ECLI:NL:RBROT:2021:13146

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 november 2021
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
628006 / HA RK 21-1272
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning van de rechter in een civiele procedure

Op 3 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin mr. D.Y.A. van Meersbergen, rechter in de rechtbank Rotterdam, een verzoek tot verschoning heeft ingediend. De rechter voelde zich niet vrij om de zaak te behandelen, omdat hij de vrouw en haar kinderen kent als goede vrienden van een goede vriendin. Dit leidde tot de vrees voor vooringenomenheid, wat de rechter ertoe bracht om zich te verschonen. De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning beoordeeld en vastgesteld dat de aangevoerde omstandigheden een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid opleveren. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, maar dat uitzonderlijke omstandigheden kunnen leiden tot een andere conclusie. Gezien de persoonlijke relatie tussen de rechter en de betrokken partijen, heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning toegewezen. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters op dezelfde datum.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 628006 / HA RK 21-1272
Beslissing van 3 november 2021
op het verzoek van:
mr. D.Y.A. van Meersbergen,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team familie (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[naam van de vrouw],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. J. Dongelmans
tegen
[naam van de man],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. B.S. van der Klauw.

1.Het procesverloop en de processtukken

Bij de rechtbank is in behandeling de zaak tussen de vrouw en de man, beiden voornoemd, met kenmerk C/10/626626 / FA RK 21-7543. Bij brieven van de griffier van 15 oktober 2021 zijn partijen opgeroepen voor de zitting van 5 november 2021. In die brief is aan de partijen meegedeeld dat de zaak zal worden behandeld door de rechter.
Op 2 november 2021 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de zaak met kenmerk C/10/626626 / FA RK 21-7543.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
2.1.1.
De rechter kent partijen en hun kinderen. Zij zijn goede vrienden van een goede vriendin van de rechter. In dat kader heeft de rechter de vrouw en haar kinderen in het verleden bij verschillende gelegenheden getroffen. Hoewel dit inmiddels alweer enige jaren geleden is, voelt de rechter zich niet vrij de zaak te behandelen. Volgens de rechter bestaat de objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. D.Y.A. van Meersbergen zich in de civielrechtelijke procedure van [naam van de vrouw] tegen [naam van de man] met kenmerk C/10/626626 / FA RK 21-7543 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, mr. E. Rabbie en
mr. W.M.P.M. Weerdesteijn, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier ondertekend op 3 november 2021.