ECLI:NL:RBROT:2021:13155

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
7 januari 2022
Zaaknummer
10/253968-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van het namaken van bankbiljetten en de rechtmatigheid van bewijsverkrijging

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is de verdachte beschuldigd van het namaken van bankbiljetten in de periode van 1 november 2019 tot en met 2 februari 2020. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 7 december 2021, waarna op 21 december 2021 uitspraak werd gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beschuldiging van het namaken van bankbiljetten wettig en overtuigend is bewezen. De verdachte, die samen met anderen handelde, heeft meermalen bankbiljetten van 20 en 50 euro nagemaakt met de intentie deze als echt en onvervalst uit te geven.

De rechtbank heeft de rechtmatigheid van de bewijsverkrijging beoordeeld, met name de herkenning van de verdachte door getuigen en medeverdachten. De verdediging voerde aan dat de herkenning onrechtmatig was, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van de fotoconfrontatie niet onrechtmatig waren en dat de vingerafdrukken van de verdachte rechtmatig waren verkregen. De rechtbank concludeerde dat er voldoende bewijs was voor het oogmerk van de verdachte om het valse geld in omloop te brengen.

De rechtbank legde de verdachte een taakstraf van 120 uur op, met aftrek van voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. De rechtbank overwoog dat de ernst van het feit en de gevolgen voor het betalingsverkeer zwaar wogen, maar dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had en zijn leven op orde had. De uitspraak benadrukt de noodzaak om het vertrouwen in het betalingsverkeer te waarborgen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team 1
Parketnummer: 10/253968-20
Datum uitspraak: 21 december 2021
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] , ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres verdachte] .
Advocaat van de verdachte: mr. T. Sandrk, advocaat te Rotterdam.
Officier van justitie: mr. W.D. van den Berg.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting. De inhoudelijke behandeling van de zaak vond plaats op 7 december 2021.
Inhoudsopgave van dit vonnis
De verdachte wordt - kort samengevat - beschuldigd van het (met anderen) namaken van bankbiljetten in de periode van 1 november 2019 tot en met 2 februari 2020. De volledige tekst van de beschuldiging zoals deze door de officier van justitie is opgeschreven in de tenlastelegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
De rechtbank vindt de beschuldiging bewezen. De bewezenverklaring, de motivering daarvan en de bespreking van de bewijsverweren zijn in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet. De bewijsmiddelen zijn in hoofdstuk 3 opgenomen.
Het bewezenverklaarde feit is volgens de wet een verboden gedraging waar volgens de wet straf op staat. Welke verboden gedraging dat is, is omschreven in hoofdstuk 4 van dit vonnis. In dat hoofdstuk worden ook de strafbaarheid van het feit en de strafbaarheid van de verdachte besproken.
De rechtbank legt aan de verdachte een taakstraf van 120 uur met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden op. Hoofdstuk 5 van dit vonnis vermeldt alle onderdelen van de straf en de motivering daarvan.
Hoofdstuk 6 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffier.

1..De beschuldiging in de tenlastelegging

hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 november 2019 tot en met 2 februari 2020 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer bankbiljetten van 20 euro en/of 50 euro heeft nagemaakt en/of heeft vervalst, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven.

