Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
2. [eiser 2] ,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
- een boete uit hoofde van artikel 13 van de arbeidsovereenkomst wegens het overtreden van het geheimhoudingsbeding ter hoogte van € 10.000,-;
- een boete uit hoofde van artikel 17 alsmede artikel 18 uit de arbeidsovereenkomst wegens het overtreden van het relatiebeding ter hoogte van € 40.000,-;
- een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of gedeelte hiervan dat [gedaagde] in gebreke mocht blijven aan de veroordelingen te voldoen, voor zover [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van de onder 1 en 2 genoemde bedragen of een gedeelte hiervan;
- vergoeding kosten rechtsbijstand van [eiser 1] nader op te maken bij staat dan wel een vergoeding voor kosten rechtsbijstand van [eiser 1] die de kantonrechter passend vindt;
- de kosten van de procedure.
4..De beoordeling
de betreffende onderneming van werkgever. Zonder verdere toelichting van [eiser 1] valt niet in te zien dat deze bepaling niet alleen bedoeld is op de verhouding [gedaagde] en [eiser 1] , maar op alle gelieerde ondernemingen van [eiser 1] meer in het bijzonder op [naam rechtspersoon] . Niet gebleken is dat sprake is van één en dezelfde onderneming dan wel van een zodanig samenwerkingsverband tussen de ondernemingen dat deze met [eiser 1] te vereenzelvigen zijn en dat [gedaagde] zulks bij het accorderen van het relatiebeding had moeten begrijpen. Daarbij komt dat ten laste van een werknemer in de arbeidsovereenkomst opgenomen beperkingen restrictief moeten worden uitgelegd.
5..De beslissing
: