ECLI:NL:RBROT:2021:13114

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
5 januari 2022
Zaaknummer
C/10/629295 / FA RK 21-8854
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor de duur van zes maanden in verband met psychische stoornis en ernstig nadeel

Op 16 december 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden. De betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, heeft een aanzienlijk risico op ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel voor anderen en maatschappelijke teloorgang. De officier van justitie heeft verzocht om verplichte zorg, omdat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene momenteel in detentie verblijft en dat er een risico bestaat dat hij buiten detentie zijn medicatie niet zal blijven innemen. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en het zorgplan. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie toegewezen en de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 16 juni 2022. De rechtbank heeft daarbij de verschillende vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beslissing is genomen met inachtneming van de veiligheid van de betrokkene en de noodzaak om zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren.

Uitspraak

Beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Team Straf 1
Zaak – en rekestnummer: C/10/629295 / FA RK 21-8854
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg.
Beschikking van 16 december 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg juncto artikel 6:5, aanhef en onder a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).
Op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier van justitie,
met betrekking tot:
[naam betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
bijgestaan door mr. M.D. van Velthoven, advocaat te Rotterdam.

1..Procesverloop

Bij verzoekschrift, gedateerd 25 november 2021, heeft de officier de rechtbank verzocht om ten aanzien van de betrokkene een zorgmachtiging te verlenen. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 22 november 2021;
- de zorgkaart;
- het zorgplan;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- een historisch overzicht waaruit blijkt dat geen eerdere machtigingen zijn afgegeven ingevolge de Wet BOPZ en de Wvggz;
- een uittreksel van de justitiële documentatie.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 december 2021 in de rechtbank Rotterdam. Bij die gelegenheid zijn verschenen en gehoord:
- betrokkene, met zijn hierboven genoemde advocaat;
- mr. D.N.G. Woei-A-Tsoi, de officier van justitie;
- de zorgverantwoordelijke [naam zorgverantwoordelijke] .

2. Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.

3..Standpunt van betrokkene

De raadsvrouw van de betrokkene heeft zich primair op het standpunt gesteld dat het verzoek moet worden afgewezen. Een behandeling, het innemen van medicatie en een kortdurende opname kunnen plaatsvinden in een vrijwillig kader, omdat de betrokkene zich daartegen niet verzet.
De raadsvrouw heeft verder aangevoerd dat niet langer sprake is van een ernstig nadeel, aangezien de betrokkene sinds drie maanden goed ingesteld lijkt te zijn op medicatie en zich de afgelopen tijd geen incidenten in detentie hebben voorgedaan waarbij agressie een probleem was.
De raadsvrouw heeft subsidiair aangevoerd dat de volgende vormen van verplichte zorg zoals die zijn verzocht niet nodig zijn: insluiten, uitoefenen van toezicht, onderzoek aan kleding en/of lichaam, onderzoek woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en controle op aanwezigheid gedragsbeïnvloedende middelen.

4..Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waarvan de precieze aard op dit moment onduidelijk is, maar het meest waarschijnlijk is een stoornis in het schizofreniespectrum, die zich manifesteert in psychotische stoornissen bij de betrokkene.
4.2.
Deze stoornis leidt tot (een aanzienlijk risico op) ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel voor een ander;
- ernstige psychische schade voor een ander;
- maatschappelijke teloorgang van zichzelf;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Hoewel de betrokkene zijn medicatie momenteel in detentie vrijwillig inneemt en hij heeft verklaard dit ook te blijven doen zodra hij uit detentie ontslagen wordt, is de inschatting van de rechtbank dat er een aanzienlijk risico is dat hij buiten detentie het innemen van antipsychotica zal staken. De betrokkene heeft lange tijd geen ziektebesef gehad en stond niet open voor enige vorm van behandeling. Ook zijn de problemen rond (de omgang met) zijn dochtertje nog niet opgelost. Indien de psychotische symptomen bij de betrokkene toenemen door nieuwe stressvolle situaties dan wel het staken van de medicatie, is de verwachting dat hij opnieuw verbaal en fysiek agressief wordt jegens anderen, zoals hij ook in het verleden is geweest. Hierbij houdt de rechtbank rekening met het feit dat de betrokkene meerdere malen is veroordeeld voor vernieling en belaging van verschillende slachtoffers. Daarnaast beschikt de betrokkene niet over huisvesting en dagbesteding, zodat een aanzienlijk risico bestaat op maatschappelijke teloorgang zonder de benodigde zorg.
4.3.
Om dit ernstige nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren, heeft de betrokkene verplichte zorg nodig.
4.4.
Gebleken is dat er op dit moment geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Uit de medische verklaring van de psychiater blijkt dat de betrokkene niet het achterste van zijn tong laat zien en dat momenteel onvoldoende bekend is of de betrokkene een vrijwillige behandeling zal accepteren na afloop van zijn detentie. Bovendien heeft de advocaat van de betrokkene aangevoerd dat niet elke vorm van verplichte zorg nodig zal zijn voor de betrokkene en heeft zij zich namens de betrokkene tegen (onderdelen van) de verzochte verplichte zorg verzet.
4.5.
Omdat een adequate behandeling noodzakelijk is om het toestandsbeeld van de betrokkene te stabiliseren en zo het ernstige nadeel af te wenden, is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
De volgende vormen van verplichte zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen
6 maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
4.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Hoewel, zoals de advocaat van de betrokkene heeft aangevoerd, wellicht niet alle vormen van verplichte zorg nodig zijn, is bij het bepalen van de juiste zorg rekening gehouden met de veiligheid van de betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van de betrokkene aan het maatschappelijke leven te bevorderen. Gelet op het gedrag van de betrokkene ten tijde van zijn psychotische ontregeling ziet de rechtbank redenen om ook insluiten als vorm van verplichte zorg op te nemen. Het is aan de instelling waar de betrokkene verblijft om te bepalen op welk moment welke vorm van verplichte zorg noodzakelijk is, met inachtneming van de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg alsmede aan de uitgangspunten als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.
4.9.
De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes (6) maanden, en geldt aldus tot en met 16 juni 2022. De vormen van verplichte zorg zoals opgenomen onder 4.5 zullen worden toegewezen voor de gevraagde duur.

5..Beslissing

De rechtbank:
wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van:
[naam betrokkene] , geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 4.5. kunnen worden getroffen overeenkomstig de vermelde duur;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 16 juni 2022.
Deze beslissing is gegeven op 16 december 2021 door
mr. F.A. Hut, voorzitter,
mrs. M. Timmerman en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat deze beschikking te ondertekenen.