Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
4..Vrijspraak
Inleiding
Standpunt officier van justitie
a. de verdenking dat [naam verdachte 2] zich heeft bezig gehouden met de invoer van harddrugs;
b. het aantreffen in de woning van contante geldbedragen: ongeveer € 20.000 onder het ouderlijk bed en € 50.000 in een vuilnisbak in een kast;
c. het aantreffen van ongeveer € 230.000 contant geld in een op naam van [naam verdachte 1] gehuurde kluis bij De Nederlandse Bank;
d. de aangetroffen coupures, waaronder 112 briefjes van € 500, 518 briefjes van € 200 en 475 briefjes van € 100;
e. het ontbreken van aangiften van dit vermogen bij de Belastingdienst;
f. de verklaring van [naam verdachte 2] dat hij geen inkomsten heeft en dat [naam verdachte 1] een ziektewetuitkering ontvangt.
Op grond van de gebleken feiten en omstandigheden kan het niet anders zijn dan dat het aangetroffen geld van misdrijf afkomstig is.
Standpunt verdediging
Beoordeling
De kasopstelling betreft echter de inkomsten en uitgaven van een gezin over een tijdsperiode van 8 jaar. Het relatief geringe negatieve saldo van de kasopstelling, bezien over deze hele periode, kan niet gezien worden als voldoende zwaarwegende aanwijzing dat de gelden uit misdrijf afkomstig zijn.
Conclusie