In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], vertegenwoordigd door de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V., en [gedaagde]. De zaak betreft de beëindiging van een autoverzekering die door [gedaagde] was afgesloten bij Avero Achmea. De verzekeringspolis werd per 26 oktober 2020 beëindigd, maar [eiseres] vorderde betaling van de openstaande premie over de periode van 1 juni 2020 tot 26 oktober 2020, omdat [gedaagde] zijn verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst niet was nagekomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] op 23 september 2020 de auto had verkocht, maar dat hij de verzekeraar niet op de hoogte had gesteld van deze wijziging. Dit leidde tot de conclusie dat de verzekering doorliep en dat [gedaagde] in beginsel de verschuldigde premie moest betalen. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, met uitzondering van een vermindering van de hoofdsom en de wettelijke rente. Tevens zijn de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, en is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig informeren van de verzekeraar over wijzigingen die het risico beïnvloeden, en dat het nalaten hiervan gevolgen kan hebben voor de verplichtingen van de verzekeringnemer. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] grotendeels toegewezen, met inachtneming van de gemaakte kosten en de wettelijke bepalingen.