ECLI:NL:RBROT:2021:13152

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 december 2021
Publicatiedatum
7 januari 2022
Zaaknummer
10/690298-13
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ongewenste vreemdeling met psychische stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 december 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ongewenste vreemdeling die ter beschikking is gesteld vanwege zware mishandeling en diefstal met geweld. De terbeschikkingstelling is oorspronkelijk gelast op 14 mei 2014 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling nu met één jaar verlengd, omdat er nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde en de veiligheid van anderen dat eist. De rechtbank constateert dat er een impasse bestaat in het tbs-traject, aangezien de ter beschikking gestelde geen verblijfsstatus heeft en niet meewerkt aan repatriëring. Dit maakt resocialisatieverlof niet mogelijk. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er een voorstel is tot wijziging van de Verlofregeling TBS, dat de behandeling en resocialisatie van ter beschikking gestelden zonder rechtmatig verblijf zou kunnen bevorderen. De rechtbank heeft de verlenging van de terbeschikkingstelling vastgesteld op één jaar om de ontwikkelingen in deze zaak te volgen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de oudste en jongste rechters niet in staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/690298-13
Datum uitspraak: 29 december 2021
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren op [geboortedatum ter beschikking gestelde] te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] ,
verblijvende in [naam instelling 1] te [plaatsnaam] (de instelling),
raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Haarlem.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 14 mei 2014 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en zijn voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde gesteld.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van zware mishandeling, terwijl het feit de dood
ten gevolge heeft en diefstal met geweld. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 30 augustus 2015.
Bij beslissing van de rechtbank van 31 oktober 2017 is bevolen dat de ter beschikking
gestelde alsnog van overheidswege wordt verpleegd (hierna: dwangverpleging).
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 15 februari 2018 deze beslissing van de rechtbank bevestigd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 20 augustus 2019 is de terbeschikkingstelling
laatstelijk verlengd met twee jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 29 juli 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel zijn die later toegezonden.
Op de openbare terechtzitting van 27 september 2021 is de behandeling van de vordering aangevangen. De rechtbank heeft de behandeling van de vordering voor maximaal drie maanden aangehouden en daarbij de officier van justitie de opdracht gegeven om
- vooruitlopend op de voorgenomen wijziging van de Verlofregeling TBS met betrekking tot de mogelijkheden voor verlof voor vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf - bij de minister voor Rechtsbescherming een verzoek in te dienen waarin wordt gevraagd om te bewerkstellingen dat de ter beschikking gestelde in aanmerking komt voor (onbegeleid en transmuraal) verlof.
Op de openbare terechtzitting van 15 december 2021 is de behandeling voortgezet en is de vordering behandeld. De officier van justitie mr. J. Berton, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman, en de deskundige [naam] , werkzaam als gz-psycholoog en behandelcoördinator bij de instelling, zijn gehoord.
Voorafgaand aan de terechtzitting is een brief gedateerd 3 december 2021 van de officier van justitie ontvangen waarin hij aangeeft dat de opdracht die de rechtbank op de terechtzitting van 27 september 2021 gegeven heeft niet past binnen het systeem van de wet en inhoudelijk in strijd is met het geldende verlofkader voor ter beschikking gestelden, nu het Openbaar Ministerie (OM) geen bevoegdheden of rol heeft met betrekking tot de inhoud van de maatregel of het verloop daarvan en evenmin ten aanzien van het al dan niet toekennen van verlof. Het OM kan aan de Minister geen verzoek doen tot verlof. Daarom heeft de officier van justitie besloten geen gevolg te geven aan die opdracht.

