4.5.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/178125-21 onder 1 en 2 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 10/218437-21 onder 2 en 3 ten laste gelegde redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan en gelet op het hiervoor overwogene acht de rechtbank bewezen dat de verdachte deze feiten heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/218437-21 onder 1 ten laste gelegde redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte dit feit heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
10-178125-21
1.
hij, op 7 juni 2021 te Dordrecht,
[naam slachtoffer] heeft mishandeld door
- de haren van die [naam slachtoffer] vast te pakken en haar (vervolgens) naar de grond te trekken en
- tegen het lichaam van die [naam slachtoffer] te slaan en te
schoppen en
- een hand op de mond van die [naam slachtoffer] te plaatsen en
tegelijkertijd de neus van die [naam slachtoffer] dicht te knijpen en
- een bloempot tegen de rug van
die [naam slachtoffer] te gooien en
- met kledinghangers tegen de benen en armen van die [naam slachtoffer] te
slaan;
2.
hij, op 2 juli 2021 te Dordrecht,
[naam slachtoffer] heeft mishandeld door
- tegen het lichaam van die [naam slachtoffer] te slaan en te
trappen en
- aan de haren van die [naam slachtoffer] te trekken en
- de neus van die [naam slachtoffer] dicht te knijpen en tegelijkertijd een hand voor haar mond te plaatsen en
- in de vinger van die [naam slachtoffer] te bijten en
- het lichaam van die [naam slachtoffer] vast te pakken en
- het been van die [naam slachtoffer] weg te slaan;
10/218437-21
1.
hij in de periode van 6 juli 2021 tot en met 13 augustus 2021 te
Dordrecht opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven
krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering,
te weten de gedragsaanwijzing d.d. 6 juli 2021 gegeven door de officier van justitie te
Rotterdam kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich niet mag op
houden in/op/rond de [straatnaam 1] te Dordrecht en geen contact mag
hebben met [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] te [geboorteplaats slachtoffer] ( [geboorteland slachtoffer] )
door
- meermaals zich op te houden in de woning van die [naam slachtoffer] ,
gelegen aan de [straatnaam 1] te Dordrecht en de bijbehorende schuur
en
- meermaals die [naam slachtoffer] te berichten en te e-mailen en bij
haar te verblijven;
2.
hij omstreeks 12 augustus 2021 te Dordrecht
[naam slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [naam slachtoffer] bij haar kaak te pakken en vervolgens hard te
knijpen in haar wangen en
- tegen stoelpoten te trappen als gevolg waarvan die [naam slachtoffer] ten val is
gekomen en
- die [naam slachtoffer] bij haar polsen te pakken
en het hoofd weg te duwen en
- meermaals aan de haren van die [naam slachtoffer] te trekken en haar
(vervolgens) aan de haren naar achteren en beneden te trekken en
- die [naam slachtoffer] tegen de wasbak aan te duwen en
- meermaals die [naam slachtoffer] met de vuist
tegen het hoofd te slaan;
3.
hij omstreeks 12 augustus 2021 te Dordrecht
opzettelijk en wederrechtelijk een deur, die aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde
,heeft
beschadigd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of misslagen verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.