Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het vonnis van 12 mei 2021 (hierna: het tussenvonnis) en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de akte van 9 juni 2021 van Ingomar;
- de akte van 7 juli 2021 van [gedaagden];
- de akte van 4 augustus 2021 van [gedaagden];
- de akte van 18 augustus 2021 van Ingomar tot wijziging/aanvulling van eis, met producties;
- de B16-formulieren van partijen van 30 augustus 2021;
- de akte van Ingomar van 8 september 2021.
2..De verdere beoordeling
alleenreageren op de stellingen van Ingomar die de gewijzigde eis onderbouwen, voor de rest is het debat tussen partijen wel gevoerd. Ingomar krijgt ook
geengelegenheid meer om op de akte van [gedaagden] te reageren; zij heeft haar kans om haar standpunt uiteen te zetten immers al gehad bij het nemen van de akte van eiswijziging.
ex aequo et bonoeen beslissing te nemen binnen door hen overeengekomen kaders. Die mogelijkheid bestaat nog steeds en mochten partijen dit gezamenlijk verzoeken, is dat een reden om alsnog een mondelinge behandeling te gelasten. De rechtbank verbindt daar wel de harde voorwaarde aan, dat partijen
voorafschriftelijk overeenkomen binnen welke grenzen zij de rechtbank om een
ex aequo et bonobeslissing vragen.
3..De beslissing
17 november 2021voor het nemen van een akte door [gedaagden] als bedoeld in rechtsoverweging 2.6;