Op 10 december 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van twee vuurwapens, munitie en 49 gram amfetamine. De verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. G.W. Wurpel. Tijdens de zitting op 26 november 2021 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij de officier van justitie, mr. N. Linnenbank, een gevangenisstraf van 12 maanden eiste. De verdachte erkende de feiten, maar stelde dat hij dacht dat de vuurwapens niet functioneerden. De rechtbank oordeelde echter dat het mogelijk was om met de vuurwapens proefschoten te maken, wat de verklaring van de verdachte ondermijnde.
De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, evenals het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine. De rechtbank nam in overweging dat het bezit van wapens en drugs een ernstig risico voor de veiligheid van anderen met zich meebrengt. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, maar de ernst van de feiten rechtvaardigde een gevangenisstraf. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werden de in beslag genomen wapens en drugs onttrokken aan het verkeer en werden enkele voorwerpen verbeurd verklaard.