ECLI:NL:RBROT:2021:13044
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering in verband met deeltijdondernemerschap en vervoerskosten
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 24 december 2021, wordt de herziening en terugvordering van een bijstandsuitkering van eisers besproken. De zaak betreft een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarbij de bijstandsuitkering van eisers over de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 is herzien en een bedrag van € 2.999,53 is teruggevorderd. Dit besluit is gebaseerd op de Participatiewet (Pw) en de inkomsten die eisers hebben ontvangen uit deeltijdondernemerschap. Eisers hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt, maar het bezwaar is ongegrond verklaard. Hierop hebben eisers beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 22 oktober 2021 is medegedeeld dat eiser kort voor de zitting is overleden. De rechtbank heeft de argumenten van eisers, die stellen dat de vervoerskosten wel degelijk kunnen worden vastgesteld, in overweging genomen. Eisers hebben een kilometerregistratie overgelegd, waaruit blijkt dat eiser in 2019 8.211,1 zakelijke kilometers heeft gereden. De rechtbank oordeelt dat de motivering van het bestreden besluit niet voldoende is en dat verweerder niet duidelijk heeft gemaakt welke bewijsstukken nodig zijn om de vervoerskosten te verifiëren.
De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om het gebrek in de motivering van het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet zijn behandeld.