ECLI:NL:RBROT:2021:13137

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
630146 / HA RK 21-1411
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechters na einduitspraak in een civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 december 2021 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het wrakingsverzoek was ingediend op 2 december 2021, na een eerdere uitspraak van de rechters op 29 november 2021 in een andere wrakingsprocedure. De wrakingskamer, bestaande uit de gewraakte rechters, had op 29 november 2021 een eindbeslissing genomen, waardoor de behandeling van de zaak was geëindigd. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat het verzoek was ingediend nadat de rechters hun beslissing al hadden genomen. De rechtbank benadrukte dat het doel van wraking is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat dit niet meer mogelijk is als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechters, met toepassing van het Wrakingsprotocol van de rechtbank.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 630146 / HA RK 21-1411
Beslissing van 16 december 2021
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [adres] ,
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. W.J.J. Wetzels, mr. M.C. Franken en mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, voorzitter respectievelijk leden van de wrakingskamer in de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechters).

1.Het procesverloop en de processtukken

De wrakingskamer in deze rechtbank, welke kamer was samengesteld door de rechters, heeft op 29 november 2021 een beslissing uitgesproken ten aanzien van het verzoek van verzoeker tot wraking van rechter mr. C. van Steenderen-Koornneef. Die wrakings-procedure draagt als kenmerk 628943 / HA RK 21-1333.
Bij brief van 1 december 2021 heeft verzoeker wraking van de rechters verzocht.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven wrakingsprocedure, waarin zich onder meer bevindt de beslissing van 29 november 2021.
Behalve de hiervoor genoemde stukken heeft de wrakingskamer voorts nog kennis genomen van twee brieven van verzoeker, gedateerd 3 december 2021 en 6 december 2021.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds een einduitspraak heeft gedaan omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2
Op 29 november 2021 hebben de rechters in de hiervoor omschreven wrakingsprocedure een beslissing uitgesproken. Die beslissing is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de wrakingszaak door de rechters is geëindigd.
2.3
Het wrakingsverzoek is op 2 december 2021 en derhalve na de uitspraak van voormelde beslissing ingediend. Uit het vorenstaande volgt dat de rechters de zaak niet meer behandelden op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Hieraan doet niet af dat verzoeker het verzoek niet eerder had kunnen doen omdat hem niet de mogelijkheid is geboden te worden gehoord. Verzoeker is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechters. Verzoeker zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 8, lid 2, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank en zonder behandeling van het verzoek ter zitting niet-ontvankelijk worden verklaard in het verzoek.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van mr. W.J.J. Wetzels, mr. M.C. Franken en mr. S.C.C. Hes-Bakkeren.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.C. Santema, voorzitter, mr. A.M.H. Geerars en
mr. E. Rabbie, rechters en door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 16 december 2021 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.