ECLI:NL:RBROT:2021:13148

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 november 2021
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
10/680027-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde met 18 maanden na beoordeling van de behandeling en recidiverisico

Op 16 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde, geboren in 2001. De PIJ-maatregel was oorspronkelijk opgelegd door het gerechtshof Den Haag op 31 oktober 2019, ter zake van verkrachting in vereniging en diefstal met geweld. De rechtbank ontving op 5 oktober 2021 een vordering tot verlenging van deze maatregel, die op de zitting van 16 november 2021 achter gesloten deuren werd behandeld. De officier van justitie pleitte voor een verlenging van 18 maanden, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman een verlenging van 12 maanden bepleitten. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld aan de hand van de voorwaarden uit het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde een voorzichtige positieve ontwikkeling had doorgemaakt, maar dat er nog veel werk aan de winkel was om de kernproblematiek aan te pakken. De rechtbank oordeelde dat het in het belang van de verdere ontwikkeling van de veroordeelde was om de PIJ-maatregel met 18 maanden te verlengen. De beslissing houdt in dat de maatregel op 16 mei 2023 onvoorwaardelijk zal eindigen, mits de veroordeelde zich aan de voorwaarden houdt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team jeugd
Parketnummer: 10/680027-16
Datum uitspraak: 16 november 2021
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna PIJ-maatregel) van
[naam veroordeelde] ,(hierna: de veroordeelde),
geboren te [geboorteplaats veroordeelde] op [geboortedatum veroordeelde] 2001,
preventief verblijvende in de Justitiële Rijks Jeugdinrichting (RJJI) De Hartelborgt, Borgtweg 1, 3202 LJ te Spijkenisse (hierna: de inrichting),
raadsman mr. R. Bonis, advocaat te Dordrecht.

1..Procesverloop

Op 31 oktober 2019 heeft het gerechtshof Den Haag de PIJ-maatregel van de veroordeelde gelast.
De PIJ-maatregel is opgelegd ter zake van verkrachting in vereniging en diefstal met geweld. De termijn van de PIJ-maatregel is gestart op 15 november 2019.
Op 5 oktober 2021 heeft de rechtbank van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel ontvangen.
Bij die vordering zijn gevoegd:
- het advies van het hoofd van de inrichting waar de veroordeelde verblijft,
gedateerd 16 september 2021, inclusief de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde over de periode van 18 september 2018 tot 29 juli 2021.
Op de zitting van 16 november 2021 is de vordering achter gesloten deuren behandeld.
De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Bonis en de deskundige drs. [naam GZ-psycholoog] , als GZ-psycholoog verbonden aan de inrichting, zijn gehoord.

2..Standpunt van partijen

2.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met achttien maanden.
2.2.
Standpunt van de veroordeelde
De veroordeelde en zijn raadsman hebben verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met twaalf maanden bepleit.

3..Adviezen

3.1.
Advies inrichting
Het advies houdt onder meer het volgende in.
Actuele diagnose
Bij de veroordeelde is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een andere gespecificeerde trauma- of stressorgerelateerde stoornis, te weten een reactieve hechtingsstoornis in de kindertijd, en een stoornis in cannabisgebruik in een gereguleerde omgeving.
Verloop behandeling
De eerste periode sinds het ingaan van de PIJ-maatregel op 15 november 2019 heeft voor de veroordeelde in het teken gestaan van meer in contact komen en meer van zichzelf laten zien. Ook zijn er doelen gesteld ten aanzien van het verminderen van de instrumentele agressie ter voorkoming van betrapping op contrabande. De behandeling van de veroordeelde richt zich middels interventies als schematherapie en psychomotorische therapie op het vergroten van zelfinzicht, inzicht krijgen in risicofactoren en identiteitsontwikkeling. Binnen de schematherapie werd na een jaar behandeling, waarin vooral aandacht is geweest voor opbouw van contact en vertrouwen, duidelijk dat de veroordeelde bepaalde (afwijkende) normen en waarden verinnerlijkt lijkt te hebben, waardoor ze een onderdeel zijn gaan vormen van zijn persoonlijkheid. De denkpatronen van de veroordeelde zijn hardnekkig en fors geïnternaliseerd, waardoor hij bij tijd en wijle terugvalt in oud gedrag. Waar de veroordeelde zich eerder moeizaam liet begeleiden en voornamelijk zelfbepalend gedrag liet zien, staat hij nu meer open voor begeleiding, gaat hij beter het gesprek aan en laat hij meer van zichzelf zien. Het aantal positieve urinecontroles is sterk gedaald en de begeleid verlofmachtiging is 10 maart 2021 afgegeven, om de veroordeelde perspectief te bieden en zijn motivatie voor verdere gedragsverandering vast te kunnen houden. Het eerste verlof heeft pas plaats kunnen vinden op 9 april 2021 vanwege afwijkende waarden van zijn urinecontrole en het niet opvolgen van instructies van de groepsleiding. De begeleide verloven zijn tot dusver goed verlopen. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en er hebben tijdens verlof geen incidenten plaatsgevonden. De verloven motiveren de veroordeelde in het volhouden van verlofwaardig gedrag. De veroordeelde had graag in september extern een opleiding willen gaan volgen, echter leent het traject van de veroordeelde zich nog niet voor de aanvraag van een onbegeleid verloftraject. De laatste weken is er een lichte achteruitgang in gedrag te zien als er gekeken wordt naar de toename van het aantal incidenten en het vaker weigeren van het dagprogramma. Het wegvallen van perspectief op een opleiding buiten de inrichting lijkt hier debet aan te zijn. Schematherapie is stopgezet vanwege het vertrek van de behandelaar. Op dit moment verloopt de psychomotorische therapie goed. Er liggen nog doelen in het verkrijgen van diepgang. De veroordeelde is geneigd dit te vermijden. Afhankelijk van het verloop van de psychomotorische therapie en de bewerking van de doelen zal de veroordeelde op termijn weer starten met schematherapie. Op de groep is gekozen voor een gedragstherapeutische benadering, waarbij de nadruk ligt op zijn eigen verantwoordelijkheid en de consequenties van de keuzes die hij maakt. Hoewel de veroordeelde op gedragsniveau al wel stappen heeft gezet, blijft hij moeite hebben met het inzien van de noodzaak van interventies. De laatste weken lijkt er bij de veroordeelde voor het eerst een veranderwens te ontstaan. Zo heeft hij aangegeven graag te willen leren meer open te zijn en meer de samenwerking aan te willen gaan.
Gevaar voor herhaling
Het recidiverisico op gewelddadig gedrag wordt als matig tot hoog ingeschat. Er is sprake van weinig tot redelijk beschermende factoren. De veroordeelde bevindt zich, wegens zijn verblijf in de inrichting, in een goed pedagogisch klimaat, krijgt passende hulpverlening en er is sprake van juridisch toezicht en opgelegde behandeling. De veroordeelde is sociaalvaardig en in staat om sociale situaties op een adequate manier waar te nemen. Doelen worden gezien op het gebied van coping en zelfcontrole. De veroordeelde heeft de neiging om problemen te vermijden en/of te ontkennen. Wanneer hij zijn emoties te lang opkropt, kan dit leiden tot verlies van zelfcontrole. Wanneer de veroordeelde zijn zelfcontrole verliest, kan hij zowel verbaal als fysiek agressief gedrag gaan vertonen. De veroordeelde volgt momenteel een opleiding waarvoor hij niet gemotiveerd is. Hierdoor mist hij regelmatig lesuren. Wanneer de veroordeelde stappen blijft zetten zoals hij de afgelopen zes maanden deed, zal het algeheel risico mogelijk naar matig bijgesteld kunnen worden. Om de kans op recidive te verkleinen, is het van belang dat de veroordeelde over effectievere copingvaardigheden gaat beschikken. Door openheid te geven over zijn beleving en emoties wordt tegelijkertijd de kans op het verlies van zelfcontrole verlaagd. Daarnaast is het van belang dat de veroordeelde een passende opleiding gaat volgen om zo zijn motivatie voor school te vergroten.
Verder behandeltraject en –perspectief
De veroordeelde staat feitelijk nog aan het begin van zijn traject. Hoewel er zeer recent een eerste veranderwens zichtbaar wordt bij de veroordeelde, moet er tegelijkertijd nog veel bewerkt worden om de kernproblematiek voldoende om te buigen zodat de risico's afnemen en de beschermende factoren versterkt worden. Dit maakt dat een prognose over het tijdspad en de verwachting van de instelling ten aanzien van het gekozen perspectief op dit moment moeilijk concreet te maken is. Er bestaan rigide denkpatronen, waarvan de oorsprong in de kindertijd ligt en die vergroeid zijn met de persoonlijkheid. De combinatie met de externe motivatie voor gedragsverandering maakt dat de prognose is dat daadwerkelijke verandering lang zal duren. Er zal een samenwerkingsrelatie moeten ontstaan en de behandeling zal zich verder moeten richten op de nog resterende criminogene risicofactoren, waar voldoende tijd voor nodig zal zijn. In een zo gunstig mogelijk verloop is de inschatting dat de veroordeelde na achttien maanden verlenging klaar zal zijn om te starten met een scholings- en trainingsprogramma. Een onbegeleid verlofmachtiging kan worden aangevraagd zodra de veranderwens van de veroordeelde zich heeft doorontwikkeld en de eerste resultaten hiervan zichtbaar zijn in openheid en verdere ontwikkeling op de gestelde leerdoelen.
Het advies luidt de termijn van de PIJ-maatregel te verlengen met achttien maanden.
3.2.
Ter zitting gegeven adviezen
Deskundige drs. [naam GZ-psycholoog] , als GZ-psycholoog verbonden aan de inrichting, heeft het verlengingsadvies ter zitting gehandhaafd en nader toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard dat de veroordeelde op dit moment meer openheid geeft en dat de schematherapie weer is opgestart. In verband met een kleine toename van incidenten sinds het bespreken van het rapport met de veroordeelde, is het verloftraject weer even stil komen te liggen. De veroordeelde is recent gestart met een interne havo-opleiding in deeltijd, waarvoor hij dagelijks lessen volgt. De deskundige acht een verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met achttien maanden noodzakelijk om de gestelde doelen te kunnen behalen.

