad niet kon worden meegenomen in de beoordeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeken van beide partijen tot wijziging van de zorgregeling gegrond zijn, en heeft de zorgregeling als volgt vastgesteld: de minderjarige verblijft tweewekelijks bij de man van vrijdag 18:00 uur tot zondag 17:00 uur, en daarnaast van donderdag uit school tot vrijdag naar school. De rechtbank heeft ook bepaald dat de minderjarige de helft van alle schoolvakanties en feestdagen bij de man verblijft. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag.