ECLI:NL:RBROT:2021:13139

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2021
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
624247 / HA RK 21-979
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civielrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 augustus 2021 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. R.R. Roukema, die als handelsrechter de zaak behandelde, had de procedure naar het kanton verwezen. Na de verwijzing hebben de eisers, een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, aangegeven dat zij liever een andere rechter willen en verzochten om een nieuwe mondelinge behandeling. Dit verzoek werd gedaan in het kader van een huurzaak, die door de rechter als zodanig was gekwalificeerd. De rechter heeft op 17 augustus 2021 een schriftelijk verzoek tot verschoning ingediend, waarbij hij de vrees uitsprak dat zijn onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen door de omstandigheden van de zaak.

De rechtbank heeft de aangevoerde omstandigheden van de rechter beoordeeld en vastgesteld dat er geen aanwijzingen waren voor subjectieve vooringenomenheid. Echter, de rechtbank oordeelde dat de vrees voor objectieve onpartijdigheid gerechtvaardigd was, gezien de zelf ingediende verschoningsverzoek door de rechter. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek tot verschoning moest worden toegewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd ondertekend door de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 624247 / HA RK 21-979
Beslissing van 25 augustus 2021
op het verzoek van:
mr. R.R. Roukema,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:

1.de vennootschap onder firma [naam] VOF, gevestigd te [plaats] ,

2.
[naam eiser 2], wonende te [woonplaats] ,
3.
[naam eiser 3], wonende te [woonplaats] ,
eisers,
gemachtigde mr. G.L. Breunesse
--- tegen ---
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam] B.V., gevestigd te Barendrecht,
gedaagde,
gemachtigde mr. A.E. Klomp.

1.Het procesverloop en de processtukken

Bij de rechter is in behandeling de zaak tussen eisers en gedaagde, beiden voornoemd, met kenmerk 9021492 CV EXPL 21-6119.
Op 17 augustus 2021 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
De verschoningskamer heeft kennis genomen van het dossier van de procedure met het hiervoor genoemde kenmerk.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven:
2.1.1.
In de onderhavige zaak heeft de rechter als handelsrechter geoordeeld dat het een huurzaak betreft en heeft hij daarom de zaak naar kanton verwezen. Vervolgens heeft de rechter op 7 mei 2021 de rolbeslissing gegeven dat in deze zaak partijen hun standpunt nader mogen bepalen.
2.1.2.
Partijen hebben inmiddels ieder een akte genomen. Daarin geven eisers aan dat ze nu liever een andere rechter hebben. Eisers hebben tevens om een nieuwe mondelinge behandeling verzocht omdat er nu een andere rechter oordeelt.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. R.R. Roukema zich in de civielrechtelijke kantonprocedure met kenmerk 9021492 CV EXPL 21-6119 van de vennootschap onder firma [naam] VOF, [naam eiser 2] en [naam eiser 3] als eisers tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] B.V. als gedaagde te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. K.J. Bezuijen, voorzitter, en mr. K.A. Baggerman en
mr. W.M.P.M. Weerdesteijn, rechters, en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier, ondertekend op 25 augustus 2021.