ECLI:NL:RBROT:2021:12908

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 augustus 2021
Publicatiedatum
28 december 2021
Zaaknummer
624041 / HA RK 21-971
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter na einduitspraak in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2021 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker. De verzoeker had eerder, op 21 mei 2021, een einduitspraak ontvangen in zijn zaak, die betrekking had op een verzet tegen een eerdere uitspraak van 2 september 2020. Het wrakingsverzoek werd echter pas op 15 augustus 2021 ingediend, wat leidde tot de vraag of de verzoeker ontvankelijk was in zijn verzoek tot wraking van de rechter, mr. F.P.J. Schoonen.

De rechtbank overwoog dat wraking een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. Volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een rechter gewraakt worden, maar dit is niet meer mogelijk als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. Aangezien de rechter op 21 mei 2021 een eindbeslissing had genomen, was de behandeling van de zaak beëindigd en kon het wrakingsverzoek niet meer worden gehonoreerd.

De rechtbank verklaarde de verzoeker dan ook niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking, omdat de rechter op het moment van indienen van het verzoek niet meer betrokken was bij de zaak. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 624041 / HA RK 21-971
Beslissing van 18 augustus 2021
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [adres] ,
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. F.P.J. Schoonen, rechter in de rechtbank Rotterdam, team bestuur 3 (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

De rechter heeft op 21 mei 2021 uitspraak gedaan ten aanzien van het door verzoeker gedane verzet tegen de uitspraak van deze rechtbank van 2 september 2020. Die procedure draagt als kenmerk ROT 20 / 1659.
Bij brief van 15 augustus 2021 heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt de uitspraak van 21 mei 2021.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 8:15 Awb kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds een einduitspraak heeft gedaan omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2
Op 21 mei 2021 heeft de rechter in de hiervoor omschreven procedure uitspraak gedaan. Die uitspraak is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak door de rechter is geëindigd.
2.3
Het wrakingsverzoek is op 15 augustus 2021 en derhalve na voormelde uitspraak ingediend.
Uit het vorenstaande volgt dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Verzoeker is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechter. Verzoeker zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 8, lid 2, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank niet-ontvankelijk worden verklaard in het verzoek.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van mr. F.P.J. Schoonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.P. Hameete, voorzitter, mr. A.M.H. Geerars
en mr. N. Doorduijn, rechters en door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op
18 augustus 2021 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.
Verzonden op:
aan:
- verzoeker
- mr. F.P.J. Schoonen