In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen de Vereniging van Eigenaars (VvE) en een lid, [persoon A]. De VvE vordert betaling van achterstallige bijdragen van [persoon A], die sinds mei 2017 zijn verplichtingen niet nakomt. [persoon A] heeft echter aangevoerd dat de VvE tekortschiet in haar verplichtingen, met name met betrekking tot het onderhoud van het dak, wat heeft geleid tot vochtproblemen in zijn appartementen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [persoon A] als lid van de VvE verplicht is om bij te dragen aan de kosten, maar dat hij zijn betalingsverplichtingen niet kan opschorten op basis van de gestelde tekortkomingen van de VvE. De rechter heeft geoordeeld dat de VvE niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat de vorderingen van [persoon A] in reconventie niet toewijsbaar zijn. De kantonrechter heeft de vordering van de VvE tot betaling van € 3.737,93, vermeerderd met wettelijke rente, toegewezen en de vorderingen van [persoon A] afgewezen. Tevens is [persoon A] veroordeeld in de proceskosten.