Op 6 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene met schizofrenie. De officier van justitie had op 4 januari 2021 verzocht om voortzetting van de op 31 december 2020 opgelegde crisismaatregel. Bij het verzoekschrift waren diverse bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en relevante politiegegevens. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 januari 2021 werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, veroorzaakt door een psychische stoornis. De betrokkene vertoonde agressief gedrag, had waanideeën en was niet in staat om zijn medicatie in te nemen. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, waarbij verplichte zorg werd opgelegd, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk en evenredig was, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en is op 12 januari 2021 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.