ECLI:NL:RBROT:2021:13145
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- P.C. Santema
- M.G.L. de Vette
- M. de Geus
- Y. Doğanyiğit
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot verschoning in een strafzaak
Op 6 oktober 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin mr. C. Vogtschmidt, rechter in de rechtbank Rotterdam, een verzoek tot verschoning heeft ingediend in de strafzaak tegen een verdachte, vertegenwoordigd door raadsman mr. E. Janse. De verdachte was gedagvaard om te verschijnen ter zitting van de meervoudige strafkamer op 8 oktober 2021, in verband met verdenkingen van strafbare feiten zoals omschreven in de dagvaarding met parketnummer 10-170227-21. De rechter had eerder, op 8 juli 2021, als lid van de raadkamer de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven, omdat de ernstige bezwaren niet langer aanwezig werden geacht. De rechter heeft in haar verzoek tot verschoning aangevoerd dat er sindsdien geen noemenswaardige stukken aan het dossier zijn toegevoegd en dat de officier van justitie haar had gewezen op de vrees voor partijdigheid. De rechtbank heeft de omstandigheden van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat de rechter subjectief niet onpartijdig is, maar dat de vrees voor objectieve partijdigheid gerechtvaardigd is. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen.