ECLI:NL:RBROT:2021:12633

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 november 2021
Publicatiedatum
21 december 2021
Zaaknummer
10/691059-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde persoon, die sinds 16 december 2019 onder deze maatregel valt. De terbeschikkingstelling was eerder gelast vanwege ernstige strafbare feiten, waaronder het opzettelijk onttrekken van een minderjarige aan het wettig gezag en ontuchtige handelingen. De rechtbank ontving op 18 oktober 2021 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, welke op de openbare zitting werd behandeld. De rechtbank heeft de ter beschikking gestelde, zijn raadsman en deskundigen gehoord, waaronder een reclasseringsmedewerker en een psychiater, die beiden adviseerden tot verlenging van de maatregel.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de ter beschikking gestelde zich in de afgelopen periode positief heeft ontwikkeld en dat hij gemotiveerd is voor zijn behandeling. Echter, gezien de ernst van de feiten en de noodzaak voor een zorgvuldige resocialisatie, heeft de rechtbank besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat de behandeling en resocialisatie langer dan één jaar zullen vergen en dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen dit vereisen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/691059-18
Datum uitspraak: 29 november 2021
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam persoon 1](de ter beschikking gestelde),
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
(tijdelijk) verblijvende in Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Heiloo,
GGZ Noord-Holland-Noord, afdeling De Strandwal,
raadsman mr. J.C. Reijsinger, advocaat te Utrecht.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 17 oktober 2018 is de terbeschikkingstelling van
[naam persoon 1] gelast en zijn daarbij voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van het opzettelijk onttrekken van een minderjarige aan het wettig over haar gesteld gezag en het door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht van een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 16 december 2019.
Bij beslissing van deze rechtbank van 4 februari 2020 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 18 oktober 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden voor de duur van twee jaar. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel zijn die later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 29 november 2021 behandeld. De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door de raadsman, en de deskundige [naam persoon 2] , werkzaam als reclasseringsmedewerker bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport van 15 september 2021 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Dit rapport houdt voorts onder meer het volgende in.
De ter beschikking gestelde verblijft sinds oktober 2020 in FPA Heiloo; aanvankelijk op basis van een time-out en vervolgens omdat de voormalige woonvoorziening de ter
beschikking gestelde niet wilde terugnemen vanwege de verstoorde relatie. De afgelopen periode heeft de ter beschikking gestelde zich ingezet voor zijn behandeling en hij is thans intrinsiek gemotiveerd. Hij lijkt ook beter te profiteren van de therapieën in de klinische setting, waardoor het recidiverisico is verminderd. De ter beschikking gestelde is thans in afwachting om te worden overgeplaatst naar de begeleide woonvorm op het terrein van GGZ Noord-Holland Noord. Op de langere termijn wordt gestreefd naar zelfstandig wonen waarbij begeleiding en behandeling, als ook toezicht daarop door de reclassering, nodig zullen zijn.
Advies psychiater
Psychiater [naam persoon 3] adviseert in haar rapport van 11 september 2021 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Bij de ter beschikking gestelde is nog steeds sprake van een stoornis. In de huidige setting wordt het risico op recidive laag beschouwd. Bij beëindiging van de tbs-maatregel komt een aantal risicofactoren in beeld waardoor het recidiverisico kan oplopen naar matig.
Toename van stress, spanningen en frustraties dienen gemonitord te worden en eventueel bijgestuurd te worden door het inzetten van gezonde coping-vaardigheden. Monitoring van zijn sociale contacten is van belang alsmede begeleiding bij de omgang met vrouwen en eventuele relatievorming. Periodieke controle van zijn gegevensdragers is eveneens belangrijk om objectieve informatie te verkrijgen over zijn internetgedrag. De inbedding van de ter beschikking gestelde in de maatschappij en de daarmee gepaard gaande afschaling van het toezicht door de reclassering zullen nog zeker twee jaar tijd in beslag nemen.
Op de terechtzitting gegeven toelichting
De deskundige [naam persoon 2] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht dat de rechtbank alsnog vaststelt dat de bij vonnis van het gerechtshof Den Haag van 17 oktober 2018 opgelegde tbs-maatregel ter zake van een geweldsmisdrijf als bedoeld in artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is opgelegd en dat dit met zich brengt dat de totale duur van de tbs-maatregel langer kan zijn dan vier jaar. Voorts heeft de officier van justitie geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar bepleit. Hoewel de ter beschikking gestelde in oktober 2020 onterecht is teruggeplaatst in een klinische setting, heeft dit hem er niet van weerhouden een stijgende lijn in de behandeling in te zetten. Zonder de verdenking in de inmiddels geseponeerde strafzaak, was mogelijk nu al een voorwaardelijke beëindiging aan de orde geweest. Onder deze bijzondere omstandigheden is het gerechtvaardigd om af te wijken van de strikte lijn in de jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden met betrekking tot de verlengingsperiode.

5..Beoordeling

(On)gemaximeerde TBS?
Uit het veroordelend vonnis van het gerechtshof Den Haag van 17 oktober 2018 blijkt dat, gelet op artikel 359, lid 7, van het Wetboek van Strafvordering, er verzuimd is te motiveren of de terbeschikkingstelling met voorwaarden is opgelegd ter zake van een geweldsfeit of niet. De rechtbank is van oordeel dat de indexfeiten naar hun aard misdrijven zijn die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon. De terbeschikkingstelling is derhalve opgelegd ter zake van geweldsmisdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De duur van de terbeschikkingstelling is mitsdien niet gemaximeerd tot een periode van vier jaar. Dit was in redelijkheid voor de ter beschikking gestelde voorzienbaar.
Verlenging TBS
Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, zoals door de officier van justitie is gevorderd.
De ter beschikking gestelde heeft in de afgelopen periode een positieve verandering laten zien. De rechtbank spreekt de hoop uit dat hij deze stijgende lijn zal kunnen vasthouden bij de diverse vervolgstappen die nog gezet moeten worden. Op korte termijn zal de ter beschikking gestelde worden overgeplaatst naar een begeleide woonvorm, waarbij de risicofactoren zorgvuldig dienen te worden gemonitord om tot een goede en verantwoorde resocialisatie te komen. Een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar is op dit moment niet aan de orde, omdat de behandeling en resocialisatie langer dan één jaar zullen vergen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. W.A.F. Damen en J.L. Luiten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Erasmus, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De oudste en jongste rechters zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.