2..Beslissingen over het bewijs

Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is primair aangevoerd dat het tonen van de foto van de verdachte aan medeverdachte [naam medeverdachte 1] en getuige [naam getuige] onrechtmatig was. Het ging immers om een politiefoto waarbij het erop lijkt het dat sturende informatie is verstrekt. Daarnaast is de fotoconfrontatie onzorgvuldig verricht, want het was een enkelvoudige fotoconfrontatie waarbij [naam medeverdachte 1] en [naam getuige] in elkaars bijzijn waren. Dit alles maakt hun herkenningen onbetrouwbaar en deze dienen dan ook van het bewijs te worden uitgesloten. De onbetrouwbare herkenningen hebben geleid tot de aanhouding van de verdachte en het afnemen van zijn vingerafdrukken. Die vingerafdrukken zijn als ‘fruits of the poisonous tree’ onrechtmatig verkregen en dienen daarom van het bewijs te worden uitgesloten.
Subsidiair is aangevoerd dat vrijspraak dient te volgen omdat het vereiste oogmerk niet kan worden bewezen. Zo zijn er zijn geen valse bankbiljetten in omloop aangetroffen en omtrent de kwaliteit van de biljetten is niets bekend, zodat ook niet kan worden vastgesteld dat de biljetten geschikt waren om in omloop te brengen.
Oordeel van de rechtbank
Het tonen van de foto en de daaropvolgende herkenningen
De rechtbank stelt vast dat er aanwijzingen waren dat de verdachte betrokken was bij het namaken van geld. Volgens [naam medeverdachte 1] en [naam getuige] waren de aangetroffen goederen in de kamer in haar woning (onder andere de printers en het valse geld) van drie Turkse jongens. Op het moment dat medeverdachte [naam medeverdachte 2] voor deze zaak werd aangehouden bevond de verdachte, een man van Turkse afkomst, zich bij hem in de auto. Het was op dat moment midden in de nacht, de auto had een Duits kenteken en bevond zich in Brabant terwijl beiden in [plaatsnaam] wonen. De verdachte had bovendien een tasje bij zich met daarin ruim 1.800 euro, het rijbewijs en de ID-kaart van [naam medeverdachte 2] . De rechtbank vindt het tonen van de politiefoto van de verdachte aan [naam medeverdachte 1] en [naam getuige] onder deze omstandigheden niet onrechtmatig. Het ging tot zover om regulier opsporingsonderzoek ingegeven door het bij medeverdachte [naam medeverdachte 1] aangetroffen valse geld, zonder toepassing van enig dwangmiddel jegens de verdachte.
Dat de fotoconfrontatie verder niet volledig voldoet aan de regelen der kunst, zoals de raadsvrouw heeft gesteld, kan meebrengen dat de bewijswaarde van de herkenningen beperkt is. Het betekent evenwel niet dat de herkenningen als zodanig niet geschikt waren als opsporingsmiddel, op grond waarvan nader onderzoek heeft kunnen plaatsvinden. De vingerafdrukken van de verdachte zijn naar het oordeel van de rechtbank dan ook rechtmatig verkregen en de rechtbank zal deze daarom niet uitsluiten van het bewijs.
Oogmerk
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat het oogmerk in de regel uit de omstandigheden blijkt en slechts in zeldzame gevallen zal ontbreken. Het uitgangspunt is dus dat het namaken van geld in beginsel betekent dat het oogmerk om dat geld als echt en onvervalst uit te (doen) geven aanwezig is. In het geval van de verdachte is dat niet anders. Er werden immers grote hoeveelheden vals geld afgedrukt op drie verschillende printers. Van het gebruikte papier is bekend dat het veelvuldig wordt gebruikt bij het maken van valse bankbiljetten met een inkjet printer, zoals de inbeslaggenomen all-in-one pinters. Daarnaast zijn er onder andere hologramstickers, imitatie veiligheidsdraad en imitatie vezelminutering gebruikt om het geld zo echt mogelijk te laten lijken. Ten slotte heeft de verdachte op geen enkel moment verklaard dat hij een ander oogmerk heeft gehad dan om het valse geld uit te (doen) geven.
Op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden komt de rechtbank tot het oordeel dat de verdachte het oogmerk heeft gehad om het valse geld als echt en onvervalst uit te (doen) geven.
Bewezenverklaring
De rechtbank vindt dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan op de volgende manier:
hij in de periode van 1 november 2019 tot en met 2 februari 2020 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, meermalen bankbiljetten van 20 euro en 50 euro heeft nagemaakt, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven.
De bewezenverklaring steunt op de hieronder opgenomen redengevende inhoud van de bewijsmiddelen en de daarop gebaseerde bewijsoverwegingen die hiervoor zijn uiteengezet.

