ECLI:NL:RBROT:2021:12636

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 november 2021
Publicatiedatum
21 december 2021
Zaaknummer
10/691435-05
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar in een strafzaak met betrekking tot mishandeling en poging tot zware mishandeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die sinds 30 september 2008 onder toezicht staat na een veroordeling voor mishandeling en poging tot zware mishandeling. De rechtbank ontving op 30 augustus 2021 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Tijdens de zitting op 29 november 2021 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsvrouw en deskundigen gehoord. De instelling adviseerde om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien het aanhoudende recidiverisico en de noodzaak voor blijvende begeleiding. De psychiater en psycholoog gaven vergelijkbare adviezen, waarbij zij wezen op de hoge risico's van gewelddadig gedrag zonder de terbeschikkingstelling.

De rechtbank heeft de vordering beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel er redenen zijn om de termijn van de terbeschikkingstelling in beginsel met twee jaar te verlengen, in dit specifieke geval een verlenging met één jaar meer passend is. Dit biedt de ter beschikking gestelde een positieve prikkel om samen te werken met het behandelteam en geeft ruimte voor verdere ontwikkeling in het resocialisatietraject. De rechtbank heeft het verzoek tot aanhouding van de behandeling voor het uitbrengen van een maatregelenrapport afgewezen, omdat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging nog niet aan de orde is. De beslissing om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen is genomen met inachtneming van de veiligheid van anderen en de noodzaak voor behandeling en begeleiding van de ter beschikking gestelde.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/691435-05
Datum uitspraak: 29 november 2021
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam persoon 1](de ter beschikking gestelde),
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) De Rooyse Wissel te Oostrum
(de instelling),
raadsvrouw mr. E.A. Blok, advocaat te Rotterdam.

1..Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 11 september 2008 is de terbeschikkingstelling van [naam persoon 1] gelast en zijn daarbij voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van mishandeling en poging tot zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 30 september 2008.
Bij beslissing van 8 mei 2009 heeft het (toenmalige) gerechtshof Arnhem bevolen dat de ter
beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Bij beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 oktober 2020 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 30 augustus 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden voor de duur van twee jaar. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel zijn die later toegezonden.
Op de openbare zitting van 22 oktober 2021 is - op verzoek van de instelling en met instemming van partijen - de behandeling van de vordering voor bepaalde tijd aangehouden.
Op de openbare zitting van 29 november 2021 is de vordering behandeld. De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door de raadsvrouw, en de deskundige [naam persoon 2] , werkzaam als [naam functie] bij de instelling, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies instelling

