Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, ter griffie ontvangen op 6 augustus 2021, met producties;
- het verweerschrift, ter griffie ontvangen op 13 september 2021, tevens houdende een tegenverzoek, met producties;
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling door Van Oord in het geding gebrachte productie;
- de door Van Oord overgelegde pleitnotities;
- de door [verweerder] overgelegde pleitnotities;
- de door [verweerder] overgelegde tekst van de door hem tijdens de mondelinge behandeling voorgelezen verklaring.
2..De vaststaande feiten
- BU Dredging, waaronder aanleg en onderhoud van havens en waterwegen, landaanwinning en kustverdediging;
- BU Offshore Oil & Gas, waaronder installeren van laadboeien en pijpleidingen, leggen van olie- en gasleidingen in ondiep water en beschermen van olie- en gaspijpleidingen op de zeebodem;
- BU Offshore Wind (realiseren van complete windparken in zee);
- BU Nederland Infra (innovatieve oplossingen voor kustverdediging en dijkversterking en voor het toegankelijk houden van waterwegen en havens).
Traject 1: periode begeleiding naar ander werk.
Van Oord heeft, zoals ook in onze gesprekken meermaals aangegeven, het afspiegelingsbeginsel steeds toegepast. Op basis van het afspiegelingsbeginsel is vastgesteld welke medewerker voor ontslag in aanmerking komt. Bij de indeling van de functiegroepen heeft Van Oord rekening gehouden met de onderlinge uitwisselbaarheid van functies (en niet van personen). Daarbij heeft Van Oord steeds per functie beoordeeld of dat deze onderling uitwisselbaar is met een of meerdere andere functies, gelet op de functie-inhoud, vereiste kennis, vaardigheden en competenties vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig. We hebben dus niet per medewerker gekeken of er sprake is van uitwisselbaarheid, maar per functie. En wanneer er sprake is van uitwisselbare functies, hebben we die in 1 functiegroep geplaatst. Dit is bijvoorbeeld het geval geweest bij de Master (2) en Master (3). Medewerkers in deze functies zijn in 1 functiegroep geplaatst en vervolgens is daarop het afspiegelingsbeginsel toegepast. Het is mogelijk dat als gevolg van die indeling in functiegroepen en de toepassing van het afspiegelingsbeginsel niet alleen medewerkers werkzaam in de baggeractiviteiten boventallig zijn verklaard, maar ook medewerkers die zowel in de bagger als in de offshore werkzaam zijn (geweest). Dat is echt het gevolg van de toepassing van het afspiegelingsbeginsel. […]
3..Het verzoek, de grondslag en het verweer
- de transitievergoeding ad € 76.887,37 bruto;
- een billijke vergoeding ad totaal € 281.383,37 bruto;
- de pensioenschade ad € 469.300,-;
- een bedrag ad € 11.458,70 netto aan kosten rechtsbijstand;
- de transitievergoeding ad € 76.887,37 bruto;
- de vergoedingen volgend uit het Sociaal Plan ad totaal € 159.247,15 bruto;
4..De beoordeling van het geschil
in het verzoek:
na de peildatum voor het afspiegelen in zijn huidige functie op een van deze schepen kan worden ingezet.
op snijkopzuigers op essentiële punten verschilt van andere (Dredging) schepen. Dit is door [verweerder] vervolgens onvoldoende weersproken. Met betrekking tot de vraag of het afspiegelingsbeginsel correct is toegepast, spitst het geschil tussen partijen zich voorts toe op de vraag of de functies van ‘Master (2)’ en ‘Master (3)’ uitwisselbaar zijn met de functies ‘Master (2) volledig DP-gecertificeerd’ en ‘Master (3) volledig DP-gecertificeerd’.