3..Bewijsmiddelen

1.
Onderzoek van de politie – binnentreding woning [adres] [1]
Op 2 februari 2020 was aan de [adres] de bewoonster, [naam medeverdachte 1] , aanwezig. Ik vorderde [naam medeverdachte 1] uitlevering van vals geld. Ik hoorde dat zij zei: ‘het staat allemaal in het kamertje naast de voordeur.’ Ik zag dat zij vervolgens naar die kamer liep, naar meerdere printers en dozen wees en ik hoorde dat zij verklaarde: ‘Dat is allemaal van die mannen’. Ik zag dat zij vervolgens één van deze printers openmaakte en daar een bankbiljet van twintig euro uit pakte. Ik hoorde dat zij zei: ‘Deze is echt. De rest is allemaal vals.’ Ik zag dat er een open doos stond op de grond van de kamer. Ik zag dat hier een grote stapel papier inzat met daarop de afdruk van een bankbiljet van 20,00 euro.
Ik hoorde dat de ook in de woning aanwezige [naam getuige] verklaarde: ‘Ik heb haar vaak gewaarschuwd. Zij wordt gebruikt door drie mannen omdat zij verslaafd is. Deze drie mannen gebruiken de woning voor hun praktijken. Zij komen elke week. (…) Ik weet wel dat het Turkse mannen zijn.’
Wij zagen dat er op het bed een laptop stond en een kartonnen doos met daarin een stapeltje met bankbiljetten van vijftig euro en een toilettas met daarin zilveren waarborgkenmerken van geld. Wij zagen dat er op de grond een papiersnijder stond met daarom heen papiersnippers.
2.
Onderzoek van de politie – verklaring medeverdachte [naam medeverdachte 1] [2]
Het waren drie Turkse jongens die bij mij in de woning kwamen. Deze zijn ongeveer vier keer geweest in de afgelopen drie maanden tijd. (…) De jongens vroegen of ze in het kamertje wat papier mochten kopiëren. De volgende dag waren ze teruggekomen met die machines.
3.
Onderzoek van de politie – kennisgeving van inbeslagneming
Inbeslagneming
Plaats : [adres]
Datum : 2 februari 2020
Printer [3]
Goednummer : [nummer 1]
Object : Randapparatuur (Printer)
Merk/type : Canon MP495
Spoor identificatienr. : [nummer 2]
Printer [4]
Goednummer : [nummer 3]
Object : Randapparatuur (Printer)
Merk/type : Canon
Spoor identificatienr. : [nummer 4]
Printer [5]
Goednummer : [nummer 5]
Object : Randapparatuur (Printer)
Merk/type : Canon
Spoor identificatienr. : [nummer 6]
Geld [6]
Goednummer : [nummer 7]
Object : Vals geld (biljetten)
Bijzonderheden : onbekend hoeveelheid bb 20 euro
Geld [7]
Goednummer : [nummer 8]
Object : Vals geld (biljetten)
Bijzonderheden : onbekend hoeveelheid bb 50 euro
4.
Onderzoek van de politie – vooronderzoek lab [8]
SIN : [nummer 2]
Object: : Printer
Inhoud : Printer/scanner met 20 euro biljet in de scannerklep geplakt
Op het bovenste gedeelte van de scanner zat een echt € 20,- biljet geplakt, in de uitvoerruimte bevond zich een stapel vellen met € 20,- erop geprint.
Wij hebben de bedieningsknopjes van de printer ( [nummer 9] ) bemonsterd op de mogelijke aanwezigheid van humane biologische sporen (gebruikerssporen).
SIN : [nummer 4]
Object: : Printer
Merk/type : Canon, Pixma MP495
Wij hebben de randen van de deksel, invoer- en uitvoerklep ( [nummer 10] ) afzonderlijk bemonsterd op de mogelijke aanwezigheid van humane biologische sporen (gebruikerssporen).
SIN : [nummer 6]
Object: : Printer
Merk/type : Canon
In de printer bevond zich een stapel geprinte (valse) € 20,- biljetten.
Goednummer : [nummer 7]
SIN : [nummer 11]