3..Advies

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport van 16 juli 2021 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Bij de ter beschikking gestelde is nog steeds sprake van stoornissen. Omdat het recidiverisico zonder de terbeschikkingstelling hoog is en delictgerelateerde behandeling van de persoonlijkheidspathologie nog steeds noodzakelijk is, is van belang de ter beschikking gestelde binnen het huidige beveiligingsniveau verblijft.
Op 17 juni 2020 is de ter beschikking gestelde (wederom) ongewenst vreemdeling verklaard en is zijn verlofmachtiging ingetrokken. Omdat hij niet wenst mee te werken aan repatriëring naar zijn land van herkomst, komt de ter beschikking gestelde niet voor (begeleid) verlof in aanmerking. Op dit moment is er geen overeenstemming over de koers en prognose. De ter beschikking gestelde heeft aangegeven een plaatsing in [naam instelling 2] in het kader van long care te verkiezen boven repatriëring. Mocht de komende periode de ter beschikking gestelde alsnog voor repatriëring open staan, dan zou binnen een regulier behandeltraject begeleid verlof kunnen worden aangevraagd indien het verblijfrechtelijk mogelijk is.
Op de terechtzitting gegeven toelichting
De deskundige [naam] heeft zijn het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. De ter beschikking gestelde heeft na de gegrondverklaring van het door hem ingestelde hoger beroep in 2018 waarbij ongewenstverklaring is vernietigd, tien begeleide verloven gepraktiseerd. Deze verloven zijn goed verlopen. De instelling is voornemens, in het kader van een mogelijk perspectief, alle mogelijkheden te onderzoeken om het resocialisatietraject vorm te kunnen geven.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De raadsman heeft primair beëindiging van de tbs-maatregel verzocht. De officier van justitie heeft de opdracht van de rechtbank niet uitgevoerd, terwijl de ter beschikking gestelde zich thans in een uitzichtloze situatie bevindt. Subsidiair is verzocht de behandeling van de vordering voor maximaal drie maanden aan te houden om een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te laten onderzoeken. Voorwaardelijke beëindiging voorziet in een geleidelijk traject met afschaling van het risicomanagement. Meer subsidiair is verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met de duur van één jaar bepleit.

5..Beoordeling

Op grond van het advies van de instelling en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Nu de officier van justitie geen gevolg heeft gegeven aan de opdracht van de rechtbank ten behoeve van de ter beschikking gestelde verlof aan te vragen, bestaat geen wezenlijk andere situatie dan ten tijde van het onderzoek ter zitting op 27 september 2021. Het ontbreekt de rechtbank echter aan wettelijke mogelijkheden om verlof voor de ter beschikking gestelde af te dwingen teneinde de benodigde resocialisatie van de ter beschikking gestelde nader vorm te geven. De rechtbank moet helaas dan ook vaststellen dat er nog altijd een impasse bestaat in het tbs-traject van de ter beschikking gestelde. Omdat de ter beschikking gestelde geen verblijfsstatus heeft, is resocialisatieverlof niet toegestaan en kan geen concreet vervolgtraject in het kader van de tbs-maatregel worden ingezet. De problematiek van ter beschikking gestelden zonder verblijfsstatus doet zich niet alleen in dit geval voor. Het gaat inmiddels om een groep van niet onaanzienlijke omvang, waarvoor ook in de politiek aandacht is. Anderzijds is de impasse ook gelegen in de omstandigheid dat de ter beschikking gestelde tot op heden niet heeft willen meewerken aan zijn repatriëring.
Met betrekking tot de onderhavige zaak is op dit moment wel een aantal ontwikkelingen gaande. Er is een voorstel aanhangig tot wijzing van de Verlofregeling TBS met het doel om de behandeling en resocialisatie van ter beschikking gestelden zonder rechtmatig verblijf te bevorderen door hen in het kader van de (eventuele) repatriëring begeleid verlof te laten praktiseren. Daarnaast is sprake van (een) vreemdelingenrechtelijke procedure(s) die nog steeds loopt/lopen. De combinatie van deze omstandigheden maakt dat de rechtbank zal bepalen dat de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling op één jaar wordt gesteld om, in afwachting van het verdere verloop van de genoemde ontwikkelingen, vinger aan de pols te houden.
Gelet op het voorgaande is een onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging op dit moment nog niet aan de orde en om die reden zal het daartoe strekkende verzoek worden afgewezen.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor een of meer personen/de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één) jaar;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Erasmus griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De oudste en jongste rechters zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.