In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is er een geschil ontstaan tussen eiser, [eiser] h.o.d.n. [naam bedrijf], en gedaagde, [gedaagde], over de uitvoering van een barterdeal. Eiser vordert betaling van een bedrag van € 3.466,25, dat voortvloeit uit onbetaalde facturen voor cosmetische behandelingen die gedaagde heeft ondergaan. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er een afspraak was gemaakt dat zij gratis behandelingen zou ontvangen in ruil voor promotie van de Vampire facial op social media. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 november 2021, waarbij beide partijen aanwezig waren met hun gemachtigden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen een overeenkomst hebben gesloten, maar er is onduidelijkheid over de inhoud van deze overeenkomst. Eiser heeft facturen gestuurd voor behandelingen, terwijl gedaagde stelt dat deze behandelingen onderdeel waren van de barterdeal. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser de bewijslast heeft om aan te tonen dat gedaagde ook de fillers zou promoten, zoals afgesproken. De zaak is verwezen naar een rolzitting op 20 januari 2022, waar eiser in de gelegenheid wordt gesteld om bewijs te leveren van zijn stelling.
De kantonrechter heeft verder bepaald dat als eiser slaagt in zijn bewijsopdracht, gedaagde zich kan uitlaten over de hoogte van de door eiser gestelde schade. Mocht eiser niet slagen, dan zal een deel van zijn vordering worden afgewezen. De verdere beslissing is aangehouden, en de kantonrechter heeft de partijen gewezen op de procedure rondom het getuigenverhoor.