Object: : Vals geld (biljetten)
Kartonnen doos met inhoud (Staples A4 copy paper): grote hoeveelheid lege vellen, grote hoeveelheid vellen met € 20,- biljetten erop geprint.
Goednummer : [nummer 8]
SIN : [nummer 12]
Object: : Geld (biljetten)
Inhoud : doos met inhoud – o.a. papier en falsificaten
Bijzonderheden: onbekende hoeveelheid bb 50 euro vals geld
Kartonnen doos met inhoud (Staples A4 copy paper): papier, stapel valse € 50,- biljetten en een aantal vellen hologramstickers ( [nummer 13] )
5.
Onderzoek van de politie - forensisch technisch onderzoek valse bankbiljetten [9]
De volgende goederen heb ik in beslag genomen ten behoeve van documentonderzoek:
De navolgende goederen afkomstig uit een doos met inhoud SIN: [nummer 12] :
- door midden gesneden A4 vellen printerpapier, licht geel van kleur;
- valse bankbiljetten van 50 euro;
- hologramstickers op schutbladen.
De navolgende goederen afkomstig uit de uitvoerlade van een All-in-one printer van het merk Canon, Pixma MP495 SIN: [nummer 6] :
- valse bankbiljetten van 20 euro.
De navolgende goederen afkomstig uit de uitvoerlade van een All-in-one printer van het merk Canon, Pixma MP495 SIN: [nummer 2] :
- ‘ halffabricaten’ van bankbiljetten van 20 euro, afkomstig uit de invoerlade van de printer. Het betroffen doormidden gesneden A4 vellen printpapier, eenzijdig bedrukt met een afbeelding van de voorzijde van een 20 euro bankbiljet;
- aan de binnenzijde van de scannerklep een echt biljet van 20 euro geplakt;
in de uitvoerlade werden aangetroffen:
- ‘ halffabricaten’ van valse bankbiljetten van 20 euro. Het betroffen door midden gesneden A4 vellen printerpapier, dubbelzijdig bedrukt met de afbeelding van een 20 euro bankbiljet;
- valse bankbiljetten van 20 euro.
Hologramstickers:
De hologramstickers werden door mij herkend als de zilverkleurige stickers die veelvuldig op valse bankbiljetten worden gebruikt om de holografische stroken aan de voorzijde van 20 euro en 50 euro bankbiljetten na te bootsen en om het portetvenster aan de achterzijde van valse bankbiljetten na te bootsen.
Printerpapier:
Van het lichtgele printerpapier van het merk Staples is mij bekend dat dat veelvuldig wordt gebruikt bij het maken van valse bankbiljetten met een inkjet printer (zoals de inbeslaggenomen all-in-one pinters).
Onderzoek valse bankbiljetten
Bij het door mij ingestelde onderzoek aan de falsificaten, zag ik, onder andere dat:
Valse bankbiljetten van 50 euro
- de gebruikte reproductietechniek van de biljetten afweek van een origineel;
- het originele watermerk in het papier ontbrak en was nagebootst door middel van opdruk;
- in het bankbiljet een imitatie veiligheidsdraad was aangebracht die afweek van een origineel;
- in het bankbiljet een imitatie vezelminutering (vezels in het papier die zichtbaar worden bij aanstraling met ultraviolet licht) was aangebracht die afweek van een origineel.
Valse bankbilketten van 20 euro en ‘halffabricaten’ uit de printer met SIN: [nummer 6]
- de gebruikte reproductietechniek van de biljetten afweek van een origineel;
- het originele watermerk in het papier ontbrak en was nagebootst door middel van opdruk;
- in de bankbiljetten een imitatie veiligheidsdraad was aangebracht die afweek van een origineel;
- in het bankbiljet vezelminutering was aangebracht die afweek van een origineel.
