In deze beschikking van de kantonrechter te Dordrecht, gedateerd 23 december 2021, wordt het tekortschieten van de bewindvoerder, [naam 1], beoordeeld. Het bewind over de goederen van betrokkene, geboren op [geboortedatum betrokkene] en wonende te [adres betrokkene], werd op 25 april 2016 ingesteld. Bij beschikking van 17 december 2020 werd [naam 1] ontslagen als bewindvoerder vanwege onvoldoende verantwoording van de gedaalde vermogenspositie van betrokkene in de periode van 2018 tot en met 2020. De nieuwe bewindvoerder, [naam bedrijf], werd benoemd en kreeg de opdracht om de inkomsten en uitgaven van betrokkene te onderzoeken. De bewindvoerder concludeerde dat er onverklaarbare uitgaven waren gedaan, die leidden tot een schade van € 36.175,83 aan het vermogen van betrokkene.
Tijdens de zitting op 9 december 2021, waar betrokkene niet aanwezig was, werd de zaak behandeld. [naam 1] gaf aan dat de uitgaven voor kleding, verzorging en een reis naar Suriname waren, maar kon deze niet onderbouwen met betalingsbewijzen. De kantonrechter oordeelde dat [naam 1] tekort was geschoten in haar zorgplicht als bewindvoerder en dat zij de schade moest vergoeden. Er werd overeenstemming bereikt over het schadebedrag van € 19.000,-, dat in maandelijkse termijnen van € 150,- moet worden betaald. De beschikking legt deze regeling vast en verklaart deze uitvoerbaar bij voorraad.