ECLI:NL:RBROT:2021:12804

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 december 2021
Publicatiedatum
23 december 2021
Zaaknummer
10/750283-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in drugshandel en wapenbezit na onvoldoende bewijs van wetenschap

In de zaak tegen de verdachte, die op 3 juli 2019 in een woning in Rotterdam werd aangetroffen, heeft de rechtbank Rotterdam op 28 december 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen, waaronder cocaïne en heroïne, en van het bezit van vuurwapens. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 58 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdachte had verklaard dat hij in de woning was gekomen om te slapen en niets wist van de aanwezige drugs en wapens. De rechtbank vond zijn verklaring geloofwaardig, vooral omdat deze niet werd weerlegd door het bewijs. Er was geen bewijs dat de verdachte wetenschap had van de drugs en wapens, en er waren geen sporen van hem in de woning aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet kon worden veroordeeld voor de ten laste gelegde feiten en sprak hem vrij. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank Rotterdam, die de zaak in tegenspraak heeft behandeld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/750283-19
Datum uitspraak: 28 december 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] ,
[postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. Ö. Saki, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 december 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.S. Dhoen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 58 maanden met aftrek van voorarrest;
  • gevangenneming van de verdachte bij einduitspraak.

4..Vrijspraak

4.1.
Standpunt officier van justitie
Het medeplegen van opzettelijk voorhanden hebben van 478 gram cocaïne en 4013,9 gram heroïne, het opzettelijk verrichten van voorbereidings- en bevorderingshandelingen ten aanzien van het bewerken, verwerken en verkopen van cocaïne en heroïne en het voorhanden hebben van een drietal vuurwapens en daarbij behorende munitie kan wettig en overtuigend worden bewezen. Allereerst is de verklaring van verdachte over de reden van zijn aanwezigheid in de woning volstrekt onaannemelijk. Daarnaast lagen de verdovende middelen en vuurwapens open en bloot in de woonkamer en is in de vensterbank een Apple iPhone XS aangetroffen waarop chatberichten stonden aan ‘ [voornaam verdachte] ’, een selfie van de verdachte en foto’s van de in de woning aangetroffen Glock en een tafel met teiltjes met poeder en een zeef.
4.2.
Beoordeling
Op 3 juli 2019 omstreeks 06:00 uur heeft de politie ter aanhouding van de huurder/bewoner van de woning aan de [adres delict] te Rotterdam, dit pand betreden. De bewoner bleek niet in het pand aanwezig te zijn. Wel werden vier andere personen aangetroffen, onder wie de verdachte.
In de woonkamer zag de politie vrijwel direct na binnenkomst een automatisch vuurwapen tegen de bank staan. Op de bank lagen drie gevulde patroonhouders en een pistool. Op de eettafel stonden verscheidene kommen met zeven met daarin – naar later is vastgesteld – verdovende middelen. Ook elders in de woonkamer lagen verscheidene hoeveelheden verdovende middelen. Bij de daaropvolgende doorzoeking van de woning werd nog een pistool aangetroffen. In totaal bleken bijna een halve kilo cocaïne en ruim vier kilo heroïne in de woonkamer te liggen. Bovendien werden bijna een halve kilo paracetamol en, in een slaapkamer, onderdelen van een drukpers, een pers en een krik aangetroffen. Ook werden in de woning 12 telefoons en een geldtelmachine aangetroffen.
Uit het samenstel van de in de woning aangetroffen goederen leidt de rechtbank af dat de woning werd gebruikt als ‘versnijdingspand’, dat wil zeggen een woning waar drugs worden bewaard, bewerkt en in gebruikshoeveelheden verpakt. Dat verklaart ook de aanwezigheid van vuurwapens, waaronder een automatisch geweer.
De verdachte heeft iedere betrokkenheid bij de aangetroffen verdovende middelen en vuurwapens ontkend. Hij heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de dag ervoor rond 22:00 uur in de woning is aangekomen. Hij is gelijk gaan slapen en werd wakker door de inval van de politie. Hij is niet in de woonkamer van de woning geweest en heeft geen drugs of vuurwapens gezien en wist daar ook niets van af.
De vragen die de rechtbank moet beantwoorden is of de verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de drugs en vuurwapens en of hij daarover kon beschikken.
