ECLI:NL:RBROT:2021:13199

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 december 2021
Publicatiedatum
12 januari 2022
Zaaknummer
9324560
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling na niet tijdige retournering van een product

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 december 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen bol.com B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. Bol.com vorderde een bedrag van € 231,92 van de gedaagde, die een product had besteld maar niet kon aantonen dat hij het product tijdig had geretourneerd. De gedaagde stelde dat hij het product had geretourneerd via Albert Heijn, maar had geen retourneringsbewijs ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat het aan de gedaagde was om te bewijzen dat hij de retournering tijdig had aangemeld en het product had teruggestuurd. Aangezien de gedaagde niet op de zitting was verschenen en ook niet had gereageerd op de akte van bol.com, werd zijn verweer verworpen. De kantonrechter concludeerde dat bol.com aan haar informatieverplichtingen had voldaan en dat de gedaagde in verzuim was. De vordering van bol.com werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9324560 CV EXPL 21-2969
uitspraak: 30 december 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
bol.com B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna ‘bol.com’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding;
het antwoord van [gedaagde] ;
het tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
de rolbeslissing van 4 november 2021;
de akte van bol.com;
de overgelegde producties.
Op 3 november 2021 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. [gedaagde] is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet op de mondelinge behandeling verschenen. Ook heeft [gedaagde] , hoewel daartoe behoorlijk in gelegenheid gesteld, niet gereageerd op de akte van bol.com.
Vervolgens in de datum voor de uitspraak van het vonnis is bepaald op vandaag.

2..De vordering en het verweer

2.1
Bol.com vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om aan bol.com € 231,92 te betalen, met de wettelijke rente over € 186,79 vanaf 28 juni 2021 tot aan de dag van betaling en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2
Bol.com baseert haar vordering op nakoming van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst. Het bedrag dat bol.com vordert is gebaseerd op € 186,79 aan hoofdsom, € 40,- aan buitengerechtelijke kosten en € 5,13 aan vervallen rente tot 28 juni 2021.
2.3
Op het verweer van [gedaagde] wordt hierna – voor zover van toepassing – ingegaan.

3..De beoordeling

3.1
Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde] voor een bedrag van € 186,79 een product heeft besteld bij bol.com. [gedaagde] voert echter als verweer dat hij dit product heeft geretourneerd via Albert Heijn, maar dat hij geen retourneringsbewijs heeft ontvangen. Hij was hiertoe op grond van artikel 6:230o Burgerlijk Wetboek bevoegd. Partijen zijn het er ook over eens dat bol.com niet de wettelijke retourneringstermijn van veertien dagen maar een verlengde termijn van dertig dagen hanteert. Om van zijn ontbindingsrecht gebruik te kunnen maken diende [gedaagde] binnen dertig dagen na levering van het product aan bol.com kenbaar te maken dat hij de overeenkomst wilde ontbinden, bijvoorbeeld door op zijn account bij bol.com de retournering aan te melden. [gedaagde] diende daarna uiterlijk veertien dagen na het aanmelden van de retournering het product terug te sturen. Uit artikel 6:230o lid 5 Burgerlijk Wetboek volgt dat het aan [gedaagde] is om te bewijzen dat hij (1) de retournering tijdig heeft aangemeld en (2) het product heeft teruggestuurd naar bol.com.
3.2
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagde] niet aangetoond dat hij de retournering (tijdig) heeft aangemeld en ook niet dat hij het product tijdig heeft teruggezonden. Daarbij is van belang dat bol.com ter zitting heeft verklaard dat ook bij retournering via Albert Heijn een verzendbewijs wordt afgegeven. Bol.com heeft ook aangevoerd dat de retournering door [gedaagde] niet op de website is aangemeld. [gedaagde] heeft een en ander niet weersproken, want hij is niet op de zitting verschenen en hij heeft ook niet meer op de akte van bol.com gereageerd. De kantonrechter ziet daarom ook geen aanleiding om hem ambtshalve in de gelegenheid te stellen nader bewijs te leveren van zijn standpunten. Zijn verweer wordt daarom verworpen en de vordering van bol.com wordt toegewezen.
3.3
De kantonrechter overweegt daarbij nog ambtshalve dat voldoende is komen vast te staan dat bol.com aan haar informatieverplichtingen zoals bedoeld in de artikelen 6:230m en 6:230v Burgerlijk Wetboek heeft voldaan. Er bestaat daarom geen aanleiding om de betalingsverplichting (gedeeltelijk) te vernietigen.
3.4
[gedaagde] is wettelijke rente verschuldigd vanaf het moment dat sprake is van verzuim. [1] Volgens bol.com is [gedaagde] in verzuim. [gedaagde] heeft dat niet weersproken. Daarom moet [gedaagde] de wettelijke rente betalen.
3.5
Bol.com heeft recht op een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten als sprake is van verzuim en bol.com een brief heeft gestuurd waarin zij [gedaagde] de mogelijkheid geeft om de hoofdsom binnen 15 dagen na ontvangst van de brief te betalen. [2] Bol.com heeft een brief bij haar stukken gevoegd die voldoet aan deze eis. [gedaagde] betwist niet dat hij die brief heeft ontvangen. [gedaagde] moet daarom het bedrag van € 40,- aan buitengerechtelijke kosten betalen.
3.6
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Omdat bol.com niet heeft voldaan aan de plicht om in de dagvaarding de door [gedaagde] gevoerde verweren en de grondslag daarvoor te vermelden [3] , krijgt zij geen punt voor dat processtuk toegekend. Voor het deelnemen aan de zitting krijgt bol.com één punt toegekend en voor de nadien ingediende akte één half punt. Derhalve in totaal anderhalf punt à € 37,-, te vermeerderen met de verschotten.
3.7
Dit vonnis wordt ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat als deze zaak aan een hogere rechter wordt voorgelegd, in afwachting van de uitspraak van die hogere rechter toch alvast aan dit vonnis moet worden voldaan.

4..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] aan bol.com te betalen € 231,92, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 186,79 vanaf 28 juni 2021 tot aan de dag van betaling;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van bol.com vastgesteld op € 126,- aan griffierecht, € 89,44 aan dagvaardingskosten en € 55,50 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44221

Voetnoten

1.artikel 6:119 BW.
2.artikel 6:96 lid 6 BW.
3.artikel 111 lid 3 Rv.