ECLI:NL:RBROT:2021:13153

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
7 januari 2022
Zaaknummer
10/661352-12
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van ongewenste vreemdeling met onduidelijke verblijfsstatus

Op 15 december 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ongewenste vreemdeling. De ter beschikking gestelde, die sinds 2013 onder de maatregel valt, heeft een complexe verblijfsstatus en er is onduidelijkheid over zijn terugkeer naar Marokko. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd met één jaar, ondanks de zorgen over de situatie van de ter beschikking gestelde in zijn land van herkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en dat de veiligheid van anderen eist dat de maatregel wordt voortgezet. De rechtbank betreurt het gebrek aan duidelijkheid over de verblijfsstatus, wat de situatie van de ter beschikking gestelde bemoeilijkt. De rechtbank heeft de hoop uitgesproken dat de ter beschikking gestelde met goede begeleiding stappen kan zetten in zijn verdere traject, ongeacht de beslissing over zijn verblijfsstatus. De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging overschrijdt door deze verlenging de vier jaar, maar is gerechtvaardigd gezien de aard van het gepleegde misdrijf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/661352-12
Datum uitspraak: 15 december 2021
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren op [geboortedatum ter beschikking gestelde] te [geboorteplaats ter beschikking gestelde],
verblijvende in [naam instelling] te [plaatsnaam],
raadsman mr. W.J.J. Trooster, advocaat te Vlaardingen.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 12 november 2013 is de terbeschikkingstelling van
[naam ter beschikking gestelde] gelast en zijn voorwaarden gesteld betreffende zijn gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op
11 december 2013.
Bij beslissing van 7 december 2020 heeft deze rechtbank de terbeschikkingstelling
laatstelijk verlengd met één jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 2 november 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden voor de duur van één jaar. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel zijn die later toegezonden.
De vordering is op de openbare zitting van 15 december 2021 behandeld. De officier van justitie mr. J. Berton, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman, de deskundige [naam 1], werkzaam als gz-psycholoog en regiebehandelaar bij [naam instelling], (door middel van telefonische verbinding) de deskundige [naam 2], werkzaam als reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, en (door middel van videoverbinding) de deskundige [naam 3], werkzaam als maatschappelijk werk en adviseur repatriëring bij [naam centrum], zijn gehoord.