Het ligt in de rede dat de persoon of personen die verantwoordelijk zijn voor de handel of distributie van verdovende middelen er belang bij hebben dat hun activiteiten verborgen blijven en zij derden die niets met die bezigheden van doen hebben niet tot die woning toelaten. In zoverre is er dan ook een gegronde reden om aan te nemen dat de verdachte, die in de woning is aangetroffen, wetenschap moet hebben gehad van de aanwezigheid van drugs en wapens in die woning. Daartegenover staat echter de verklaring die de verdachte heeft afgelegd met betrekking tot zijn aanwezigheid in de woning en het ontbreken van wetenschap ten aanzien van de daar aanwezige drugs en wapens. Deze verklaring vindt geen weerlegging in de bewijsmiddelen. Er is geen onderzoek gedaan naar eventuele sporen van de verdachte in de vorm van vingerafdrukken of DNA in de woning of op de aangetroffen wapens en drugs.
Ook kan op basis van de bevindingen in het dossier niet worden vastgesteld aan wie de aangetroffen en onderzochte Apple iPhone XS toebehoort. De verdachte is door de politie aangetroffen in de slaapkamer van de woning en ook uit de verklaringen van de medeverdachten valt niet anders af te leiden dan wat door de verdachte zelf is verklaard. Nu ook overigens het dossier geen informatie bevat die tot een andere conclusie zou moeten leiden kan niet worden vastgesteld dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van drugs en wapens in de woning, laat staan dat hij daarover kon beschikken.
4.3.
Conclusie
De ten laste gelegde feiten zijn niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. L. Daum en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Koek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Hij, op of omstreeks 3 juli 2019, in een pand aan de [adres delict] te
Rotterdam,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 478 gram cocaïne, in elk geval een
hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
- een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 4.013,9 gram heroïne, in elk geval
een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde cocaïne en/of heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet;
2.
Hij in of omstreeks periode van 3 juli 2019 te Rotterdam, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken,
verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van
Nederland brengen van een of meer hoeveelheid/heden van een
materiaal bevattende cocaïne en/of heroine, zijnde cocaïne en/of heroine een
middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I
voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te
plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden
had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven
bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes, mededader(s):
-de woning gelegen aan de [adres delict] te Rotterdam gebruikt en/of
beschikbaar gesteld (gekregen), en/of
- versnijdingsmiddelen, te weten 472,4 gram paracetamol voorhanden gehad,
en/of
- een of meerdere teiltjes en/of onderdelen van een drukpers en/of een krik
en/of een pers voorhanden gehad;
3.
Hij, op of omstreeks 3 juli 2019, in een pand aan de [adres delict] te
Rotterdam,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een of meerdere vuurwapens als bedoeld in de zin van artikel 2, lid 1
categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten (een)
vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet,
- van het merk/type Glock 19 Gen 4, 9mm, voorzien van serienummer [serienummer 1] , en/of
- van het merk/type Fn Gp 35 (High Power), 9mm, voorzien van serienummer
[serienummer 2] ,
en/of
een wapen als bedoeld in de zin van artikel 2 lid 1, categorie II, onder 3
en/of 2 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een vuurwapen in de zin van
artikel 1 onder 3 van die wet,
- van het merk/type Zastava M70 Bi, 7.62 x 39mm, voorzien van serienummer
[serienummer 3] ,
voorhanden heeft gehad;
4.
Hij, op of omstreeks 3 juli 2019, in een pand aan de [adres delict] te
Rotterdam,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te
weten munitie als bedoeld in artikel 2, lid 2 van die wet van Categorie III,
te weten:
- negen, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en), kaliber 9mm, van het
merk Gfl, en/of
- vijftien, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en), kaliber 9mm, en/of
- eenennegentig, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en), kaliber 7.62 x
39mm,
voorhanden heeft gehad;