ECLI:NL:RBROT:2021:12607

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
20 december 2021
Zaaknummer
9137180 CV EXPL 21-12763
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over non-conformiteit en herstelverplichtingen bij de levering van een marmoleum vloer

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], handelend onder de naam [handelsnaam], en de besloten vennootschap IPM One B.V. Het geschil betreft een koop-/aannemingsovereenkomst voor de levering en installatie van een marmoleum vloer. [eiser] vordert betaling van € 13.512,07 van IPM, terwijl IPM in reconventie ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding vordert. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vloer gebreken vertoont, waaronder blazen en loslatende delen, en dat [eiser] niet in de gelegenheid is gesteld om deze gebreken te herstellen. IPM heeft haar betalingsverplichting opgeschort op grond van non-conformiteit, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet gerechtvaardigd was omdat IPM [eiser] niet de kans heeft gegeven om de gebreken te verhelpen. De rechtbank wijst de vordering van [eiser] toe en veroordeelt IPM tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De vorderingen van IPM in reconventie worden afgewezen, omdat de tekortkoming niet aan [eiser] kan worden toegerekend. De proceskosten worden eveneens aan IPM opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9137180 CV EXPL 21-12763
uitspraak: 22 oktober 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser]handelend onder de naam
[handelsnaam],
wonende te [woonplaats eiser],
eiser in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde: mr. H.H. Kelderhuis,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IPM. One B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. W.H.J. de Luijer.
Partijen worden hierna ‘[eiser]’ en ‘IPM’ genoemd.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding met bijlagen;
de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie met bijlagen;
de conclusie van antwoord in reconventie met bijlage;
het tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
Op 26 juli 2021 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De datum voor de uitspraak van het vonnis is nader bepaald op vandaag.

2..De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2
[eiser] en IPM hebben een overeenkomst gesloten die inhoudt dat [eiser] in de woning van de bestuurder- enig aandeelhouder van IPM een marmoleumvloer zal aanbrengen en dat IPM hiervoor een prijs zal voldoen van € 11.167,- exclusief btw.
2.3
De werkzaamheden zijn door [eiser] uitgevoerd in juni en juli 2020 en afgerond op
5 juli 2020.
2.4
[eiser] heeft IPM op 9 juli 2020 een factuur gestuurd voor een bedrag van € 13.512,07 inclusief btw, te voldoen in drie gelijke termijnen in juli, augustus en september 2020.
2.5
Op 14 juli 2020 heeft IPM per Whatsappbericht aan [eiser] laten weten dat de vloer op sommige plekken was losgekomen. [eiser] heeft hierop geantwoord dat hij de vloer wilde komen bekijken en het wilde oplossen. In de weken daarna heeft [eiser] meerdere malen aan IPM gevraagd of hij langs kon komen om de vloer te bekijken. Dat was niet mogelijk. [eiser] en [naam], bestuurder en enig aandeelhouder van IPM, hebben elkaar via Whatsapp, voor zover hier van belang, het volgende geschreven:
14-07-20 19:12 – [naam]: Marmoleum komt los in de slaapkamer bgg
(…)
14-07-20 19:12 –[naam]: Nog meer plekken in de slaapkamer. Enig idee wat er niet goed gaat?
14-07-20 19:13 – [eiser]: Kan je een foto maken van wat meer afstand?
14-07-20 19:14 – [eiser]: In principe kan ik de vloer nog injecteren met lijn dus mocht er niks bijzonders aan de hand zijn is het heel makkelijk opgelost.
14-07-20 19:14 – [naam]: Kan niet, ben nu niet daar. Morgen weer.
14-07-20 19:15 - [naam]: Ok, je zult het wel zien als je voor
de kitranden en nawerk komt.
14-07-20 19:15 – [naam]: Weet je al wanneer?
14-07-20 19:15 – [eiser]: Ik neem de juiste spullen mee. Bedankt voor het
doorgeven
(…)
14-07-20 19:17 – [eiser]: Ik kan volgens m'n agenda op z'n vroegst 6 augustus
pas. Maar ik probeer ergens een gaatje te creëren in de agenda. Ik wil hier even
een dag voor uit trekken zodat we alles samen goed kunnen bekijken
(…)
31-07-20 14:07 – [eiser]: Ha [naam], ben je aanstaande maandag thuis? Zo ja, vanaf hoe laat ben ik welkom? (…)
31-07-20 17:48 – [naam]: Hoi [eiser], Komende week komt niet uit, er is niemand aanwezig. Ik neem contact met je op om af te spreken. (…)
10-08-20 17:58 – [eiser]: Ha [naam], zijn jullie deze week nog weg? Ik zou graag donderdag aanstaande langs willen komen. Daarna ben ik 3 weken met vakantie namelijk. (…)
10-08-20 18:25 – [naam]: Hoi [eiser], Deze week zijn we nog niet beschikbaar. Dan wordt het na jouw vakantie (wat op zich geen knelpunt is). Wel denk ik dat het dan goed is om na jouw vakantie de hele vloer na te lopen daar we inmiddels al minimaal 5 verschillende plekken hebben waar het marmoleum los opbolt. Ook de naden gaan steeds meer open staan en worden ongelijk van hoogte. Kortom, zorgelijke ontwikkeling mbt de vloer maar dat zien we dan wel. (…)
10-08-20 18:45 – [naam]: Ha [naam], vreemd dat de naden gaan wijken. In principe is dat niet mogelijk. Maar we gaan het zien na de vakantie. Ik kom dan zsm die kant op. (…)
(…)
31-08-20 12:03 – [eiser]: Ha [naam], weer een nieuwe poging voor een afspraak….Aanstaande woensdag of donderdag?
31-08-20 13:02 - [naam]: Hoi [eiser], al terug van vakantie? Deze week gaat niet lukken. Kan ik je vanavond even bellen? (..)
31-08-20
4:00 – [eiser]: Sinds vandaag weer aan het werk. Ik hoor je vanavond.
(…)
05-10-20 15:09 – [eiser]: Ha [naam], kan ik aanstaande vrijdag bij je terecht?
05-10-20 15:32 - [naam]: Hi [eiser], Vrijdag lukt niet, dan heb ik andere afspraken. Kun je woensdag 21 oktober?
05-10-20 15:09 – [eiser]: Ja dan kan ik
05-10-20 15:32 - [naam]: Ik zet de afspraak “voorlopig” in de agenda. De uitkomst van [naam bedrijf 1] moeten we even afwachten.
(…)
19-10-20 16:42 – [naam]: Hi [eiser], ik wil graag onze afspraak van woensdag opschorten daar mij nog geen bericht heeft bereikt van [naam bedrijf 1] omtrent het testen van het materiaal vd vloer. (…)
19-10-20 16:46 – [eiser]: Dat onderzoek heeft verder niks te maken met mijn opleverpunten. Dus ik snap het probleem niet zo goed. Ik wil graag mijn punten aan de vloer oplossen. Voor mij word het nu steeds lastiger om het Marmoleum te bewerken daar waar nodig is omdat het materiaal steeds harder aan het worden is. Op deze manier krijg ik niet de kans om mijn punten op een goede manier op te lossen.
19-10-20 16:59 – [naam]: Voor mij ligt het anders. We hebben nu een vloer die niet voldoet aan de eisen en verwachtingen die we vooraf hebben gesteld toen we gingen bestellen. De naden zouden nauwelijks zichtbaar zijn echter nu zijn de naden ongelijk van hoogte, staan open en zijn hinderlijk
bij gebruik vd vloer. Volgens [naam bedrijf 1] mag de baan mag in de lengte vervormen maar niet in de breedte op de naden. Daarnaast hebben we blazen waarvan de oorzaak onbekend is evenmin als wanneer de aanwas van nieuwe blazen stopt en waar wij niet achter de methode van reparatie staan. Ook zijn plekken op de toplaag vastgesteld waarvan ook niet bekend is wat hiervan de oorzaak is evenmin als de
"vuile" gloed over de vloer.
2.6
Op verzoek van IPM heeft de fabrikant van de vloer, [naam bedrijf 1], in september 2020 onderzoek gedaan naar de vloer. [naam bedrijf 1] heeft haar bevindingen uiteengezet in een brief van 2 november 2020. Daarin staat, voor zover hier van belang, het volgende:
“ (…) Ik heb op woensdag 30 september de klacht op de installatie van Marmoleum Concrete bij commissie [naam] te Dreischor bezocht. Tijdens het bezoek is er ook twijfel over de kwaliteit van het Marmoleum.
Er zijn op diverse plaatsen van blazen aanwezig in het Marmoleum, vrijwel allemaal ter plaatse van
de aansluiting met de wand/plint. Vermoedelijk is het marmoleum ‘iets’ te strak gesneden. Daarnaast
ook enkele blazen iets van de wand die de oorzaak vinden in het onvoldoende hechten van een
droogwal. De stoffeerder heeft aangegeven deze blazen te herstellen. In de rest van de ruimte is het
materiaal netjes verwerkt.
Ook heeft de eindgebruiker opmerkingen over de zichtbaarheid van de naden. Over het algemeen zijn
de naden goed gesneden, maar op enkele is de naad iets ruimer. Door vuil gaan de naden meer
opvallen. Dit is niet te voorkomen door vuil wat in de naad terechtkomt en de aanwezigheid van veel
strijklicht. Het probleem is op te lossen door het lassen van de naden, maar de eindgebruiker heeft dit
liever niet, omdat de uitstraling van een betonlook dan verloren gaat.
Verder zijn er verstoringen in de vloer aanwezig. Dit zijn gebruikssporen die door het effen uiterlijk van de vloer en het vele strijklicht opvallen.
Ik heb ook een onderzoek laten uitvoeren naar de kwaliteit van het Marmoleum, door materiaal van
dezelfde batch na te laten kijken. Onze kwaliteitsdienst heeft het aantal meldingen dat bij ons is
binnengekomen, laboratoriumtesten en trimstaten nagekeken.
Dit onderzoek heeft uitgewezen dat het product van goede kwaliteit en samenstelling is.
Als de aanwezige blazen zijn hersteld, dan is de klacht opgelost.(…)”
2.7
In een nadere brief van 1 december 2020 heeft [naam bedrijf 1], voor zover hier van belang, het volgende geschreven:
“(…) Daar de klacht over blazen in het materiaal gaat, hebben wij in het bijzonder de dimensiestabiliteit van het aan u geleverde materiaal opnieuw gecontroleerd.
Dit onderzoek heeft uitgewezen dat het product van goede kwaliteit en samenstelling is.
Op grond van de onderzoekresultaten zijn wij van mening dat de aanwezige blazen door de stoffeerder eenvoudig hersteld kan worden. (…)”
2.8
In een e-mail van 7 december 2020 heeft [eiser] aan IPM het volgende geschreven:
“Goedemorgen [naam],
Vorige week is het 2de onderzoek afgerond met stukken overgebleven materiaal wat bij jou in de
woning geplaatst is. (Lees bijgevoegde brief)
Graag wil ik nogmaals vragen mij mijn werk te laten doen en de problemen op te lossen.
De vloer ligt nu al een halfjaar en op deze manier maak je het mij steeds lastiger om de opleverpunten na te lopen omdat het materiaal steeds harder aan het worden is.
Hopelijk kunnen we dit nu snel en goed oplossen.”
2.9
Per e-mail van 12 december 2020 heeft IPM het volgende geantwoord:
“Goedemiddag [eiser],
In navolging van jouw mail kan ik je als volgt berichten.
Vooropgesteld dat ik niet op de hoogte ben geweest dat er een 2e onderzoek zou worden uitgevoerd, waarbij ik graag vooraf voorwaarden aan het onderzoek had willen stellen, kan ik concluderen dat er per saldo niets aan de situatie is veranderd ten opzichte van de 1e test.
Ook nu is men weer volledig voorbij gegaan aan de inhoud van mijn mail van 3 november jl. waarin door mij vragen zijn gesteld die terzake doen in de afhandeling van deze gehele kwestie.
Daarnaast speelt er een belangenverstrengeling met [naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 1] welke een onderling belang hebben in het vertegenwoordigen, verkopen en leveren van [naam bedrijf 1] producten waaronder het product Marmoleum. Ook blijkt nergens uit dat [naam bedrijf 2] beschikt over een onafhankelijk laboratorium met terzake kundig opgeleide en gecertificeerde laboranten en slechts een verkoop- en distributeur is van vele merken vloeren waaronder [naam bedrijf 1].
Je zult begrijpen dat ik geen genoegen kan nemen met gehele gang van zaken en bij mijn standpunten, zoals verwoord in mijn mail van 3 november jl., zal blijven.
[naam bedrijf 1] zal deze kwestie, met gebruik van onafhankelijke en professionele partijen, moeten afhandelen en tevens zullen de antwoorden moeten komen op mijn vragen alvorens we tot herstel kunnen overgaan.
Het is voor jou een nare situatie maar, ik moet de zaak formeel afhandelen om mijn rechten en weren te kunnen behouden alvorens ik de verplichting van betaling zal nakomen. Om deze reden blijft de betaling opgeschort in afwachting van het verloop van deze kwestie.
(…).”
2.1
Bij brief van 8 januari 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] IPM gesommeerd te betalen.
2.11
Op 22 januari 2021 heeft de gemachtigde van IPM per e-mail aan de gemachtigde van [eiser], voor zover hier van belang, het volgende geschreven:
“(…) Geachte confrère,
Tot mij wendde zich IPM One BV, die mij verzocht om namens haar te reageren op uw brief van 8 januari jl. Cliënte stuurde mij eveneens een aantal foto's van de vloer. Uit die foto's blijkt dat de gebreken in de vloer niet beperkt zijn tot blazen. De vloer heeft anders dan is afgesproken, brede naden. De vloer laat bovendien los op die naden en is allerminst krasvast.
Cliënte wil [eiser], zeker in de gelegenheid stellen om de geconstateerde gebreken te verhelpen. Het herstel zal zich dan echter niet moeten beperken tot de blazen maar zal ook herstel van de andere gebreken moeten omvatten. Het herstel moet uiteraard een resultaat opleveren dat past bij een nieuw gelegde marmoleum vloer. Cliënte heeft uit de reactie van [eiser] nog niet het vertrouwen gekregen dat deze alsnog in staat zal zijn om de vloer zonder gebreken en als nieuw op te leveren. Dit gebrek aan vertrouwen komt ook voort uit het gegeven dat [eiser] zich voor wat zijn aanbod tot herstel, slechts heeft beperkt tot de geconstateerde blazen. Uit de foto's blijkt echter dat de gebreken veelomvattender zijn. Indien [eiser] echter meent dat hij alsnog in staat is om de vloer zonder gebreken op te leveren dan wil cliënt hem daar zeker toe in staat stellen.
Cliënte stelt voor dat [eiser] een plan overlegt om de gebreken op korte termijn maar uiterlijk voor 1 maart as. te herstellen. (…) Indien [eiser] niet in staat mocht zijn om de vloer uiterlijk 1 maart as. en zonder gebreken op te leveren, dan zal cliënt de gebrekkige vloer laten verwijderen om vervolgens een nieuwe/andere vloer te laten leggen.
Cliënte zal [eiser] alsdan aanspreken op vergoeding van zijn schade.(…)
2.12
De gemachtigde van [eiser] heeft hierop diezelfde dag per e-mail, voor zover hier van belang, als volgt gereageerd:
“(…) Op verzoek van uw cliënt heeft cliënt op 30 mei jl. een offerte uitgebracht. Op basis van die offerte heeft uw cliënt vervolgens opdracht gegeven tot het aanbrengen van de marmoleum vloer, welke werkzaamheden hebben plaatsgevonden in de weken 26 en 27 in 2020.
Nadien heeft uw cliënt aangegeven niet tevreden te zijn over de kwaliteit van de vloer en de wijze waarop deze is gelegd. Uw cliënt heeft daarop een deskundige ([naam bedrijf 1]) ingeschakeld om de vloer en de wijze waarop deze is gelegd te laten beoordelen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden op 30 september jl. en de bevindingen zijn bekend geworden middels een rapport van 2 november 2020 met een aanvulling op 1 december 2020. Uit het rapport en de aanvulling daarop volgt dat er blazen zijn geconstateerd die te herstellen zijn. Voor wat betreft de naden waaraan u refereert geldt dat die te verhelpen zijn door deze te lassen of te vullen. Ten aanzien van de kwaliteit van het marmoleum is aangegeven dat het product van goede kwaliteit en samenstelling is.
De klachten van uw cliënt zijn derhalve, voor wat betreft de blazen en naden te verhelpen, en voor het overige ongegrond. Cliënt heeft al in een vroeg stadium aangegeven de blazen te willen verhelpen, maar daar heeft uw cliënt nimmer mee ingestemd.
Daarnaast heeft uw cliënt zich tot op heden op het standpunt gesteld dat hij de naden niet gelast of gevuld wil hebben, omdat dit ten koste zou gaan van de (betonlook) uitstraling van de vloer. Dit is een keuze van uw cliënt.
Zowel het feit dat er naden zichtbaar zijn als ook het feit dat de vloer niet krasvast is heeft te maken met de primaire keuze van uw cliënt voor een marmoleumvloer. Marmoleum is een gevoelig en natuurlijk materiaal en zeker als gekozen wordt voor een effen kleur (zonder motief) dan zijn zichtbare krassen niet te voorkomen. Overigens is marmoleum op geen enkele manier krasvast, dus ook als er voor een vloer met een motief zou zijn gekozen, dan zouden er krassen ontstaan, echter die zouden dan minder zichtbaar zijn dan op een effen vloer. Daarnaast is de marmoleumvloer niet in één geheel en zonder naden te leggen, ook dat is inherent aan het materiaal. Cliënt kan daaraan niets veranderen.
Bovendien geldt dat de wensen/eisen die uw cliënt stelt (geen naden, krasvast) niet zijn gesteld ten tijde van het uitbrengen van de offerte of bij het verstrekken van de opdracht. Indien en voorzover uw cliënt stelt dat dit anders is, dan ligt het op zijn weg om dat aan te tonen.
Samengevat geldt het volgende:
- voor wat betreft de blazen is cliënt bereid om deze zoveel als mogelijk te verhelpen door er lijm onder aan te brengen. Als kanttekening hierbij geldt overigens wel, zoals cliënt al eerder heeft aangegeven, dat het repareren van dergelijke gebreken moeilijker wordt naarmate er meer tijd verstrijkt, omdat het materiaal steeds meer uithardt. Dus voor zover herstel thans niet of niet goed meer mogelijk blijkt, dan is dat te wijten aan het feit dat uw cliënt cliënt niet eerder heeft toegestaan om de blazen te verhelpen;
- Voor wat betreft het loslaten van de vloer zal cliënt eerst ter plaatse moeten kijken of en hoe dit te verhelpen is;
- Ten aanzien van de naden heeft cliënt vanaf het begin af aan aangegeven dat dit opgelost kan worden door de naden te lassen of te vullen met vulpasta. Uiteraard is hij, voorzover dat nog mogelijk is, bereid dit alsnog te doen, maar ook hiervoor geldt dat uw cliënt tot op heden niet met deze oplossing heeft ingestemd. De consequentie daarvan zou alsdan zijn dat de naden blijven zoals ze nu zijn, omdat dit nu eenmaal het gevolg is van de materiaalkeuze van uw cliënt;
- Ten aanzien van de krasvastheid geldt dat dit een wens/eis van uw cliënt is die ten eerste geen onderdeel vormde van de opdrachtverstrekking en bovendien is het onmogelijk, omdat gevoeligheid voor krassen inherent is aan het materiaal waarvoor uw cliënt heeft gekozen.
Het door u verlangde plan van cliënt om de door uw cliënt als gebreken aangemerkte zaken te herstellen hangt, in ieder geval voor wat betreft de naden, af van keuzes van uw cliënt en ik verneem dan ook graag uw reactie op het voorgaande, waaronder in het bijzonder op de aanpassingen die cliënt zou kunnen verrichten. Zodra duidelijk is wat cliënt kan en mag verhelpen, dan kunnen cliënt en uw cliënt praktische afspraken maken over het verdere verloop.
(…)”

3..De vordering en het verweer in conventie

3.1
[eiser] vordert in conventie dat IPM bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 13.512,07, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 november 2020 tot aan de dag van algehele voldoening en een bedrag van € 910,12 aan buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van IPM in de proceskosten, waaronder de nakosten.
3.2
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat IPM gehouden is tot nakoming van haar betalingsverplichting op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Omdat IPM in verzuim is heeft [eiser] recht op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.
3.3
IPM heeft verweer gevoerd. Daarop zal - voor zover van belang -– hierna worden ingegaan.

4..De vordering en het verweer in reconventie

4.1
IPM vordert - na vermindering van eis - in reconventie bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, een verklaring voor recht dat [verweerder] in zijn verbintenis jegens IPM is tekort geschoten, ontbinding van de overeenkomst tussen [verweerder] en IPM en een veroordeling van [verweerder] tot vergoeding van schade voor een bedrag van € 3.850,- te vermeerderen met de wettelijke rente over een vanaf 2 juni 2021 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
4.2
Aan haar vordering legt IPM ten grondslag dat [verweerder] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenis doordat de door [verweerder] gelegde vloer gebreken vertoont. Deze tekortkoming rechtvaardigt een ontbinding van de overeenkomst. [verweerder] is verplicht de schade van IPM te vergoeden.
4.3
[verweerder] heeft verweer gevoerd. Daarop zal – voor zover van belang – hierna worden ingegaan.

5..De beoordeling

5.1
De overeenkomst tussen partijen bevat zowel elementen van koop als van aanneming. Op de overeenkomst zijn dus zowel de bepalingen voor koop [1] (het leveren van de vloer) als van aanneming van werk [2] (het aanbrengen van de vloer) van toepassing.
5.2
Vast staat dat IPM haar betalingsverplichting uit de met [eiser] gesloten overeenkomst niet is nagekomen. IPM stelt dat zij de nakoming van haar betalingsverplichting tot betaling heeft opgeschort omdat de kwaliteit van de vloer niet beantwoordt aan de overeenkomst (non-conformiteit) en de vloer ook niet goed is gelegd. [eiser] is daardoor tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenissen uit de overeenkomst. [eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat IPM niet bevoegd was tot opschorting van haar betalingsverplichting. IPM heeft geweigerd hem herstelwerkzaamheden te laten uitvoeren en heeft daardoor een deugdelijke nakoming van zijn verbintenissen verhinderd. Er is dus sprake van schuldeisersverzuim, aldus [eiser].
5.3
Tussen partijen is sprake van een wederkerige overeenkomst. De vraag of aan IPM een
opschortingsrecht toekomt moet worden beoordeeld aan de hand van artikel 6:262 BW. Op grond van dat artikel is een partij bevoegd de nakoming van haar verplichtingen op te schorten, indien haar wederpartij een daartegenover staande verplichting niet nakomt. In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegelaten, voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt. Geen bevoegdheid tot opschorting bestaat als de schuldeiser zelf in verzuim is [3] . Daarvan is sprake wanneer nakoming van de verbintenis verhinderd wordt doordat de schuldeiser de daartoe noodzakelijke medewerking niet verleent of doordat een ander beletsel van zijn zijde opkomt [4] . Een onterechte opschorting brengt mee dat de schuldeiser zelf in verzuim is.
5.4
IPM stelt dat de kwaliteit van de geleverde vloer niet beantwoordt aan de overeenkomst. De vloer vertoont krassen en heeft zichtbare naden, terwijl als eis was gesteld dat dit niet het geval zou zijn. [eiser] heeft gemotiveerd betwist dat IPM ten tijde van het uitbrengen van de offerte of het verstrekken van de opdracht als eis heeft gesteld dat naden niet zichtbaar zouden zijn en dat de vloer krasvast zou zijn. [eiser] heeft IPM er bij het uitkiezen van de vloer op gewezen dat marmoleum een natuurproduct is en kwetsbaarder is dan pvc, van welk materiaal [eiser] in een andere woning voor IPM een vloer heeft gelegd. Ook is aan IPM uitgelegd dat marmoleum niet uit één geheel bestaat, maar in delen gelegd moet worden waardoor naden zichtbaar zijn. IPM is erop gewezen dat het gebruik van de vloer krassen doet ontstaan die zichtbaar zullen zijn, zeker bij een effen kleur, zonder motief of patroon, waarvoor IPM heeft gekozen. IPM was dus bekend met de eigenschappen van de vloer en heeft hier welbewust voor gekozen, aldus [eiser].
5.5
Gelet op de gemotiveerde betwisting door [eiser] rust op IPM, die zich beroept op het rechtsgevolg (opschorting van de betalingsverplichting), de bewijslast dat zij als eis heeft gesteld dat de vloer geen zichtbare naden zou hebben en krasvast zou zijn. IPM heeft hiervan geen bewijs aangeboden zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen. Op basis van de stellingen van IPM, die door [eiser] gemotiveerd zijn weersproken, kan niet worden vastgesteld dat IPM eisen heeft gesteld ten aanzien van de krasvastheid en afwezigheid van naden. Dit betekent dat niet kan worden geconcludeerd dat de vloer in dit opzicht niet beantwoordt aan de overeenkomst.
5.6
Ten aanzien van de aanwezige blazen en het loslaten van de vloer op bepaalde plekken zijn partijen het erover eens dat dit verband houdt met de wijze van aanbrengen van de vloer. Hierop zijn de bepalingen van aanneming van werk van toepassing. Indien het werk na oplevering gebreken vertoont waarvoor de aannemer aansprakelijk is moet de opdrachtgever, tenzij dit in verband met omstandigheden niet van hem kan worden gevergd, de aannemer de gelegenheid geven de gebreken binnen een redelijke termijn weg te nemen. [5]
5.7
[eiser] heeft erkend dat als de vloer blazen vertoont en op sommige plaatsen loskomt, sprake is van gebreken die hij dient te herstellen. Naar het oordeel van de kantonrechter staat vast dat [eiser] heeft aangeboden de vloer te inspecteren en de gebreken te herstellen maar dat IPM hem hiertoe niet in de gelegenheid heeft gesteld. IPM heeft dit geweigerd omdat het aangeboden herstel haar bezwaren ten aanzien van de vloer (ten aanzien van de aanwezige krassen en naden) niet volledig zou wegnemen. IPM was bereid [eiser] toe te laten tot herstel als hij alle bezwaren van IPM zou wegnemen.
5.8
Naar het oordeel van de kantonrechter is geen sprake van omstandigheden die meebrengen dat van IPM niet gevergd kon worden om [eiser] toe te laten tot herstel.
5.9
Ten aanzien van de naden en zichtbare krassen is hiervoor al overwogen dat geen sprake is van non-conformiteit, zodat deze bezwaren van IPM geen rechtvaardiging vormden om het aangeboden herstel van de blazen en het loslaten van de vloer te weigeren. Daarbij komt dat [eiser], hoewel hij hiertoe niet verplicht was, ook heeft aangeboden de naden te lassen of te vullen met vulpasta, waardoor deze minder goed zichtbaar zouden zijn. Ten aanzien van de overige gebreken (blazen en loslatende randen) heeft IPM aangegeven dat zij geen vertrouwen zou hebben in herstel door [eiser]. Dat valt niet te rijmen met de verklaring van IPM ter zitting dat ze niet twijfelt aan de deskundigheid van [eiser] en dat zij de fabrikant [naam bedrijf 1] verantwoordelijk houdt voor de problemen aan de vloer. IPM heeft [eiser] niet eens een kans geboden om de vloer te inspecteren en tot herstel over te gaan, ook niet nadat [naam bedrijf 1], de fabrikant van de vloer begin december 2020 had aangegeven dat de gebreken door [eiser] eenvoudig hersteld konden worden en [eiser] IPM opnieuw verzocht om hem de herstelwerkzaamheden te laten verrichten. Daarbij heeft [eiser] IPM erop gewezen dat naarmate meer tijd zou verstrijken de vloer verder zou uitharden waardoor het herstel werd bemoeilijkt. In januari 2021 heeft IPM [eiser] uiteindelijk laten weten dat zij hem wel gelegenheid wilde bieden tot herstel, maar alleen als [eiser] vooraf een herstelplan zou opstellen waarin aan alle bezwaren van IPM (ook ten aanzien van de krassen en naden) zou worden tegemoet gekomen. Daarmee verlangde IPM een verdergaand herstel dan waartoe [eiser] gehouden was. [eiser] heeft daarop gereageerd dat hij aan deze eis niet kon voldoen. Hij heeft opnieuw herstel aangeboden van de blazen en naden en aangegeven dat hij de loslatende plekken wilde inspecteren en bekijken hoe dit hersteld kon worden. IPM heeft [eiser] hiertoe niet in de gelegenheid gesteld.
5.1
Pas in april 2021, tijdens de onderhavige procedure, heeft IPM nader advies ingewonnen bij [naam bedrijf 3], die heeft geconcludeerd dat herstel niet mogelijk is en de vloer volledig vervangen moet worden. [eiser] heeft de conclusies van [naam bedrijf 3] gemotiveerd bestreden. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [eiser] is het aan IPM om feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit blijkt dat herstel van de vloer niet mogelijk was en dat tot volledige vervanging moest worden overgegaan. IPM heeft hiervan geen bewijs aangeboden zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen. Daarbij komt dat de woning is verkocht zodat een deskundigenonderzoek aan de vloer niet meer mogelijk is. De kantonrechter is met [eiser] van oordeel dat in de gegeven omstandigheden aan de bevindingen van Van Kempen Interieur onvoldoende waarde toekomt en dat moet worden uitgegaan van het eerdere conclusies van [naam bedrijf 1] dat herstel eenvoudig mogelijk is.