4..Beoordeling

Een PIJ-maatregel kan op grond van artikel 6:6:31, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) juncto artikel 77s, eerste lid, sub b en c, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) slechts verlengd worden indien de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daarnaast dient de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van die maatregel te eisen en dient de maatregel in het belang te zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Aan deze drie voorwaarden moet worden voldaan om tot een verlenging van de maatregel te kunnen komen.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier, uit het advies en uit wat tijdens de behandeling ter zitting naar voren is gekomen, volgt dat aan de voorwaarden tot een verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel is voldaan. Ten aanzien van de derde voorwaarde is het volgende van belang. De veroordeelde heeft in de afgelopen periode een voorzichtige positieve ontwikkeling doorgemaakt. Nadat de veroordeelde zeer recent weer was gestart met zijn verlofopbouw, is het traject op dit moment weer even stil komen te liggen. De veroordeelde heeft de afgelopen periode een veranderwens en meer medewerking laten zien. Het is van belang dat de veroordeelde de komende periode meer openheid geeft over zijn beleving en emoties en werkt aan zijn copingvaardigheden en zelfcontrole. De veroordeelde zal deelnemen aan psychomotorische therapie en schematherapie. Zo kan de veroordeelde vanuit het huidige verloftraject toewerken naar onbegeleide verloven. Tijdens die verloven kan de veroordeelde op termijn laten zien dat hij zich ook buiten de inrichting aan afspraken kan houden en dat hij de positieve lijn kan voortzetten. Dan zal de veroordeelde ook kunnen deelnemen aan het scholings- en trainingsprogramma. Voor het doorlopen van al deze stappen is nog wel enige tijd nodig. De rechtbank is daarom met de inrichting en de officier van justitie van oordeel dat het in het belang van de veroordeelde is dat de PIJ-maatregel voor de duur van achttien maanden wordt verlengd.
Gevolg gevend aan het bepaalde in artikel 6:6:31, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, geeft de rechtbank aan dat de maatregel, gelet op de ingangsdatum, de huidige expiratiedatum en de verlenging bij deze beslissing op 16 mei 2023. onvoorwaardelijk zal eindigen.

5..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
met 18 maanden.
Deze beschikking is gegeven door
mr. F.W.H. van den Emster, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, en mr. H.J. de Kraker, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 16 november 2021.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening en de veroordeelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. (
art.6:6:37 Sv)