Valse bankbilketten van 20 euro en ‘halffabricaten’ uit de printer met SIN: [nummer 2]
- de gebruikte reproductietechniek afweek van het origineel;
- het originele watermerk in het papier ontbrak bij de halffabricaten, bij de valse bankbiljetten het watermerk geïmiteerd was door middel van opdruk;
- in de bankbiljetten en in het papier van de halffabricaten een imitatie veiligheidsdraad was aangebracht, de afweek van een origineel;
- in het papier van de bankbiljetten en van de halffabricaten vezelminutering was aangebracht die afweek van een origineel.
Conclusie
Het onderzoek wees uit dat de bankbiljetten vals waren.
6.
Onderzoek van de politie - vooronderzoek lab [10]
SIN [nummer 4]
Ik zag dat dit een printer ‘Canon Pixma’ zwart was. Ik zag dactyloscopische sporen nr. [nummer 14] , [nummer 15] , [nummer 16] , [nummer 17] en heb deze doorgestuurd naar het dactyloscopische laboratorium voor vervolgonderzoek.
SIN [nummer 6]
Ik zag dat dit een printer ‘Canon Pixma’ zwart was. Ik zag dactyloscopische sporen nr. [nummer 18] en heb deze doorgestuurd naar het dactyloscopische laboratorium voor vervolgonderzoek.
7.
Onderzoek van de politie -vooronderzoek lab [11]
SIN [nummer 11]
Ik zag dat dit een bedrukt vel van 20 euro was. Ik zag dactyloscopische sporen nr. [nummer 19] en heb deze doorgestuurd naar het dactyloscopische laboratorium voor vervolgonderzoek.
8.
Onderzoek van de politie - resultaten onderzoeken dactyloscopische sporen [12]
Overzicht dactyloscopische sporen met bijbehorende uitslag:
Individualisatie
Achternaam : [achternaam verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Geboren : [geboortedatum verdachte]
Geboorteplaats : [geboorteplaats verdachte]
Geïndividualiseerd op [naam verdachte] .:
SIN : [nummer 14]
Spooromschrijving : vingerafdruk
Plaats veiligstellen : Op voorzijde printer ‘canon pixma’, zwart
SIN : [nummer 15]
Spooromschrijving : vingerafdruk
Plaats veiligstellen : Onderzijde printer ‘canon pixma’, zwart
SIN : [nummer 16]
Spooromschrijving : vingerafdruk
Plaats veiligstellen : Onderzijde printer ‘canon pixma’, zwart
SIN : [nummer 17]
Spooromschrijving : vingerafdruk
Plaats veiligstellen : onderzijde printer ‘canon pixma’, zwart
SIN : [nummer 19]
Spooromschrijving : vingerafdruk
Plaats veiligstellen : Op achterzijde van vel papier met afbeelding 20 euro
SIN : [nummer 18]
Spooromschrijving : vingerafdruk
Plaats veiligstellen : Op rand naast glasplaat printer ‘canon pixma’, zwart
9.
Deskundigenverslag van het NFI - DNA-onderzoek [13]
In Tabel 1 staat vermeld van wie het DNA op grond van het vergelijkend DNA-onderzoek
afkomstig kan zijn.
Tabel 1 Resultaten, interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek
[nummer 9] (bedieningsknopjes
printer - [nummer 2] )
DNA-mengprofiel van
minimaal vier personen
verdachte [naam medeverdachte 2]
[nummer 10] (randen deksel, invoerklep
en uitvoerklep - [nummer 4] )
DNA-mengprofiel van
minimaal drie personen
verdachte [naam medeverdachte 2]
DNA-mengprofiel [nummer 9] is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [naam medeverdachte 2] en drie willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van vier willekeurige onbekende personen.
DNA-mengprofiel [nummer 10] is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [naam medeverdachte 2] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen.

