Op 6 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met de ziekte van Alzheimer. Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door het CIZ, naar aanleiding van ernstige zorgen over de gezondheid en veiligheid van de cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt, geboren op [geboortedatum cliënt] en wonende te [adres cliënt], niet in staat is tot zelfzorg en dat haar situatie leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de cliënt en haar advocaat, mr. S. Kandemir, telefonisch gehoord werden, evenals een casemanager en de dochter van de cliënt. De rechtbank concludeerde dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de opname noodzakelijk is. De machtiging tot opname en verblijf werd verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 6 juli 2021. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en schriftelijk uitgewerkt op 12 januari 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.