Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 23,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5,
- de brief van de rechtbank waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge
- producties 24 tot en met 26 van de curator,
- productie 6 van Constructo,
- de spreekaantekeningen van de curator,
- de mondelinge behandeling op 26 oktober 2021.
2..De feiten
uitzendbureau aanbiedt aan de opdrachtgevers van Constructo;
opdrachtgevers;
geworven en geselecteerd ten behoeve van de opdrachtgever van Constructo;
is, de loonadministratie verzorgt,
€ 150.460,91
[letter 4] : De opsomming die we gestuurd hebben komt neer op € 382.000,-. Dat is exclusief rente en kosten. De hoofdsom draait om de facturen.
Op dat overzicht is voorts vermeld:
Correspondentie daarover heeft niet plaatsgevonden.[naam 2] heeft natuurlijk wel telefonisch contact gehad met de ondernemingen en deze vermelden dan dat ze geen zaken meer doen met Constructo. De voornamelijk reden is omdat qua personeel een zooitje werd en ze er daarom geen vertrouwen meer in hebben. De reden het qua personeel een zooitje werd ligt in het feit dat het personeel niet meer tijdig betaald wordt door [naam bedrijf 1] en zij het dus vertikten om naar hun werk te gaan, dan wel snel voor iemand anders gingen werken. De staat met het personeel dat weg is gegaan is eerder aangeleverd.’
3..Het geschil
4..De beoordeling
Algemeen
a) € 72.245,01aan crediteringen aan de opdrachtgever Lubrista Steigers en Liften B.V.,
b) door Constructo zelf betaalde lonen ad in totaal € 6.089,58, vermeerderd met een factuur van [naam bedrijf 2] van € 11.100,51,
c) de leasekosten van een overtollig wagenpark ad € 31.000,--,
d) omzetdaling van € 588.250,-- met een margeverlies 33%, te weten € 194.122,50.
De rechtbank overweegt over deze posten als volgt.
a) Crediteringen ad € 72.245,01