ECLI:NL:RBROT:2021:12531

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 december 2021
Publicatiedatum
20 december 2021
Zaaknummer
C/10/629965 / JE RK 21-3201
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging gesloten jeugdhulp en afwijzing van een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 december 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de minderjarige [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had een verzoek ingediend voor een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp, omdat de minderjarige in een onveilige opvoedsituatie verkeerde en er zorgen waren over haar ontwikkeling. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren en de minderjarige is voorafgaand aan de zitting apart gesproken, bijgestaan door haar advocaat, mr. M.P.G. Rietbergen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige [naam kind] momenteel verblijft bij Horizon Bergse Bos binnen de gesloten jeugdhulp. De ouders oefenen het ouderlijk gezag uit, maar de situatie is instabiel en er zijn ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft eerder een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, die op 13 december 2021 afliep. De GI heeft verzocht om een nieuwe machtiging voor de duur van zes maanden, zodat [naam kind] kan blijven in de huidige setting tot er een plek beschikbaar is voor een gezinsopname bij Accare.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is, gezien de kwetsbaarheid van [naam kind] en haar positieve ontwikkeling in de huidige setting. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot 13 juni 2022, en het verzoek tot spoedmachtiging afgewezen. De ouders zijn niet verschenen ter zitting, wat de kinderrechter betreurt, aangezien hun medewerking van groot belang is voor het perspectief van [naam kind]. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 17 december 2021.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/629965 / JE RK 21-3201
datum uitspraak: 13 december 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2011 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 8 december 2021, ingekomen bij de griffie op 8 december 2021;
- de verklaring d.d. 8 december 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 10 december 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 13 december 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- mr. M.P.G. Rietbergen, namens [naam kind],
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].
De minderjarige [naam kind] is voorafgaand aan de zitting op locatie bij het Horizon Bergse Bos apart gesproken, bijgestaan door haar advocaat mr. M.P.G. Rietbergen.
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de vader.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] verblijft bij Horizon Bergse Bos binnen de gesloten jeugdhulp.
Bij beschikking van 8 september 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 18 oktober 2022 en is een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [naam kind] verleend met ingang van 13 september 2021 tot 13 december 2021, gevolgd door een machtiging uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder en/of een verblijf bij Accare vanwege een gezinsopname met de moeder voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 18 oktober 2022.

Het verzoek

De GI heeft een spoedmachtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van 4 weken en aansluitend een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van 5 maanden. De kinderrechter heeft op 8 december 2021 het verzoek afgewezen om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 800, derde lid, en artikel 809, derde lid, Wetboek van Rechtsvordering, en de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot deze zitting.
De GI heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. De gezinsopname van de moeder samen met [naam kind] is helaas nog niet gelukt. Begin januari 2022 zal er een intakegesprek plaatsvinden bij Accare en als het goed is zal er in mei 2022 een plek vrij komen. Een gesloten machtiging voor de duur van zes maanden is nog noodzakelijk, zodat [naam kind] bij Bergse Bos kan verblijven tot zij naar de gezinsopname kan met haar moeder. Het gaat goed met [naam kind] bij Bergse Bos op de huidige groep. Een plaatsing op een open groep is nu niet in haar belang. Zij heeft baat bij de regels en de structuur op de huidige groep en zij is gewend aan de begeleiders. Als haar verblijf op deze groep bij Bergse Bos gewaarborgd blijft, kan zij vanuit een positieve situatie doorstromen naar het traject met haar moeder, wat de kans van slagen zal doen vergroten.

Het standpunt van de minderjarige [naam kind]

Namens [naam kind] heeft haar advocaat zich ter zitting niet verzet tegen het verzoek van
de GI. [naam kind] gedijt goed op deze groep en de advocaat ziet geen andere mogelijkheid dan
het pad dat op dit moment bewandeld wordt. Het is betreurenswaardig dat [naam kind]
afhankelijk is van de huidige wachtlijsten. Daarnaast zijn er zorgen over het perspectief van
; wat zijn de mogelijkheden voor het geval het traject bij Accare niet positief
afgerond zal worden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Naar het oordeel van de kinderrechter wordt nog steeds voldaan aan de criteria. Uit de
overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is immers gebleken dat [naam kind] een
kwetsbaar meisje is met een belast verleden dat is opgegroeid in een instabiele en
onveilige opvoedsituatie en al een langere periode forse gedragsproblemen laat zien. Om het
perspectief van [naam kind] te kunnen bepalen is het nog steeds de bedoeling dat zij samen met
haar moeder zal gaan deelnemen aan een gezinsopname bij Accare, om te onderzoeken of
een terugplaatsing van [naam kind] bij de moeder mogelijk is. Daarin wordt zonodig de vader
ook meegenomen. Helaas is er tot op heden nog geen plek beschikbaar voor de moeder en
[naam kind] bij Accara. De verwachting is dat de moeder en [naam kind] in mei 2022 opgenomen
kunnen worden. De vorige machtiging van de kinderrechter d.d. 8 september 2021 ziet op
een continuering van het verblijf van [naam kind] bij Bergse Bos en aansluitend in een
accommodatie van een jeugdhulpaanbieder en/of een verblijf bij Accare vanwege een
gezinsopname met de moeder voor de duur van de ondertoezichtstelling. Echter, aangezien
er nog geen plek beschikbaar is binnen de gezinsopname en omdat de GI een verblijf van
[naam kind] op een open groep niet in haar belang acht, heeft de GI een nieuw verzoek
ingediend. Immers, in de trajectmachtiging van 8 september 2021 loopt de termijn voor de
gesloten machtiging maar tot 13 december 2021.
De kinderrechter overweegt dat [naam kind] gebaat is bij de structuur, de regels en de één op één
begeleiding op de gesloten groep bij Bergse Bos. [naam kind] is gewend aan de begeleiders en
de kinderen op de groep. Zij maakt momenteel een positieve ontwikkeling door en het is van
belang dat dit wordt vastgehouden om vanuit deze positieve situatie door te stromen naar de
gezinsopname met de moeder binnen Accare.
De kinderrechter zal een machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van zes
maanden, zodat de plek van [naam kind] binnen de gesloten setting van Bergse Bos gewaarborgd
blijft in afwachting van de gezinsopname bij Accare. De onderhavige machtiging sluit aan op de bij beschikking van 8 september 2021 verleende machtiging gesloten jeugdzorg en dient, zoals hiervoor overwogen ter overbrugging tot de gezinsopname. De eerder verleende trajectmachtiging blijft daarmee voor het overige in stand.
De kinderrechter betreurt het tot slot wederom dat de ouders, hoewel zij zijn opgeroepen,
opnieuw ervoor hebben gekozen om niet ter zitting te verschijnen. Daarmee blijft onduidelijk wat hun opvatting is over het perspectief van [naam kind]. Het van het grootste belang dat de ouders zich volledig inzetten en hun medewerking zullen verlenen aan de gezinsopname om het verblijf bij Accare een kans van slagen te geven. Dit lijkt de enige mogelijkheid om [naam kind] weer terug naar huis te kunnen laten keren.
Nu de kinderrechter hiermee beslist op het verzoek om een reguliere machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen, wordt niet meer toegekomen aan het verzoek tot het verlenen van een spoedmachtiging. In zoverre wordt het verzoek afgewezen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 13 december 2021 tot uiterlijk 13 juni 2022 betreffende de minderjarige [naam kind];
wijst af het verzoek tot spoedmachtiging gesloten jeugdhulp;
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.A. van Soest als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 december 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.