11..Beslissing
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, Marconistraat 2 te Rotterdam, zolang en frequent als de reclassering noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van Fivoor of een soortgelijke instelling voor zijn agressie- en middelenproblematiek, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt; de veroordeelde zal zich hierbij houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
3. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met [naam slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum slachtoffer 1] , gedurende de proeftijd, of zoveel korter als het Openbaar Ministerie verantwoord vindt; het Openbaar Ministerie zal toezien op de handhaving van dit contactverbod;
4. de veroordeelde zal gedurende de proeftijd meewerken aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen, welke controle plaats zal vinden door middel van urinecontrole;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de onder 1, 2 en 4 genoemde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij [naam slachtoffer 2] en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 1] te betalen
€ 5.000,-(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 5.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. F.A. Hut, voorzitter,
en mrs. J.C. Tijink en A.B. Baumgarten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.J. Voogel-van Buuren, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 december 2021.
De voorzitter, jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 3 september 2021 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven,
- die [naam slachtoffer 1] heeft gebeten en/of
- die [naam slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of geduwd en/of met die [naam slachtoffer 1] heeft geworsteld en/of gevochten en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] tegen een auto heeft gegooid, waardoor die [naam slachtoffer 1] zittend tegen die auto aankwam en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] meermalen heeft geslagen, waardoor die [naam slachtoffer 1] op de grond viel en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] (telkens) meermalen tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of geschopt en/of op die [naam slachtoffer 1] heeft gestampt, terwijl die [naam slachtoffer 1] (in bewusteloze toestand) op de grond lag,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 september 2021 te Rotterdam aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken neus en/of gebroken (rechter)kaak
en/of gebroken (linker)arm, heeft toegebracht door
- die [naam slachtoffer 1] te bijten en/of
- die [naam slachtoffer 1] vast te pakken en/of te duwen en/of met die [naam slachtoffer 1] te worstelen en/of te vechten en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] tegen een auto te gooien, waardoor die [naam slachtoffer 1] zittend tegen die auto aankwam en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] meermalen te slaan, waardoor die [naam slachtoffer 1] op de grond viel en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] (telkens) meermalen tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te schoppen en/of op die [naam slachtoffer 1] te stampen, terwijl die [naam slachtoffer 1]
(in bewusteloze toestand) op de grond lag;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 september 2021 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die [naam slachtoffer 1] heeft gebeten en/of
- die [naam slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of geduwd en/of met die [naam slachtoffer 1] heeft geworsteld en/of gevochten en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] tegen een auto heeft gegooid, waardoor die [naam slachtoffer 1] zittend tegen die auto aankwam en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] meermalen heeft geslagen, waardoor die [naam slachtoffer 1] op de grond viel en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] (telkens) meermalen tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of geschopt en/of op die [naam slachtoffer 1] heeft gestampt, terwijl die
[naam slachtoffer 1] (in bewusteloze toestand) op de grond lag,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 3 september 2021 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (merk/type Volkswagen Polo met kenteken [kentekennummer] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
Hij op of omstreeks 3 september 2021 te Rotterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten op grond van de Wet Middelenonderzoek bij geweldplegers, gedaan door een ambtenaar, te weten, [naam agent] (hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam), belast met de uitoefening van enig toezicht en/of belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen of van hem had gevorderd om mee te werken met een onderzoek uitgeademde lucht, hieraan geen gevolg te geven.