In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 13 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. Zilveren Kruis vorderde betaling van onbetaalde zorgnota's, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde had een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis en was in gebreke gebleven met de betaling van verschillende zorgnota's, die in totaal € 655,61 bedroegen. De gedaagde voerde aan dat er al beslag was gelegd op haar zorgtoeslag en dat zij niet in staat was om het bedrag in één keer te betalen. Ze stelde voor om een betalingsregeling te treffen, maar dit aanbod werd door Zilveren Kruis afgewezen.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde het gevorderde bedrag verschuldigd was, aangezien zij geen inhoudelijk verweer had gevoerd tegen de hoofdsom en de hoogte van het gevorderde bedrag niet had betwist. De rechter wees de vordering van Zilveren Kruis toe, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Zilveren Kruis werden vastgesteld op € 615,22 aan verschotten en € 248,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de gedaagde onder de zorgverzekeringsovereenkomst en de gevolgen van wanbetaling, evenals de mogelijkheid voor de zorgverzekeraar om buitengerechtelijke kosten te vorderen. De rechter bevestigde dat de gedaagde, ondanks haar financiële situatie, verplicht was om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen.