Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Stichting Havensteder,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Havensteder en een gedaagde huurder. De eiseres, Havensteder, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van een huurachterstand van € 11.512,62. De gedaagde, die zelf procedeerde, was niet verschenen ter zitting, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst niet is nagekomen, aangezien hij meer dan negen maanden huurachterstand had. De kantonrechter oordeelde dat een huurachterstand van deze omvang voldoende grond biedt voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De rechter heeft de vordering van Havensteder toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en de achterstallige huur te betalen. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde aan het vonnis moet voldoen, ook als hij in hoger beroep gaat.