3..Advies

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport van 28 september 2021 de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. Dit rapport houdt voorts onder meer het volgende in.
Bij de ter beschikking gestelde is nog steeds sprake van stoornissen. Bij beëindiging van het tbs-kader kan het recidiverisico oplopen tot hoog. Op 21 januari 2021 heeft de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) het (voornemen tot een) besluit tot intrekking van de verblijfsvergunning van de ter beschikking gestelde met terugwerkende kracht (vanaf 2015) genomen. Tegen deze beslissing is hoger beroep ingesteld. Omdat de ter beschikking gestelde geen verblijfsstatus meer heeft, is een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg afgewezen met als gevolg dat de ter beschikking gestelde zonder de tbs-maatregel niet langer in [naam instelling] of soortgelijke instelling kan verblijven. In dit laatste jaar van de tbs-maatregel wordt gekoerst op de terugkeer naar zijn land van herkomst, Marokko, en zal zijn repatriëring verder worden vormgegeven. In het kader van een veilige terugkeer, is wenselijk dat de ter beschikking gestelde begeleid verlof praktiseert om te kunnen onderzoeken hoe hij functioneert in minder gestructureerde settingen.
Rapport psychiater
De psychiater [naam 4] geeft in zijn rapport van 19 augustus 2021 aan dat, aangezien hij de ter beschikking gestelde niet aan het psychiatrisch onderzoek wenste mee te werken, hij bij gebrek aan eigen onderzoek niet tot beantwoording van de hem gestelde vragen kon komen. Hij onthoudt zich derhalve van advies ten aanzien van de diagnostiek, klinische risicotaxatie, het risicomanagement en de verlenging van de terbeschikkingstelling.
Op de terechtzitting gegeven adviezen/ toelichting/ aanvulling
De deskundige [naam 2] (Reclassering Nederland) heeft het advies van de reclassering toegelicht en verklaard dat de ter beschikking gestelde nog steeds onvoldoende in staat is om zelfstandig te functioneren. Indien de zorg en structuur die door [naam instelling] wordt geboden zou wegvallen, is het zeer de vraag of de ter beschikking gestelde in staat zal zijn om zelf structuur in zijn leven aan te brengen. Aangezien de afspraken rondom de terugkeer naar Marokko nog niet zijn geconcretiseerd, wordt het risico bij terugkeer als hoog geschat.
De deskundige [naam 1] ([naam instelling]) heeft verklaard dat zolang er geen definitieve beslissing is genomen op het hoger beroep tegen de intrekking van de verblijfsstatus van de ter beschikking gestelde, door [naam instelling] verder voorbereidingen zullen worden getroffen voor repatriëring naar Marokko. In dit verband is aan de deskundige [naam 3] van [naam centrum] gevraagd om mee te denken over een repatriëringsplan voor de ter beschikking gestelde. Afhankelijk van de beslissing op het ingestelde hoger beroep van de ter beschikking gestelde bestaat de mogelijkheid om na het laatste jaar van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, een rechterlijke machtiging aan te vragen.
De deskundige [naam 3] ([naam centrum]) heeft verklaard dat hij telefonisch contact heeft gehad met de IND, waarbij hem is medegedeeld dat naar verwachting in januari 2022 een hoorzitting naar aanleiding van het ingestelde hoger beroep door de ter beschikking gestelde zal plaatsvinden. Met instemming van de ter beschikking gestelde en zijn raadsman heeft de deskundige zich bereid verklaard om op die hoorzitting als adviseur repatriëring te worden gehoord. Indien alsnog tot repatriëring wordt overgegaan, kan de ter beschikking gestelde vooralsnog enkel voor drie maanden in een privékliniek in Marokko worden opgenomen. Omdat vermoedelijk zal worden geconstateerd dat een klinische opname niet noodzakelijk is, zal de ter beschikking gestelde worden heengezonden zonder de mogelijkheid dat hij in de reguliere GGZ terecht kan komen. De ter beschikking gestelde zal dan op zichzelf aangewezen zijn en zal zonder de nodige zorg en begeleiding vermoedelijk in het daklozencircuit belanden.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met de duur van één jaar.

5..Beoordeling

Op grond van het adviezen van de deskundige van de reclassering en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd, zoals door de officier van justitie is gevorderd.
De rechtbank betreurt het feit dat tot op heden - op het moment dat de laatste wettelijk mogelijke verlenging van de tbs aan de orde is - nog steeds geen duidelijkheid is gegeven over de verblijfsstatus van de ter beschikking. In januari 2022 zal, naar op zitting is medegedeeld, in het kader van de vreemdelingenrechtelijke procedure een hoorzitting plaatsvinden. In afwachting van een beslissing omtrent de verblijfsstatus van de ter beschikking gestelde zal door [naam instelling] het repatriëringsplan verder worden uitgewerkt. De rechtbank spreekt de hoop uit dat de ter beschikking gestelde met goede begeleiding de nodige stappen zal kunnen zetten in het verdere traject ongeacht de beslissing over zijn verblijfsstatus.
Hoewel de rechtbank niet heeft te beslissen over de tenuitvoerlegging van de terbeschikkingstelling, merkt zij op dat, gelet op de indruk die door de deskundigen ter zitting is gegeven, voor de ter beschikking gestelde een uitzichtloze situatie dreigt indien hij naar Marokko zou moeten terugkeren. Hij is verstandelijk beperkt, schizofreen en heeft een hersenbeschadiging; bovendien lijdt hij aan diabetes. In Marokko - waar hij niet over enig netwerk beschikt - zal hij niet de zorg kunnen krijgen waarop hij de rest van zijn leven aangewezen is. Het betreft een situatie waarover de rechtbank en alle betrokkenen zich ernstige zorgen maken.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één)jaar.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Erasmus griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De oudste en de jongste rechters zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.