Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10/103514-19
23 december 2021
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur 1 jaar, met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf van 240 uur met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaar;
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
236 (tweehonderdzesendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
118 (honderdachttien) dagen.