ECLI:NL:RBROT:2021:13169
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 7 december 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een bestuursrechtelijke procedure. De verzoeker had de wraking aangevraagd tegen mr. G.A. Bouter-Rijksen, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, naar aanleiding van een procesbeslissing die op 9 november 2021 was genomen. In deze beslissing had de rechter het verzoek van de verzoeker om aanvullende stukken van het bestuur van het Huis voor Klokkenluiders afgewimpeld, met de mededeling dat deze stukken niet relevant waren voor de besluitvorming in de aanhangige zaken. De verzoeker stelde dat de rechter zich al een eindoordeel had gevormd over zijn standpunten, wat volgens hem een grond voor wraking opleverde.
De wrakingskamer oordeelde dat de gronden van de wraking betrekking hadden op een procesbeslissing en dat tegen dergelijke beslissingen in beginsel geen wrakingsverzoek kan worden ingediend. De wrakingskamer concludeerde dat de procesbeslissing niet onbegrijpelijk was en dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. De verzoeker had niet aangetoond dat de rechter niet onpartijdig was, en de wrakingskamer wees het verzoek af. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in de zaak.