ECLI:NL:RBROT:2021:13135
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter na eindbeslissing in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2021 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 23 november 2021, na de eindbeslissing van de rechter in de strafzaak tegen de verzoeker, die op 22 november 2021 had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat de rechter in kwestie, mr. A. Buizer, de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking werd ingediend. De rechtbank benadrukte dat wraking bedoeld is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat dit doel niet meer kan worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking, met toepassing van het Wrakingsprotocol van de rechtbank.