5.12
Naar het oordeel van de kantonrechter had IPM [eiser] in de gegeven omstandigheden de gelegenheid moeten bieden de gebreken waarvoor hij aansprakelijk was (de blazen en de loslatende plekken) te inspecteren en te herstellen. Door [eiser] daartoe niet in staat te stellen heeft IPM verhinderd dat [eiser] zijn verplichtingen alsnog deugdelijk zou nakomen. Daardoor is zij in schuldeisersverzuim geraakt [6] en komt haar geen beroep toe op opschorting [7] . Dit betekent dat IPM gehouden is tot nakoming van haar verbintenis tot betaling van de overeengekomen prijs.
5.13
De vordering tot betaling van € 13.512,07 zal daarom worden toegewezen.
Nevenvorderingen
5.14
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar. IPM heeft de nakoming van haar betalingsverplichting ten onrechte opgeschort, zodat zij in verzuim is. [eiser] vordert wettelijke rente vanaf 14 november 2020. IPM heeft hiertegen geen afzonderlijk verweer gevoerd. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen zoals gevorderd.
5.15
IPM heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten niet bestreden. De kantonrechter stelt vast dat [eiser] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Op basis van het in het Besluit bepaalde tarief zal gelet op de toewijsbare hoofdsom een bedrag van € 910,12 aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
Proceskosten
5.16
IPM zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld.
In reconventie
Ontbinding overeenkomst
5.17
Hetgeen hiervoor in conventie is overwogen en geoordeeld brengt mee dat de in reconventie gevorderde ontbinding van de overeenkomst wordt afgewezen. Zoals hiervoor is overwogen is sprake van schuldeisersverzuim aan de zijde van IPM doordat zij heeft verhinderd dat [verweerder] zijn verbintenis deugdelijk zou nakomen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat IPM de woning inmiddels heeft verkocht aan een derde. Hierdoor is deugdelijke nakoming door [verweerder] niet meer mogelijk, terwijl hem dit niet kan worden toegerekend. In deze omstandigheden komt IPM geen beroep toe op ontbinding van de overeenkomst [8] . Die vordering wordt dus afgewezen.
Schadevergoeding
5.18
Voor schadevergoeding is vereist dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [eiser] [9] . Daarvan is geen sprake, want het niet deugdelijk kunnen nakomen door [eiser] kan hem door het schuldeisersverzuim niet worden toegerekend. De gevorderde schadevergoeding wordt alleen al om die reden afgewezen, nog los van het feit dat IPM geen onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde schade.
5.19
IPM zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
veroordeelt IPM aan [eiser] te betalen een bedrag van € 13.512,07 inclusief btw te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 november 2020 tot aan de dag van betaling;
veroordeelt IPM aan [eiser] te betalen een bedrag van € 910,12 aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt IPM in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 507,- aan griffierecht, € 85,81 aan dagvaardingskosten en € 746,- (2 punten maal € 373,-) aan salaris voor de gemachtigde en indien IPM niet binnen 14 dagen na vandaag vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met € 124,- aan salaris. Indien daarna betekening heeft plaatsgevonden dient het bedrag aan nasalaris te worden verhoogd met de kosten van betekening.
in reconventie
wijst de vorderingen van IPM af;
veroordeelt IPM in de proceskosten, vastgesteld op € 249,- (1 punt maal € 249,-);
in conventie en in reconventie
verklaart dit vonnis ten aanzien van de hierin opgenomen veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
34650

Voetnoten

1.zie Boek 7, titel 1, in het bijzonder de artikelen 17 en volgende van het Burgerlijk Wetboek (‘BW’)
2.zie artikel 7:750 en volgende BW
3.zie artikel 6:54 BW
4.zie artikel 6:58 BW
5.zie artikel 7:59 lid 1 BW
6.zie artikel 6:58 BW en artikel 6:266 BW
7.zie artikel 6:54 BW
8.zie artikel 6:262 in samenhang met artikel 6:266 BW
9.zie artikel 6:74 BW