De instelling adviseert in het rapport van 10 augustus 2021 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Bij de ter beschikking gestelde is nog steeds sprake van stoornissen. In geval van (voorwaardelijke) beëindiging van het bevel tot verpleging is het recidiverisico hoog. Het huidige kader (transmuraal verlof) is passend en er zijn voldoende mogelijkheden aanwezig om ten behoeve van risicomanagement voortijdig te sturen dan wel in te grijpen. De komende periode zal de focus liggen op het bij de ter beschikking gestelde verkrijgen van meer acceptatie rondom het nodig hebben van blijvende begeleiding en het in kleine stappen toewerken naar meer zelfstandigheid. Gekoerst wordt op een overplaatsing naar een woonvoorziening in het midden van het land, conform de wens van de ter beschikking gestelde. Het gedane voorstel is om in contact te treden met FPC Van der Hoevenkliniek om te bezien of de ter beschikking gestelde in aanmerking zou kunnen komen voor één van hun woonvoorzieningen binnen een beveiligde omgeving. Het (opnieuw) opstarten van het forensisch psychiatrisch toezicht (FPT) in de regio van plaatsing wordt aanbevolen.
Advies psychiater
Psychiater [naam persoon 3] adviseert in zijn rapport van 30 juni 2021 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Zonder het kader van de terbeschikkingstelling wordt het recidiverisico op gewelddadig gedrag als zeer hoog ingeschat. Het recidiverisico op gewelddadig gedrag wordt met de huidige mate van toezicht en professionele begeleiding als matig-hoog ingeschat. Het recidiverisico op gewelddadig gedrag wordt met transmuraal verblijf in een RIBW-voorziening als hoog ingeschat. De ter beschikking gestelde heeft zich nog zeer weinig en onvoldoende ontwikkeld op voor hem belangrijke risicofactoren. Het risicomanagement en eventueel het daarop aansluitende resocialisatietraject kunnen binnen de huidige setting van een transmurale afdeling dichtbij de instelling op een verantwoorde manier worden vormgegeven.
Advies psycholoog
Psycholoog [naam persoon 4] adviseert in zijn rapport van 16 juni 2021 de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Hoewel de ter beschikking gestelde niet volledig aan het onderzoek heeft meegewerkt, acht de psycholoog dat er voldoende materiaal beschikbaar is om tot beantwoording van de hem gestelde vragen te komen.
Het recidiverisico is sterk gebonden aan de persoonlijkheidsproblematiek van de ter beschikking gestelde. Omdat deze problematiek nog immer bestaat is het recidiverisico nog steeds aanwezig indien het kader van de terbeschikkingstelling zou wegvallen. Alleen bij blijvende begeleiding (sturing, beperking en structurering) zal het recidiverisico lager zijn.
De reclassering heeft in het kader van het forensisch psychiatrisch toezicht (FPT) een afloopbericht toezicht, gedateerd 19 juli 2021, opgesteld. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. In samenspraak met de instelling wordt geconcludeerd dat, omdat een aanvraag voor proefverlof voorlopig niet aan de orde is en de ter beschikking gestelde elders in het land wenst te resocialiseren, het continueren van het FPT geen meerwaarde meer heeft.
Op de terechtzitting gegeven toelichting
De deskundige [naam persoon 2] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Op 20 december 2021 vindt er een bespreking plaats tussen de ter beschikking gestelde, de raadsman en de directeur van de instelling, om te proberen weer in samenwerking met de hulpverlening te komen. Met het oog op een mogelijke overplaatsing op termijn naar een RIBW-voorziening van FPC Van der Hoevenkliniek, zal worden getracht om de risicofactoren te bespreken, het risicomanagement opnieuw in kaart te brengen en een nieuw plan van aanpak op te zetten.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben om aanhouding van de zaak voor drie maanden verzocht om de reclassering de opdracht te geven om een maatregelenrapport te laten opstellen. Dit voorstel is reeds op de zitting van 25 maart 2021 door de advocaat-generaal in overweging gegeven. Subsidiair hebben de ter beschikking gestelde en de raadsvrouw verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar bepleit.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Volgens vaste jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt de termijn van de terbeschikkingstelling in beginsel met twee jaar verlengd wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zullen nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
De rechtbank ziet redenen om in dit specifieke geval van vermeld uitgangspunt af te wijken. Hoewel de rechtbank zich ervan bewust is dat de komende periode, gelet op de persoonlijkheidsproblematiek van de ter beschikking gestelde en zijn opstelling, er nog drempels zijn te nemen in het verdere resocialisatietraject, wil zij de ter beschikking gestelde van een positieve prikkel voorzien om in samenwerking te blijven met het behandelteam en hem enig perspectief bieden. Volgend jaar kan worden beoordeeld hoe de voorgestelde plaatsing naar een RIBW-voorziening en de eventuele voorbereidingen daartoe zich hebben ontwikkeld, en op welke termijn de ter beschikking gestelde mogelijk naar een dergelijke RIBW-voorziening kan worden overgeplaatst.
Het verzoek door en namens de ter beschikking gestelde tot aanhouding van de behandeling van de vordering voor het uitbrengen van een maatregelenrapport zal worden afgewezen nu, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging nog niet aan de orde is.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één) jaar;
wijst afhet meer of anders verzochte.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. W.A.F. Damen en J.L. Luiten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Erasmus, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De oudste en jongste rechters zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.