4..De verboden gedraging en de strafbaarheid

Kwalificatie
Het bewezen feit is in de wet een verboden gedraging en levert het volgende strafbare feit op:
medeplegen van bankbiljetten namaken met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven.
Strafbaarheid feit en verdachte
Het feit en de verdachte zijn strafbaar.

5..De onderbouwing van de straf

Inleiding
De rechtbank zal in dit hoofdstuk beslissen dat aan de verdachte een straf wordt opgelegd en zal uitleggen waarom.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden geëist.
De beoordeling
Eerst zullen de feiten en omstandigheden worden besproken die bij de strafoplegging een rol spelen. Dan volgen de persoonlijke omstandigheden van de verdachte die van belang zijn. Tot slot volgen de concrete afwegingen van de rechtbank die hebben geleid tot de genoemde straf die aan de verdachte wordt opgelegd.
Feiten en omstandigheden
Ernst van het feit
Verdachte heeft samen met anderen bankbiljetten van 20 euro en 50 euro nagemaakt. Zij zijn daarbij professioneel te werk gegaan. Met meerdere printers zijn er bankbiljetten gekopieerd en gedrukt. Op de bankbiljetten is het watermerk geïmiteerd en er is een veiligheidsdraad aangebracht om de bankbiljetten zoveel mogelijk op echte bankbiljetten te laten lijken. In totaal is er ruim 13.500 euro aan valse bankbiljetten en halffabricaten aangetroffen.
De gevolgen van het feit
De rechtbank vindt dit een ernstig feit, omdat hiermee het vertrouwen in het betalingsverkeer ernstig wordt geschaad. Het betalingsverkeer is gebaseerd op het vertrouwen dat aan bankbiljetten een bepaalde waarde wordt toegekend. Door het namaken van bankbiljetten wordt dit principe aangetast. Daarnaast wordt ook de ontvanger van het nagemaakte geld gedupeerd wanneer dit als betaalmiddel wordt ingezet. De ontvanger levert immers goederen of diensten voor een stukje papier zonder enige waarde.
Persoonlijke omstandigheden
Strafblad
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 oktober 2021 blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Concrete afwegingen
Vanwege de ernst van het feit vindt de rechtbank dat in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Maar anders dan geëist, zal de rechtbank in dit geval afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte heeft zijn leven op orde. Hij heeft werk en zorgt voor zijn gezin. Daarnaast betreft het een feit van (bijna) twee jaar geleden en de verdachte is niet eerder met justitie in aanraking gekomen. In plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank aan de verdachte een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Conclusie
Voor het bewezenverklaarde feit wordt aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 120 uren, met aftrek van voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden opgelegd.
Wettelijke voorschriften
Bij de strafoplegging is gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 47, 57 en 208 van het Wetboek van Strafrecht.

6..Beslissingen in het kort en ondertekening

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals dit in hoofdstuk 2 is omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het in hoofdstuk 4 vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
112 (honderdtwaalf) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
56 (zesenvijftig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. A. Bonder en E. IJspeerd, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 21 december 2021.
De oudste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.[procesverbaalnummer 1]
2.[procesverbaalnummer 2]
3.[procesverbaalnummer 3]
4.[procesverbaalnummer 4]
5.[procesverbaalnummer 5]
6.[procesverbaalnummer 6]
7.[procesverbaalnummer 7]
8.[procesverbaalnummer 8]
9.[procesverbaalnummer 9]
10.[procesverbaalnummer 10]
11.[procesverbaalnummer 11]
12.[procesverbaalnummer 10] en [procesverbaalnummer 11]
13.Pagina’s 195 t/m 199