ECLI:NL:RBROT:2021:13151

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
7 januari 2022
Zaaknummer
11/005136-87
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met hoog recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die al meer dan 34 jaar onder de TBS-maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De ter beschikking gestelde is geboren op een onbekende datum en verblijft in de Langdurige Forensische Psychiatrische Zorg-afdeling van een onbekende instelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de adviezen van verschillende deskundigen meegenomen, waaronder die van de instelling, een psycholoog en een psychiater. Allen adviseerden om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien het hoge recidiverisico en de onbehandelbaarheid van de problematiek van de ter beschikking gestelde. De rechtbank heeft het verweer van de ter beschikking gestelde, dat een verlenging disproportioneel zou zijn, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de terbeschikkingstelling in redelijke verhouding staat tot de aard van de stoornis en de ernst van de delicten waarvoor de terbeschikkingstelling is opgelegd.

De beslissing van de rechtbank houdt in dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, en dat het verzoek om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen om de mogelijkheid van een zorgmachtiging te onderzoeken, wordt afgewezen. De rechtbank benadrukt dat de huidige mate van extern risicomanagement noodzakelijk is, gezien het hoge recidiverisico van de ter beschikking gestelde. De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging overschrijdt door deze verlenging de vier jaar, maar is mogelijk omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van anderen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 11/005136-87
Datum uitspraak: 15 december 2021
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren op [geboortedatum ter beschikking gestelde] te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] ,
verblijvende in de Langdurige Forensische Psychiatrische Zorg-afdeling (LFPZ) van
[naam instelling] te [plaatsnaam] (de instelling),
raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Haarlem.

1..Inleiding

Bij vonnis van de rechtbank Dordrecht van 24 september 1987 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (hierna: dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van verkrachting, meermalen gepleegd, en feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 11 oktober 1987.
Bij beslissing van deze rechtbank van 9 oktober 2019 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 20 februari 2020 de eerder vermelde beslissing van deze rechtbank bevestigd met aanvulling van de gronden.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 16 augustus 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel zijn die later toegezonden.
Op 11 oktober 2021 is het onderzoek op de terechtzitting geschorst omdat geen deugdelijke audio- en videoverbinding met de instelling tot stand gebracht kon worden.
Op 15 december 2021 is het onderzoek hervat en is de vordering behandeld. De officier van justitie mr. J. Berton, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door de raadsman, en de deskundige [naam 1] , werkzaam als gz-psycholoog en behandelcoördinator bij de instelling, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport van 14 juli 2021 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is nog steeds sprake van stoornissen. Binnen de huidige kaders van de tbs-maatregel en met extern aangebrachte beveiliging, maatregelen en de geboden begeleiding, is de kans op recidive laag. Het recidiverisico bij begeleid verlof wordt ingeschat als laag-matig en bij (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs-maatregel als hoog.
Na meerdere behandelpogingen in verschillende instellingen is gebleken dat de
pathologie van de ter beschikking gestelde nauwelijks te beïnvloeden is, waardoor de risicofactoren grotendeels onbehandeld zijn. In de kern zijn de problematiek van de ter beschikking gestelde en het risicomanagement niet gewijzigd. Gezien de neurologische schade bij de ter beschikking gestelde is ook niet de verwachting dat dit in de toekomst zal veranderen. Ondanks de complexiteit van zijn pathologie heeft de ter beschikking getelde in de afgelopen periode stabiel gefunctioneerd. Deze stabiliteit bestaat dankzij het adequate risicomanagement in een beveiligde en controlerende omgeving met veel structuur, (pro)actieve begeleiding, het overzichtelijk maken van de omgeving en ondersteuning/ sturing waar nodig. Vanwege de onbehandelbaarheid van de ernstige en complexe problematiek van de ter beschikking gestelde zal hij aangewezen blijven op verblijf in een Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ)-voorziening.
Advies psycholoog
Psycholoog [naam 3] adviseert in haar rapport van 29 juni 2021 om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen en de LFPZ-status van de ter beschikking gestelde te handhaven.
In geval de ter beschikking gestelde niet voortdurend onder toezicht staat, is het risico op herhaling zonder meer hoog te noemen. De aanhoudende preoccupatie van de ter beschikking gestelde met pedoseksuele prikkels die voortkomt uit zijn behandelresistente problematiek en zijn gebrek aan probleembesef en -inzicht maken dat hij aangewezen is op een gesloten, gestructureerde en forensisch deskundige omgeving. Gezien de onveranderbare en ernstige problematiek van de ter beschikking gestelde en het daarmee gepaard gaande hoge recidiverisico is de inschatting dat deze mate van extern risicomanagement levenslang noodzakelijk zal zijn. De psycholoog onderschrijft daarbij de conclusie van de instelling dat het huidige beveiligingsniveau en de geboden zorgintensiteit aansluiten bij de behoefte van de ter beschikking gestelde en dat er vooralsnog geen alternatieven voorhanden zijn.
Advies psychiater
De psychiater [naam 2] komt in zijn rapport van 30 juni 2021 tot dezelfde conclusies aangaande diagnostiek, de risicofactoren en het risicomanagement als de instelling en de psycholoog. Hij concludeert eveneens tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De psychiater ziet geen mogelijkheden om te komen tot behandeling buiten de LFPZ.
Op de terechtzitting gegeven toelichting
De deskundige [naam 1] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Ondanks de complexe pathologie van de ter beschikking gestelde is het behandelteam van mening dat met het huidige risicomanagement en onder tweepersoonsbegeleiding begeleid verlof op verantwoorde wijze kan plaatsvinden. Binnenkort zal worden gestart met dubbel begeleide verloven gericht op het verhogen van de kwaliteit van leven van de ter beschikking gestelde.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De raadsman heeft primair beëindiging van de terbeschikkingstelling bepleit. Gelet op de duur van de terbeschikkingstelling, is de voortduring daarvan disproportioneel. Subsidiair is een verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar. Er wordt verzocht tegen de volgende verlengingszitting de officier van justitie de opdracht te geven om de mogelijkheid van plaatsing in een andere voorziening in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) te onderzoeken.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, zoals door de officier van justitie is verzocht.
De rechtbank verwerpt het verweer van de ter beschikking gestelde dat een verlenging van de terbeschikkingstelling disproportioneel is. De kern van de problematiek van de ter beschikking gestelde en het benodigde risicomanagement zijn ongewijzigd, waarbij het recidiverisico onverminderd hoog is. De duur en zwaarte van de te verlengen terbeschikkingstelling staan dan ook in een redelijke verhouding tot de aard van de stoornis, de ernst van de delicten waarvoor de terbeschikkingstelling is opgelegd en de kans op herhaling van strafbaar gedrag door de ter beschikking gestelde.
Het verzoek om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen om de mogelijkheid van de afgifte van een zorgmachtiging in het kader van de Wvggz te onderzoeken, wordt afgewezen. Vanwege het hoge recidiverisico is de mate van extern risicomanagement dat in het huidige forensisch kader wordt geboden noodzakelijk. Een zorgmachtiging, die met name gericht is op zorgverlening en niet op risicomanagement, is daarom niet aan de orde.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaar;
wijst afhet meer of anders verzochte.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Erasmus griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De oudste en de jongste rechters zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.